Wanneer we het hebben over Israëls apartheidssysteem hebben we het meestal over de bezette gebieden, waar de segregatie evident is: wegen alleen voor joden, en verboden voor Palestijnen, twee verschillende rechtbanken, de gewone civiele voor de kolonisten, en de militaire rechtbank voor de Palestijnen.
Maar ook voor de Palestijnse burgers binnen Israël zelf zijn gelijke rechten ver te zoeken, ook al zijn ze formeel Israëlische staatsburgers die net als de joodse Israëli’s belasting betalen. Kijk naar deze korte docu over Lod, een zogenaamde ‘gemengde’ stad. De Palestijnse inwoners leven voornamelijk in armoedige getto’s, nu zelfs letterlijk van de joodse wijken gescheiden door een muur. Al tien jaar zijn geen bouwvergunningen afgegeven voor de Palestijnse inwoners, die moeten kiezen tussen blijven leven in een krot, of illegaal bouwen met het risico dat hun huis weer wordt afgebroken. Aan het vuil wordt niets gedaan, een sloot is levensgevaarlijk vervuild.
Wat in Lod gebeurt is kenmerkend voor de positie van de Palestijnse staatsburgers. Ja, ze hebben stemrecht, maar dit is de werkelijkheid: dat de staat Israël een sleep wetten heeft ingesteld waarmee Palestijnse burgers van hun land beroofd kunnen worden onder andere door gebieden tot natuurgebied of militair gebied te verklaren, of het bouwen op dat land te verbieden omdat er nog geen ‘bestemmingsplan’ zou zijn – dat er ook niet komt. Is land eenmaal Israëlisch staatsland, dan zijn er andere regels waarmee bepaald wordt dat het niet aan Palestijnse staatsburgers verkocht of verpacht mag worden. In de vele jaren dat de staat Israël nu bestaat zijn vele nieuwe woonkernen, wijken en geheel nieuwe steden (onder andere op de Westoever) gebouwd voor joden. Voor de groeiende groep Palestijnse burgers: geen.