Dibi verloor, geheel voorspeld, en ook nog flink. Niet meer dan 12% van de 1400 stemmen van de leden van GroenLinks waren voor hem. Dachten we dat we voorlopig van de Dibi verhalen af waren, nou niet als het aan hem ligt want hij zet de strijd voort. Nu eist hij ondanks zijn behoorlijke nederlaag de tweede plek op op de kandidatenlijst.
Toontje lager zingen is er voorlopig niet bij, kennelijk, en nu mag de partij zich het hoofd breken hoe ze dat op gaan lossen, want mij persoonlijk lijkt het een ramp om die nu door Dibi ingezette strijd in de nieuwe fractie voort te zetten. Want ondanks de tactisch nette houding van Jolande Sap, en de ‘dat moet toch kunnen-achtige’ opmerkingen van Dibi zou ik er niet voor solliciteren om in een fractie te werken waar de onderlinge loyaliteit zo ver te zoeken is. Alle cliché’s en kusjes voor de camera ten spijt. Nou ja, wat zeg ik, ik zou ook niet in die partij zitten als het er allemaal solidaire koek en ei was, want mijn sympathie was al tanende met de schuivert richting het liberalisme, en met Kunduz, die maffe en wereldvreemde poging om toch mee te werken aan onze missie daar, op voorwaarde dat de getrainde politieagenten nooit meer zouden vechten.
Kunduz blijft als een albatros om GL’s nek hangen. Dibi maakte nu opeens bekend dat hij eigenlijk altijd al tegen was geweest, maar onder druk stond – van Sap natuurlijk – om mee te stemmen en dat anders dan Ineke van Gent daarom maar deed. Dat deed me denken aan mijn zoon, lang geleden. Ik was met hem in de Hema, voor kleren. Hij zag een prachtig rood spijkerpak. Dat wilde hij wel hebben. Hij zal een jaar of zeven zijn geweest. Ik waarschuwde hem, dat pak was voor meisjes, ja in de tijd deed een jongetje geen rood pak aan. Maar mijn zoon, opgegroeid in mijn feministische hippie milieu waar de grenzen tussen netburgerlijke vrouwelijkheid en mannelijkheid toch al aardig aan het vervagen waren vond dat rode pak mooi en wilde het hebben. Okee. Gepast. Stond hem ook erg leuk. Twee dagen aangehad naar school. Toen wilde hij het niet meer aan. Waarom niet, vroeg ik. ‘Ze zeggen dat het voor meisjes is’, zei mijn kind. ‘Maar ik zei gewoon dat ik het aan moest van mijn moeder’.
We hebben het pak maar weggegeven. Aan een meisje.
Kijk daar moest ik aan denken bij Dibi’s onthulling dat hij eigenlijk toen al tegen Kunduz was, maar onder druk maar mee had gestemd. Hoe toont hem dat? Als een jongetje dat zich verschuilt achter ik moest van m’n moeder. Dus of hij is een slappie die anders dan Ineke van Gent niet voor zijn eigen mening durfde te staan, of hij is een laffie die achteraf nog even zijn moeder om haar oren mept dat het haar schuld was, als hij denkt meer stemmen te kunnen krijgen van de GroenLinks leden die net als hij tegen Kunduz waren. Ook al een misse inschatting, want de meeste leden die het daar niet mee eens waren, zijn al opgestapt. En tijden later nog even sympathie proberen binnen te halen voor het standpunt waar je destijds niet mee tevoorschijn durfde te komen, dat is geen sterke stunt.
Niet erg verheffend, kortom, als je geen zeven meer bent maar een serieuze politicus hoort te zijn. Voor de media is hij leuk, want hij zorgt tenminste voor reuring en een stroom van bruikbare quotes. Voor de partij lijkt hij me inmiddels vooral een stoorzender en een splijtzwam – ik wens de partij sterkte, hoe ze dit op gaan lossen zonder nog meer toestanden.