Dinsdag in Gaza. Volle dag. Joep en Joes doen boven de training, ik geloof dat het over schouderproblemen gaat. Ik zit beneden bij een groep jonge gehandicapte vrouwen die een mediatraining volgen: het is een van de doelen van het project dat gehandicapten meer zichtbaar zijn, voor zichzelf spreken. Een van de resultaten van het vrouwenproject dat door Fatma wordt geleid is dat er veel belangstelling is gekomen van de tv, en de ene na de andere vrouw in rolstoel haar verhaal vertelt. En wat ze nodig hebben: dat de vooroordelen verdwijnen, dat ze transport krijgen en taxichauffeurs niet langer weigeren om ze mee te nemen, dat ze serieus worden genomen. Een van de vrouwen laat haar medailles zien, ze heeft prijzen gewonnen op de Paralympics.
Mark Kulsdom is mee om te filmen. Korte interviews vanochtend, drie vrouwen met een handicap, een trainer. ’s Middags mee op huisbezoek, dit keer in de middenkampen, Nusseirat en Deir al Balah. Een man is van het dak gevallen, en niet alleen heeft hij nu problemen met lopen en plassen, zijn grote probleem is dat hij geen kinderen kan krijgen. Zijn vrouw en hij zijn nog niet zo lang getrouwd, en ze heeft al een miskraam gehad. De families bemoeien zich ermee, want als zij wel kinderen kan krijgen en hij niet, dan kan haar familie proberen ze onder druk te zetten om te scheiden.
Gisteren hebben we Yasmine gefilmd, een psychologe uit het zuiden van Gaza, vandaag filmen we Yahya, de fysiotherapeut die vanaf het begin bij het NCCR was. We gaan met hem, zijn vrouw en vier dochters naar het strand, om hem te filmen in zijn gewone doen. Vandaag gaan we met hem mee naar een van zijn patiënten. In de vorige film waar we heel tevreden mee waren ging het vooral over wat wij als Stichting Kifaia daar doen, maar deze keer willen we hen vooral zelf laten zien.
We hebben ook veel plezier, we eten aan het strand, maken grappen. Mark laat zijn getatoeëerde kuiten aan Khaled zien, de voorzitter van het NCCR, met de vraag of dat wel kan, in Gaza. Waarop Khaled de onsterfelijke woorden spreekt: ‘Natuurlijk. It’s a free country’, en daar vervolgens zelf onbedaarlijk om moet lachen.
Intussen hebben we een paar stevige gespreken, met Khaled, Fatma, Ramadan, over wat zij willen met het NCCR, en waar wij in de actie in eptember fondsen voor kunnen werven en nieuwe donoren mee kunnen winnen. We besluiten gezamenlijk dat het vooral gaat over de uitbreiding van het werk, niet alleen de zorg voor de gehandicapten zelf, dat gaat uitstekend, maar wat er in de samenleving van Gaza moet veranderen. Waar de mensen met een handicap last van hebben is niet alleen hun lichamelijke beperking, maar de manier waarop er in hun samenleving op gereageerd wordt. Er is een prachtige wet voor gehandicapten, waar onder andere in staat dat ze recht hebben op werk en onderwijs, dat ze niet gediscrimineerd mogen worden, dat de gebouwen toegankelijk moeten worden gemaakt, maar van die wet komt in de praktijk weinig terecht. Dus moet er gelobbied worden bij de overheid, de media moeten nog meer worden ingeschakeld, de community leaders moeten worden bereikt – dat lukt al aardig, trouwens – en de mensen zelf moeten weten waar ze recht op hebben, en durven daar voor op te komen. En het zou mooi zijn als ze meer zichtbaar worden als leiders. Dat het heel gewoon wordt dat iemand in een rolstoel een belangrijke functie bekleedt. Dat het geen patiënten zijn maar mensen.