Eerste akte. Thuiskomen. Wat doet al dat wc-papier op de gang? O. Dat was Poedie de Poem. Waar zit je? Kom tevoorschijn, schurk! Ah. Daar.
Tweede akte. Kijk wie hebben we daar. De andere poes. Die heeft van zijn leven nog geen interesse gehad voor wc-papier, maar nu is zijn belangstelling gewekt. O, kun je daarmee spelen? Tjee. Proberen. Ja hoor, daar kun je mee spelen.
Derde akte. Dat gaat zomaar niet! WHOEMP!!! Dat is MIJN wc-papier!
Vierde akte. Kobus taait af en doet alsof het hem he-le-maal niet kan schelen. Wc-papier? Tsk, dat is voor kleuters.