Op het weblog van Abu Pessoptimist is een artikel te vinden uit Haaretz, van Akiva Eldar. Hier. Dit blijkt uit de officiële rapporten: in het land onder het gezag van Israël, dus niet alleen Israël zelf, maar met de bezette gebieden van Gaza en de Westoever erbij, is er geen joodse meerderheid meer.
De gehele bevolking telt nu 12 miljoen. Daarvan is 5.9 miljoen joods. Dat zou in een normale democratie geen punt zijn, in Israël is dat ernstig. Het zionisme is gebaseerd op het principe dat het land van de joden is, en dat de staat alleen joods kan blijven als er een joodse meerderheid is. Binnen de grenzen van Israël zelf (die nooit zijn vastgelegd) zijn de niet-joden nog een minderheid – zo’n twintig procent van de Israëlische staatsburgers zijn oorspronkelijke Palestijnse bewoners en hun nazaten. Israël doet er alles aan om ervoor te zorgen dat die minderheid niet groeit, onder andere door wettelijk geregeld tegen te gaan dat niet-joden een huwelijkspartner naar Israël kunnen laten komen.
Zo kan er binnen die inmiddels fictieve grenzen (want een flink deel van de Westoever is feitelijk al ingelijfd bij Israël) de mythe in stand worden gehouden dat Israël een democratie is. De niet-joodse minderheid heeft een aantal burgerrechten wel, ze mogen bijvoorbeeld wel stemmen, maar andere niet. Ze mogen bijvoorbeeld niet vrij wonen in het land en geen huizen of land kopen die ‘joods bezit’ zijn. Erger is het nog voor de Palestijnen die buiten de ‘groene grens’ wonen, onder het gezag van Israël, zij hebben helemaal geen burgerrechten, geen enkele stem in de regering die over hen heerst. Op de Westoever zijn bijvoorbeeld twee soorten rechtbanken: de ‘normale’ voor de kolonisten, en militaire rechtbanken voor de Palestijnen. Feitelijk krijgen de joodse inwoners van de Westoever lagere straffen voor dezelfde vergrijpen dan niet-joodse. De niet-joodse inwoners mogen van een groot deel van het Israëlische wegennet en de buslijnen geen gebruik maken. Dat is dus een volstrekt feitelijk aantoonbaar systeem van apartheid, dat alleen verhuld kan worden door de bezette gebieden een aparte maar niet wettelijk geregelde status te geven, waarbinnen een soort van beperkte autonomie wordt toegestaan aan de niet-joodse bevolking. Zoals Hanan Ashrawi dat uitlegt: autonomie betekent dat je binnen de gevangenis je eigen potje mag koken.
Het grote probleem, vanuit de zionistische ideologie van Israël bekeken dan, is dat Israël wel het land van de Westoever wil hebben (Gaza is met de enorme overbevolking wat land betreft al opgegeven, en fungeert alleen nog als een enorme openluchtgevangenis) maar niet de er wonende niet-joodse bevolking. Want als die allemaal staatsburgerschap zouden krijgen van Israël, is er geen joodse meerderheid meer, en dan staat Israël voor de keuze: of er een normale democratie van maken met gelijke rechten voor alle inwoners ongeacht geloof of etniciteit, of er officieel een apartheidsstaat van te maken. Die laatste oplossing zou niet goed vallen in de westerse wereld, waarvan Israël graag doet alsof zij als ‘enige democratie in het Midden-Oosten’ daar deel van uitmaakt, en daarmee ook kan rekenen op een gestadige stroom aan economische ondersteuning. De eerste oplossing, een normale democratie, betekent het einde van de zionistische ideologie, en dat wordt door het merendeel van de bevolking gezien als een soort collectieve zelfmoord en de definitieve mislukking van de joodse staat.
Met andere woorden: er is geen oplossing behalve het zo lang mogelijk vasthouden aan de status quo. Gaza is afgeschreven en zogenaamd ’teruggegeven’, en wordt met geweld en blokkade onder de duim gehouden. Op de Westoever gaat de landroof nog steeds door, zoals in de oorspronkelijke plannen van de zionistische voorhoede al was voorzien: de joodse staat dunum na dunum uit te breiden. Vandaar dat de bezetting ook niet opgeheven gaat worden zolang het zionisme nog de staatsideologie is, maar de noodsituatie die al sinds 1967 bestaat voor onbepaalde tijd zal worden aangehouden. Zonder te erkennen dat die bezetting een bezetting is, want dan zou Israël gehouden zijn aan het internationaal recht en verantwoordelijk zijn voor de bevolking onder hun gezag.
De manier om dat te doen is om af en toe lippendienst te bewijzen aan de mogelijkheid dat er misschien eens gepraat gaat worden over dat er gepraat gaat worden – dat wat eufemistisch ‘het vredesproces’ genoemd wordt – en nog niet helemaal uit te sluiten dat er misschien eens wel een soort van Palestijnse staat zou kunnen komen. En ondertussen met zoveel mogelijk feiten – facts on the ground – ervoor zorgen dat er steeds minder land is dat nog ’teruggegeven’ zou kunnen worden en er steeds minder is waarover nog onderhandeld zou kunnen worden.
Intussen houdt Israël het probleem dat het niet lukt om de joodse bevolking sneller uit te breiden dan de niet-joodse bevolking zich numeriek voortplant. Er wonen meer joden buiten Israël dan erin, en het animo om er te gaan wonen is ook onder fervente Israël-aanhangers niet bijzonder groot. (Een oude grap: een zionist is een jood die een andere jood betaalt om in Israël te gaan wonen). En dan is er nog het feit dat de joodse bevolking in de westerse wereld door gemengde huwelijken langzamerhand steeds verder ‘ontjoodst’ en er, om het even heel cynisch te zeggen, niet voldoende voorraad meer is om de joodse bevolking van Israël van buiten af aan te vullen. Alleen de orthodoxe joodse bevolking binnen Israël gaat stug door met het produceren van veel kroost, wat dan weer wel het gevolg heeft dat het seculiere deel van de bevolking het gevoel heeft dat Tel Aviv nog de enige bubbel is waar je als niet-gelovige jood nog normaal kunt leven. En vandaar dat er nogal wat jonge joodse Israëli’s vertrekken, dan wel al een tweede paspoort op zak hebben. Als land om naartoe te gaan, voor het geval het in Israël echt allemaal misloopt, is vooral Duitsland heel populair.
Vandaar dat deze in een achteraf-rapport gevonden cijfers over de verdwenen joodse meerderheid door journalist Akiva Eldar bekend zijn gemaakt, en hem dat niet in dank afgenomen zal worden.
(Zie hier de laatste cijfers over de bevolking binnen Israël zelf. Twee zaken vallen op: dat er zorgvuldig wordt geteld hoeveel kinderen joodse moeders krijgen in vergelijking met ‘Arabische’ moeders: de Palestijnen krijgen gemiddeld nog steeds meer kinderen (3.51) dan de joodse bevolking (2.98), maar minder dan eens. En als tweede dat er zorgvuldig wordt aangegeven hoeveel mensen naar Israël emigreren, joodse immigranten dus, want anderen worden geweerd; maar niet wordt aangegeven hoeveel joden er vertrekken. Wel wordt zorgelijk geconstateerd dat de joodse bevolking langzamerhand veroudert.)