(Max Arian)
‘Ellendejaar tweeduizenddertien,
ik wil het overslaan!’
Te gast: Max Arian
Het was bedoeld als een jubileumconcert, met een pikant onderwerp. Het werd een waarlijk politiek protest. Met een stevig en boos strijdlied dat misschien nog veel vaker zou kunnen klinken.
‘Schandalig!’ heette het al bij voorbaat, het AAA-concert van het jubilerende, 125-jarige Koninklijk Concertgebouworkest van 17 en 18 januari. Dat de schandalen van 100 jaar geleden, uit het fameuze nieuwlichtersjaar 1913, nu geen schandaal meer zouden verwekken, kon je verwachten. De Fünf Orchesterlieder nach Ansichtkarten van Alban Berg klonken toen vals, maar werden nu prachtig gezongen door mezzosopraan Anne Sofie van Otter.
Toch was er die vrijdag daarna al een eerste incident. Een onverlaat liet onverwachts een enorme sissende en puffende luchtballon op, die onbereikbaar hoog aan het plafond bleef hangen. Even leek het erbij te horen. Een stunt van de schandaalverwekkende Finse componist Magnus Lindberg? De fagottist deed alsof hij met zijn instrument de ballon uit de lucht wilde schieten. Maar het was geen grapje. Alle orkestleden moesten uit voorzorg van het podium af, de man werd ingerekend en gevangen gezet, de gemoederen moesten, nadat de ballon met enige moeite van boven af was doorgeprikt en opgeruimd, eerst worden bedaard.
Raar genoeg bleek toen het nieuwe opdracht stuk Era van Lindberg een braaf, neoromantisch werkje, terwijl zijn megalomane Kraft uit 1985 in het laatste Holland Festival nog zo schokkend lawaaiig was. Het bleef nog even rustig, hoewel in de Sechs Gesänge nach Texten von Maurice Maeterlinck de koningin er met een vreemde VROUW vandoor gaat, dat is wel spannend, maar wekt ook geen protest meer.
Het echte schandaal kwam direct na de pauze. Na het begin van de beroemde fagotsolo waar Stravinsky´s Le sacre du printemps mee begint, draaide de dirigent zich plotseling om, stopte met dirigeren en begon te zingen: ´nee – ik wil het niet! / ik kan het niet! / ik doe het niet!´ Het was hem ernst: hij wilde dit jaar liefst helemaal overslaan, dat hele ´ellendejaar tweeduizenddertien´. Want om de hoek worden vijfhonderd musici naar huis gestuurd: ´talent in body bags gesmoord!´
Dit incident bleek wel gepland. Het was dan ook niet de dirigent David Robertson die dit actuele protestlied zong, maar bariton Martijn Cornet, die strijdbaar op muziek van Willem Jeths een tekst schalde van Carel Alphenaar, die er niet om liegt: ´stik in je dédain, politici / belager van de spelende mens!´ In dit geval is niet het lied schokkend, maar datgene waar het over gaat. De onderbreking veroorzaakte dan ook geen schandaal, maar een ovationeel staande applaus. Helaas zal er geen politicus een traan om laten. Zeker niet juffrouw Jet Bussemaker van de PvdA, die er zonder meer mee akkoord is gegaan als minister het PVV-kunstbeleid (´een linkse hobby, bah´) onverkort voort te zetten en die nu als carrièredame geen dag meer van het tv-scherm is weg te branden om daar de ene desastreuze beleidsbeslissing na de andere te verdedigen of het nu de kortingen op kunstgebied gaat of de invoering van een volstrekt asociaal leenstelsel om niet-vermogende studenten het hoger onderwijs uit te jagen.
Wat de afloop van het concert betreft: natuurlijk was Le sacre du printemps van Stravinsky nog altijd sensationeel en opwindend, maar een echt revolutionair 1913 wilde het in het ellendejaar 2013 nog even niet worden.
Radio-uitzending van dit concert: 27 januari om 14.15 uur op Radio 4
C l a m a v i
Zanger komt op als dirigent.
Laat Le sacre du printemps beginnen
Draait zich na acht maten om
nee – ik wil het niet
ik kan het niet
ik doe het niet
ik wil het overslaan:
ellendejaar tweeduizenddertien
hier zwaaiend op de bok te staan
de bok van zekerheid, van kwaliteit
maar om de hoek:
vijfhonderd musici naar huis gestuurd
talent in body bags gesmoord
stik in je dédain, politici
belager van de spelende mens
laat duizend bloemen
sterven zonder liefdesdood
le sacre, ritueel voor nieuwe vormen
hoeder van ’t schandaal
ga zonder mij tekeer
ik zweer dat ik terugkom
ik maak een sprong en weg ben ik
bezuinigd, beledigd
ik red het vege lijf in emigratie