Balans
Een kleintje tussendoor. Wanneer ik aan jullie de dingen doorgeef waar ik wat aan gehad heb, waar ik wat aan heb, dan is dat te begrijpen vanuit mijn persoonlijke context. Dat wil zeggen: dat ik op zoek ben naar balans in mijn leven. In evenwicht tussen mijn inzet voor de wereld, die compassie, en de compassie voor mijzelf. Mijn zelfzorg die maakt dat ik niet geheel word meegesleept in de ellende van de wereld, dat ik er niet kopje onder in ga.
Ik ben al eens een keer overspannen geweest, en ik weet waar ik het over heb. Overspannen raken, of burn-out, raak je niet door hard werken of door je in te zetten, maar door over je eigen grenzen heen te gaan, jezelf te vergeten. Je raakt opgebrand als je het gevoel hebt dat je inzet niet effectief is, als je moedeloos raakt omdat je niet voldoende resultaat ziet. Dat is met de dingen die ik doe heel makkelijk, om het gevoel te hebben: wat ik ook doe, het is nooit genoeg. Wanneer je in Gaza bent, en ziet wat de mensen daar moeten doorstaan, dan lijkt een beetje gaan zitten mediteren en het advies om vooral ook dingen te doen waar je plezier in hebt een enorme luxe. Toch is dat wat we de hulpverleners daar leren: wanneer je het vol wilt houden ben je verplicht voor jezelf te zorgen. Als je dat niet doet word je ongeduldig, verlies je je aandacht, raakt de rek eruit en ben je niet meer honderd procent effectief. Het was grappig dat een van onze Palestijnse cursisten eens tegen mij zei: en wat doe jij zelf om in balans te blijven? Die was raak.
In balans blijven is niet iets wat je een keer leert en dan voortaan kunt – tenminste, ik niet. Ik moet er aan blijven werken, ik moet mijzelf eraan blijven herinneren. Ik vergeet het in de vuur van de realiteit meteen weer. Vandaar dat ik veel heb aan een beetje structuur, aan les, aan begeleiding.
Voor andere mensen, die niet een vorm hebben gevonden voor hun compassie is het misschien anders dan voor mij. Ik ga ervan uit dat we niet leven voor onszelf alleen, en kom nog wel eens terug op dat begrip compassie. En ik denk dat we juist in de levensfase waarin we niet meer zo druk bezig hoeven te zijn met ons te bewijzen, het grootste deel van ons (betaalde) werk erop hebben zitten, onze kinderen groot zijn en misschien nog wel op ons rekenen maar niet meer dagelijks, we ruimte hebben om opnieuw te bedenken wat we doen willen. Of dat nu is dat je je wijdt aan het maken van iets moois, iets gaat leren waar je vroeger niet aan toe kwam, of een doel vindt om je in te zetten voor je medemens – nu is de tijd. Het lijkt mij niet toevallig dat ik veel leeftijdsgenoten tegenkom in de acties voor meer rechtvaardigheid en een humane behandeling van vluchtelingen in Nederland, bijvoorbeeld. Over compassie heb ik het nog een keer. Maar dit intermezzo heeft de bedoeling bij die lieve adviezen voor de zelfzorg bij het ouder worden vooral niet de indruk te wekken dat het er alleen maar om gaat dat we fijn leren mediteren. Mag ook, hoor, maar ik vind het niet zo interessant als het om niets anders gaat.
Mij hielp het lezen van oude wijsheid, die van Martin Buber in De weg van de mens. Waarom moeten we doorgaan met onszelf te ontwikkelen, waarom die aandacht voor onszelf als er zoveel te doen is aan mensen bijstaan, er zoveel gebeurt dat onze aandacht vraagt? Dit is wat hij zei:
“Waarom moet ik mij op mijzelf bezinnen, waarom mijn wezen tot eenheid brengen? Het antwoord luidt: Niet ter wille van mijzelf. Bij zichzelf beginnen , maar niet bij zichzelf eindigen; van zichzelf uitgaan, maar niet naar zichzelf toe streven; zichzelf zijn, maar niet met zichzelf bezig zijn.”
Ga door naar deel 6, hier