Joes vertrekt. Mark en ik blijven nog één dag.
Vanochtend begint Mark met een workshop over fotograferen en filmen. We willen graag dat zij – de mensen van NCCR – zelf materiaal maken dat ze kunnen gebruiken bij hun rapportage, en videofilms om de wereld in te sturen. Dat doen ze al, maar in Palestina is het de gewoonte om mensen strak en frontaal te fotograferen, terwijl ‘wij’ het nou juist leuk vinden om mensen in actie te zien, een beetje levendiger. En niet steeds maar weer al die ruggen van mensen die om de tafel zitten.
Het is een ontzettend leuke workshop, want iedereen wil er graag wat bij leren. Mark laat zien hoe je met precies dezelfde middelen hetzelfde onderwerp net een beetje spannender en interessanter kunt maken. Hij laat de eerste film zien, van onze tocht naar Erez. Saai onderwerp, mensen in een auto. Wat maakt het toch de moeite waard? Je ziet iets van de spanning op de gezichten. Je moet dus durven om er dicht op te gaan staan. Een paar mensen laten de foto’s zien die ze hebben gemaakt en bespreken die – waarom is deze leuker dan die andere? En ik kan de foto laten zien die ik van de workshop zelf heb gemaakt, aardig geslaagd, al zeg ik het zelf. Je ziet Mark in het vuur van wat hij te zeggen heeft, en de deelnemers geïnteresseerd, en ze zijn mooi verdeeld in het beeld. Ik leer ook nog wat bij.
We gaan met Fatma en Sarhan de markt op, want Fatma wil ons nog wat laten zien van het gewone leven in Gaza. Een heel populaire shoarmatent, waar iedereen die een beetje geld heeft een broodje komt eten. Het restaurant is onderverdeeld in een mannengedeelte en een familiegedeelte, waar ook vrouwen alleen kunnen komen. Voor de vrouwen die een niqab dragen die ze dus af moeten leggen om te kunnen eten zijn er gordijnen die ze dicht kunnen doen, zodat ze zich met hun familie af kunnen zonderen, maar ik zie ook een vrouw die haar gezichtssluier afdoet zonder het gordijn dicht te trekken. We hebben toestemming om te filmen, maar doen het niet. Ik zie een paar vrouwen die het niet prettig vinden, en zij hebben ook recht op rustig een broodje eten zonder dat er een buitenlander met een camera bovenop zit. Mark krijgt een broodje shoarma zonder shoarma en hij belooft in de toekomst nog eens terug te komen om de weedburger in Gaza te introduceren.
Fatma doet nog wat boodschappen voor het avondeten waarvoor we zijn uitgenodigd. De winkels zijn vol. Ik zie zelfs de chocolade die we altijd meenemen hier te koop. Ik ben in Gaza geweest toen er echte schaarste was – dan was het meel op en kon er geen brood worden gebakken – ze eten hier brood bij elke maaltijd. Of het kookgas was op, of de benzine. Er komt nu voldoende voedsel binnen, het probleem is nu nog dat er te veel werkloosheid is en er veel gezinnen zijn die te weinig geld hebben. De ondervoeding is sluipend: calorieën genoeg, maar toch veel bloedarmoede onder de kinderen – te weinig vitaminen en proteïnen. Grotere problemen zijn op dit moment de elektriciteit die het elke dag uren niet doet, en schoon drinkwater.
Ramadan heeft verteld dat hij eigenlijk alle grote dromen voor zijn toekomst heeft opgegeven. Hij heeft een goede baan, verdient een bovengemiddeld salaris. Maar heeft naast zijn eigen drie kinderen ook drie broers in de grote familie die werkloos zijn, en houdt weinig over. Hij is twee jaar in de VS geweest, en kent het verschil, dat de kinderen daar zonder angst buiten konden spelen, dat niemand bang hoefde te zijn voor weer een aanval uit de lucht. Ik heb geen ander doel meer dan veiligheid voor mijn kinderen, dat ik ze de school doorkrijg, dat ze genoeg te eten hebben, zegt hij. We overleven, meer niet.
Het net verbouwde winkeltje met borduurwerk van het NCCR is dicht, omdat Sawsan, de leidende vrouw, haar baan heeft opgezegd, er moet iemand anders komen. Jammer, we wilden graag verder met het borduurproject, maar de bestelling die we hebben gedaan is dus nog niet klaar. We zoeken wat cadeautjes uit. Volgende keer verder.
Die avond eten we bij Fatma en haar man Khaled thuis. De zoons van andere Khaled zijn ook gekomen: Walid en Wassim. Het huis is een verrassing, want ze hebben het nieuw ingericht, met echte meubels en niet alleen maar die ene oude bank en wat matrasjes op de grond. We eten vis. Heerlijk. En dan ontstaat er een gesprek tussen de jongeren. Vooral Walid heeft het woord, ook hij heeft een tijd op een beurs mogen studeren in de VS, en hij zat al op de Amerikaanse school in Gaza. Hij is nu zeventien en een half, maar je zou hem jaren ouder schatten. En hij lijkt een representant te zijn van de nieuwe generatie in Gaza. Die heeft het helemaal gehad met al het geleuter over een Palestijnse staat die er toch niet komt. Al die concessies die met Arafat zijn gemaakt, ze hebben niets opgeleverd. Ook dat beetje verzet niet. Zijn ze iets opgeschoten? Ze hebben geen enkel vertrouwen meer in Fatah – Abbas vertegenwoordigt ons niet. Hamas trouwens ook niet. Ze hebben hun tijd verspild aan onderlinge strijd. We hebben nieuwe leiders nodig, zeggen de jongeren. En we willen gewoon ons land terug. Ik wil weer naar Beer Sheba kunnen, zegt Walaa, want daar komen we vandaan. En ik wil weer naar Jaffa, zegt Walid. Hoe het moet? Weten ze niet. Maar wel dat het land van hen is, en dat ze het niet doen voor minder.
Hun ouders zitten er stil bij te luisteren. Een beetje bezorgd, maar ook ontzettend trots. De jongeren hebben respect voor hun ouders, want ze weten heel goed wat die er allemaal voor over hebben gehad om hen door te laten leren. Hier zit een stelletje superintelligente jongeren – het is Fatma’s hoogste ambitie dat al haar zes kinderen de universiteit afmaken, en van haar mag geen van haar vijf dochters trouwen tot ze hun diploma hebben. Ze doen het goed, de kinderen, deze zomer zullen drie van hen bij de bevoorrechten horen die de kans krijgen om met een beurs naar het buitenland te gaan. En dan komen ze weer terug. Walid zegt het duidelijk: wij gaan Gaza niet in de steek laten. Ja, als Palestina vrij is, dan kunnen we misschien weg, maar niet eerder.
Er is in Gaza een jeugdbeweging gaande, die veel gebruikmaakt van de sociale media. Walaa heeft zevenduizend followers op Twitter. Ze moeten een beetje oppassen, want Hamas is niet altijd blij met hun wat anarchistische initiatieven, dus veranderen ze vaak van naam. Maar ze zijn zich absoluut bewust van hun kracht, en dat de toekomst van hen is.
Het was een mooi moment dat de jongeren de film konden zien die Mark had gemaakt van de oude mannen, de oudoom van de kinderen van Fatma, de vader van Ramadan. Ze moesten ontzettend lachen om de humor van die oude man. Walaa neemt het haar ouders kwalijk dat ze niets hebben gedaan om de Palestijnse geschiedenis te behouden. Ze zijn nu op een leeftijd dat ze geïnteresseerd zijn in wat er echt is gebeurd, in de Nakba, in de verhalen van de mensen die destijds vluchtten. Binnenkort, zeggen ze, gaan ze de oom van Fatma opzoeken, en zelf met hem praten.
Je weet niet hoe het verder gaat, niemand weet dat. Fatma die van de generatie is van de concessies en de pragmatische houding, die vooral bezig was met overleven en hun kinderen op laten groeien, vraagt het zich af – als zij straks trouwen en kinderen krijgen, worden ze dan ook niet vanzelf minder radicaal? Maar ze is ook trots. De kinderen zijn nergens bang voor. Ze zijn zelfbewust, ze zijn Palestijnen. Ben Gurion zei eens over de Palestijnen: de ouderen zullen doodgaan en de jongeren zullen vergeten. Wat heeft hij ongelijk gekregen. De jongeren nemen het stokje over van de ouderen die er nog zijn, en ze vergeten niets.
We roken shisha. En er is knefe, als toetje. Dan worden we in de kletterende regen teruggebracht naar onze flat. De volgende dag gaan ook Mark en ik weer terug, Erez door, zonder problemen, Ben Gurion, ook zonder problemen. Met Jan zitten we weer in het vliegtuig naar huis. Ik merk dat ik erg ontroerd ben door de verhalen van de ouderen, en onder de indruk van de vitaliteit van de jongeren. Het heeft mijn beeld over Gaza veranderd. Ik besef hoe ik me vooral heb laten beïnvloeden door de middengeneratie, door Khaled en Fatma en Ramadan, de pragmatische generatie. Maar ik zie nu in de spanningsboog van hun geschiedenis een nieuwe ontwikkeling: de jongeren die weer teruggrijpen naar het visioen van de ouderen. Het geeft me weer hoop op een toekomst.
Het filmmateriaal moet nog verwerkt worden, maar hier is Walid die vertelt over het bloedbad in Deir Yasseen, dat een keerpunt was in de geschiedenis van de Nakba. Meer hierover, hier.