We kunnen ons afvragen waarom eens in landen als Frankrijk, bekend om copieuze maaltijden, twee keer per dag warm, vaak vetrijk en veelal vergezeld van een glas wijn, niet iedereen moddervet werd. Wie in vroeger jaren op vakantie ging naar Frankrijk weet het wel. Ze aten er niet tussen de maaltijden. Nergens een patattent of een McDonald’s te vinden. Dat is nu inmiddels wel voorbij, nu kun je ook bij elk Frans station je snacks kopen. Ook de supermarkten daar zijn vol met de producten die in de verte nog op voeding lijkt maar het niet meer zijn. Holle calorieën, geen voeding. Al blijft daar nog een aangename traditie bestaan van mensen die zelf koken dan wel door andere mensen voor zich laten koken. Koken, niet opwarmen. Koken van verse spullen die op de markt zijn gekocht.
In Blue Zones (hier) kunnen we lezen hoe in traditioneel levende gemeenschappen, waar mensen nog zelf koken en grotendeels plantaardig eten met verse spullen mensen zelden dik worden. Dat wordt aangetast doordat de westerse eetcultuur nu overal verspreid wordt. McDonald’s heeft nu bijna overal ter wereld voet aan de grond, en dan volgen al snel Kentucky Fried Chicken, Pizza Hut, en de ‘happy meals’ met cola. In China zijn voor het eerst in hun geschiedenis meer mensen te dik dan te mager, in Frankrijk worden er ook al meer mensen te dik.
Ik ben nog van de tijd dat je moeder zei dat je niet mocht snoepen vlak voor het avondeten, want dan bedierf je je honger en ze stond niet voor niets in de keuken. Je had tenslotte al een koekje gehad bij de thee. Je zat nog met elkaar aan tafel, om zes uur. Als je je bord leeg had gegeten was er nog een toetje en dan was het voor die dag afgelopen. Suikerhoudende drankjes waren voor in het weekeinde. Toen de chips waren uitgevonden – ik herinner me die eerste kleine zakjes op de boot naar Engeland – was dat een traktatie, voor af en toe.
Er staan mooie verhalen in het boek van Michael Moss. Zo was er eens een meneer John Harvey Kellog, een idealist en gezondheidsprofeet die vond dat Amerikanen te veel vlees aten – bij het ontbijt al spek en ham – en een nieuw en gezond ontbijt bedacht, bestaande uit mais. Corn flakes, die je at met melk. Maar zijn broer Will die meer van het geld verdienen was dan van de gezondheid, vond toen achter zijn rug uit hoe je mensen aan meer corn flakes en rice krispies kon krijgen: meer suiker in het product. De suikerbroer won de strijd, en sindsdien is het de kunst om zoveel mogelijk suiker in de ontbijtgranen te verwerken. In ‘crunchie’ producten. Het maximum werd een cereal die voor 70% uit suiker bestond. Bij Albert Heijn in het rek met ontbijtgranen is het maximum dat ik vond de chocopops en crunchies, met 35% en 37% suiker. Dat kun je dus al bijna snoep noemen in plaats van een ontbijt.
Ik ging ook nog even langs de echte snoep: de koek en koekjes. Peijnenburg Ontbijtkoek, Mag elke dag! staat er als aanbeveling op, want Maar 2% vet! Veel vezels! Maar wel 20% suiker. Of die met rozijnen. 43% suiker. Ik pakte uit nostalgie een rol koekjes uit het schap die ik vroeger graag at. Country Cookies, met 40% havervlokken. Dat leek me nou een stuk gezonder dan de roomboterkoekjes van de warme bakker die ik ook wel lustte. En ik kon er makkelijk een halve rol van op – goed voor de vezels. Aha. 23% suiker, 22% vet. Nooit gedacht, want niet overdreven zoet en vet proefde ik al helemaal niet. Onschuldig droog biscuitje meer, dacht ik.
In de laboratoria wordt met proefpersonen precies uitgezocht hoeveel suiker mensen aankunnen zonder te gaan spugen, het zoeken is naar het ‘bliss point’, de maximale zoetheid die mensen, vooral ook kinderen, ertoe brengt om door te blijven eten ook als ze geen honger meer hebben. Sowieso weten al veel mensen niet meer hoe honger voelt en al helemaal niet meer wanneer ze genoeg hebben, omdat ze worden gestuurd door zin in iets en daar meer van en niet meer door de signalen die hun maag naar hun hersens stuurt. Voor de voedselproducenten en hun aandeelhouders is het prettig dat er zoveel mensen bereid zijn om producten te eten waar ze nooit helemaal bevredigd door worden, zodat ze door blijven bikken.
Zeker zijn alle alarmerende berichten over te veel suiker en te veel vet en te dikke mensen, die dan weer in de handen vallen van de dieetindustrie die er ook dik aan verdient, bij de meeste mensen wel een beetje aangekomen. Zo zullen veel moeders en vaders die boodschappen doen met hun kinderen niet alleen letten op wat hun kind lust (suiker!) maar ook of het nog een beetje gezond is. De producenten spelen hier op in door zogenaamd gezonde tussendoortjes, en doen dat onder andere door de toverwoorden muesli, yoghurt en fruit. Want dat, hebben we geleerd, is gezond.
Bij Albert Heijn kun je dus ‘fruitrepen’ kopen. ‘Geeft volop energie’, ja, want volop suiker. ‘Bevat minder dan 10% vet’, ‘Rijk gevuld met zachte stukjes fruit’. Neem de fruitreep bosvruchten. Leesbril op. Wat zit er in de 45% ‘fruitvulling’? Nou, suiker en glucosestroop – ook suiker dus – en dextrose – dat is suiker, in de koek zit behalve suiker ook nog invertsuikerstroop, suiker dus alweer, en nog wat E- nummers en aroma naast zuurteregelaars en stabilisatoren, en dan helemaal wel 15% rozijnen die ook onder fruit vallen, 3,5% appel, 3,5% cranberries en dan nog 1,5% van de bosvruchten waar de fruitreep zijn naam aan te danken heeft. In het geheel: 46% suiker en in het hele ding nog niet één procent bosvruchten. Maar gelukkig wel het aroma waardoor je bij de eerste zoete hap meteen aan bosbessen en bramen moet denken.
Dan de yoghurt fruitbiscuit, ook smaak bosvuchten, en aangeprezen met ‘Boordevol vruchten’ ‘Met een yoghurt coating’. Dat dunne laagje wit zoet spul dat eromheen zit bestaat voor 1% uit yoghurtpoeder. In de bosvruchtenvulling zit behalve suiker met verschillende namen wel helemaal 0,1% echte bosvruchten en nog 0,1% framboos. En heel veel spullen als gemodificeerd maiszetmeel, bevochtingingsmiddelen, emulgatoren, vulmiddelen, en aroma. Complete ding: 41% suiker en 13% vet. Noemen we dat nog voeding?
Suiker is met zout en vet een geweldig middel om mensen aan de snacks te krijgen – in de juiste verhoudingen en met veel reclame en wat slogans op de verpakking om ons de illusie te geven dat het niet ongezond is, zet het mensen aan om meer te kopen, meer te eten, en terug te komen voor nog meer. Suiker is vaak goedkoper dan andere ingrediënten zoals tomaten, met vet en zout kun je vieze bijsmaken verdoezelen. Dan is er de truc van zo groot mogelijke verpakkingen (Voordeel!), dan eten de consumenten nog meer. Met veel verborgen vet, want als mensen niet zien dat iets vet is eten ze gemiddeld 10% meer, en verborgen vet zorgt vooral voor het ‘mondgevoel’. Chocola die zo heerlijk smelt in je mond, kaas die lekker smeuiig is, koekjes die met hard vet knapperiger zijn en ook de kraak in de chips krijg je niet zonder vet. Halfvolle melk is wel een succes, maar kaas met minder vet wil nog niet zo, het is gewoon niet zo lekker. Maar wel weer allerlei light producten met kaassmaak, die ook alweer nauwelijks voedsel genoemd kunnen worden. En overal zit suiker in. Als je chocolademousse in een plastic bakje koopt hoeft het je niet te verbazen dat die voor een kwart uit suiker bestaan. Maar er zit ook suiker in de bietjes en de potjes rode kool, in de mayonaise en de pindakaas, in de pastasaus, in brood. In de melk, ook in de halfvolle biologische melk (4,5%). En in de tomatensoep. De laatste poging van Knorr om ons meer soep te verkopen is een literpak, waarop staat dat er per kom wel 220 gram groente in zit. Met de verborgen boodschap dat we zodoende onze gezondheid die dag al met een lepel naar binnen hebben gewerkt, en intussen lekker veel suiker hebben gegeten. Maar dat staat er nooit op: Lekker veel suiker! Zoals er op de chips nooit staat: Dit zijn de vetste en de zoutste!
De industrie doet steeds nieuwe uitvindingen. Zo werd in de VS het naar sinaasappel smakende drankje Tang heel populair, een geheel en al chemisch poedertje waarmee je zonder morsig sinaasappels uit te moeten persen een glas van iets bij het ontbijt neer kon zetten dat in ieder geval overdonderend naar sinaasappel smaakte en rook en hartstikke oranje was. Met vooral veel suiker. Tegenwoordig worden de klanten gepaaid met pakjes Tang waar een lepeltje echte sinaasappelsap aan is toegevoegd: Echt Fruit!
Uiteraard is de voedingsindustrie steeds maar op zoek naar de zoetste en goedkoopste vervangers van biet- of rietsuiker. Op dit moment is dat vooral HFCS, fructosesiroop gemaakt van mais, dat ook nog het voordeel heeft het vloeibaar is en dus makkelijk aan de frisdrank kan worden toegevoegd. De onderzoeken naar de schadelijkheid ervan zijn nog niet klaar, maar het spul is vrijgegeven. Er zijn zo’n zestig soorten suiker, inmiddels. De nieuwste loot aan de stam is suiker gemaakt van peren en druiven – van dat fruit blijft helemaal niets over na het productieproces, behalve de suiker, maar die is dus wel heel geschikt om als ‘fruit’ op het etiket te verschijnen – en zo krijg je vruchtendrankjes waar braaf op staat dat er geen suiker is ‘toegevoegd’ – geheel natuurlijk!- maar waarvan je je dan wel afvraagt hoe ze toch zo mierzoet komen. Let ook op het misleidende toegevoegde ‘Ingedikt appelsap’. Geen mens zou tien schepjes suiker in zijn thee of koffie doen, maar dat is wel wat we naar binnen krijgen met frisdranken en zogenaamde fruitsapjes. Onder het mom van Puur Natuur.
Ze weten het wel, de producenten. Maar ze verschuilen zich altijd achter de consument die niets anders wil. Er zijn vele pogingen om producten op de markt te krijgen met minder vet en minder suiker, maar ja, als de consument die vettere chips of zoetere mueslirepen van de concurrent lekkerder vindt, wat doe je dan? En dan het kostenplaatje. Albert Heijn heeft met redelijk succes een gezondere productielijn van ‘Eerlijk en puur’-producten ingezet, bedoeld voor de bewuster levende en ook meer verdienende medemens – want je betaalt wel voor je gezondheid en die van de kippen. Maar verantwoorde kipfilet kost 25,19 euro per kilo, de voordeelkip slechts 6,99 euro. Melk van puur en eerlijk kost 99 cent, Zaanse Hoeve verkoopt voor 59 cent. Wat doe je dan als je niet geweldig veel verdient?
Er is wel wat aan te doen, maar het is moeilijk. De voedselgiganten willen wel zogenaamde gezonde producten op de markt brengen als die goed genoeg verkopen, maar geen producent zal dat uit idealisme doen als de klant vervolgens naar de concurrent loopt. Kraft is bijna failliet gegaan aan gezonde producten die mensen gewoon niet lekker genoeg vonden. De illusie van gezondheid verkoopt beter dan werkelijk gezond voedsel. Want kijk bij de supermarkt naar het enige voedsel dat niet bewerkt is, de verse groentes, de pakken gewone rijst waar alleen rijst in zit, die staan daar stil zonder schreeuwende slogans, en de winstmarge is klein. In de VS zijn ook stevige discussies gaande of je kinderen bloot moet stellen aan reclame voor ontbijtgranen die meer onder de noemer ‘snoep’ zouden moeten vallen dan onder ‘voeding’, bij het ontbijt al een overdosis suiker – prettiger ‘honing’ genoemd, plus chocola en caramel. Een beetje tellen leverde op dat kinderen bestookt worden met reclame voor ontbijt met veel suiker, voor snoep en kauwgum, voor koekjes en crackers, fruitdrankjes, cake, en toetjes – enige duizenden keren zo vaak als de zeldzame reclame voor producten zonder suiker. Op appels en worteltjes zit geen winst. Ouders wordt wijsgemaakt dat al die yoghurttoetjes met fruitsmaakjes gezond zijn, en dat de kinderen flauwvallen zonder pauzekoeken en energierepen mee naar school. Het is heel eenvoudig voor de voedselindustrie om je dan achter de verantwoordelijkheid van de ouders te verschuilen. Tenslotte beslissen die wat hun kinderen eten, toch? Het enige dat zou helpen is dat de overheid grenzen stelt aan wat mag, zodat de gehele voedselindustrie zich daaraan houden moet, maar de weerstanden daartegen zijn enorm. Zie hoe de tabaksindustrie terugvecht, zie hoe moeilijk het is om alleen al de grootste uitwassen aan de manier waarop er met dieren om wordt gegaan aan banden te leggen. En hoeveel politieke moeite om de plofkip een heel klein beetje minder plof te maken.
Ik zei het al eerder: wat we eten is niet alleen een persoonlijke zaak, het is ook een politieke issue. Voorlopig kun je er, met tijd, studie, je verstand erbij houden, de motivatie hebben, er genoeg voor kunnen betalen een boel doen aan je individuele gezondheid en enige invloed hebben op de mensen om je heen. Je kinderen bijvoorbeeld. Tegelijk is het duidelijk dat het je niet makkelijk gemaakt zal worden, het is alsof de gehele omgeving je tegen zal werken als je probeert je kinderen gezond te houden.
We zullen het er nog eens over hebben wat er werkelijk nodig is: een integrale politieke visie die de verschillende issues met elkaar verbindt: onze gezondheid, hoe ongelijk die verdeeld is, het dierenwelzijn, het milieu, de verhouding tussen arm en rijk ook wereldwijd, de macht van de grote producenten en de boeren die verdwijnen. Het is politiek, ook als het gaat om ons allerindividueelste leven.
Toegift: wat planteneten mij opleverde. Hier.