Het Israëlische leger ziet voortaan af van het gebruik van witte fosfor. Reden: de wereldwijde kritiek, vooral na de aanval op Gaza in 2008/9, en dat vooral door de foto’s die werden verspreid. Witte fosfor fotografeert niet goed, zei een woordvoerder.
Dat wil zeggen: aanvallen met witte fosfor zijn nu juist te fotogeniek. Aan de uitwaaierende witte strepen kon je zonder onderzoek al zien dat het niet om gewone bommen ging.
De grap is dat de woordvoerders bij hoog en bij laag beweerden dat er géén witte fosfor werd gebruikt. Toen dat niet meer te ontkennen was, beweerden ze dat ze die fosfor alleen gebruikten in ‘open veld’ (daar moet je met een bevolking van meer dan anderhalf miljoen mensen op een gebied van twee keer Texel wel naar zoeken, want veel open veld waar je fosfor op kan gooien is er echt niet meer en waarom zou je?) en niet op de bevolkte gebieden. Dat logen ze ook.
Toen ook die leugen werd ontmaskerd, beweerden ze dat ze die fosfor alleen gebruikten als rookgordijn, en als dat fout was, dan gingen ze daar een diepgaand onderzoek aan wijden. Wat natuurlijk ook niet gebeurde.
(Ghada Abu Halima, 21 jaar, gewond door witte fosfor, overleed later aan haar verwondingen)
De werkelijkheid is dat witte fosfor een meer dan smerig wapen is, juist omdat het veel slachtoffers maakt onder de burgerbevolking. Er vliegen huizen door in brand, het is niet met water te blussen, en het maakt gruwelijke brandwonden omdat het door blijft smeulen tot op het bot. In ziekenhuizen konden ze er niets tegen beginnen behalve amputeren. Twaalf mensen in Gaza stierven eraan, onder wie drie vrouwen en zes kinderen. En tientallen mensen werden er zwaar door verwond en blijven verminkt.
Maar Israël heeft een geavanceerde wapenindustrie. Gaza is wel vaker gebruikt als laboratorium om nieuwe wapens op uit te proberen. Wapens die vooral niet te fotogenieke resultaten op gaan leveren, want dat kunnen we niet hebben.
(Bron hier, waarin ook een link naar het grondige rapport van Human Rights Watch.)