Het is goed dat ik het klassieke werk van Edward Said weer eens lees, Oriëntalisme, uit 1978. Said, als Palestijnse Amerikaan die zich oorspronkelijk vooral bezighield met literatuur, beschreef daarin de recente geschiedenis van de westerse blik op ‘het oosten’. Die blik wordt onder andere gekenmerkt door alles wat ‘Arabisch’ is te zien als achterlijk, en/of exotisch. We nemen waar: woeste, maar woest aantrekkelijke mannen en onderworpen, maar zwoele vrouwen. Liefst gesluierd, maar verder zo bloot mogelijk afgebeeld.
Het boek van Said zou steeds opnieuw herschreven kunnen worden met actuele voorbeelden, want ook in Nederland kunnen we er wat van om alles wat met islam te maken heeft af te doen als vrouwvijandig en aartsconservatief. Eindeloos dezelfde stereotypen in een actueel jasje. Nu kunnen we zelfs mensen die zich links en/of feministisch noemen over moslimvrouwen horen praten alsof die nog niet in staat zouden zijn om zelf het woord te voeren en zitten te wachten op onze westerse hulp om eindelijk hun hoofddoek eens af te slingeren en te gaan genieten van onze vrijheid.
En nu doet Elsbeth Etty, literair redacteur bij NRC, opnieuw een oriëntalistische duit in het zakje in het laatste nummer van Opzij.
In vroegere boeken en artikelen had ik het er vaak over dat we in het westen zitten met een literatuur waarin nauwelijks plaats is voor vrouwen die in opstand komen tegen het patriarchale keurslijf zonder daarvoor ook door hun auteur bestraft te worden. Bekende voorbeelden die Etty nu ook noemt, op zoek naar haar ‘heldinnen’ in de romans, zijn Emma Bovary, bedacht door Gustave Flaubert, en Anna Karenina, van Tolstoi. In de fantasie van mannelijke auteurs uit vorige eeuwen is een autonoom leven voor vrouwen haast automatisch hetzelfde als overspel, andere avonturen waren er voor vrouwen niet te beleven, en aangezien de fantasie tekortschiet hoe zo’n leven dan verder af zou moeten lopen, plegen de vrouwen zelfmoord nadat ze voor hun hartstochten gezwicht en dus ‘geruïneerd’ zijn.
Het zegt dus vooral wat over onze geweldige verlichte westerse cultuur, met onze vooruitstrevende gedachten over de gelijkwaardigheid van vrouwen, dat er in de periode voor het feminisme héél erg weinig vrouwelijke romanpersonages te vinden waren die voor hun vrijheid kozen en dat ook nog na konden vertellen. Toch is dit wat Etty beweert:
‘Voor mij blijft Emma – gek genoeg voorgesteld als een onnozel gansje – een lichtend voorbeeld van iemand die, tegen de verdrukking in, het heft in eigen handen durft te nemen.’
Okee. Kan. Zelfmoord als het heft in eigen handen nemen. Zeker omdat we niet zoveel keuze hebben qua literatuur – ik heb Madame Bovary en Anna Karenina ook in de kast staan en met genoegen gelezen. Heldinnen vooral dus bij gebrek aan beter. Maar dan zegt Etty:
‘Zouden er ook Emma’s in het Arabisch, Perzisch of Turks bestaan? Hoog tijd dat de islamitische vrouwen zich eens laten wakker schudden door dit dolgedraaide doktersvrouwtje.’
Wie verzint het.
Nog afgezien van de vraag of overspel en zelfmoord de beste voorbeelden zijn van vrouwelijke autonomie, waar haalt Etty het in godsnaam vandaan dat er in het ‘oosterse’ gebied, in al die eeuwen, alleen maar onderdrukte vrouwtjes hebben gezeten die er op wachtten door ons westerlingen ‘wakker geschud’ te worden? Waar was Etty al die tijd?
Ik heb een plank met boeken over vrouwenemancipatie in al die landen, vol met historische voorbeelden van vrouwelijke pioniers in Indonesie, Egypte, waar niet? En dat zijn alleen nog de boeken in een voor mij toegankelijke taal. Maar ook voor Nederlands lezende mensen zouden de namen bekend moeten zijn van Fatima Mernissi, Nawal al-Saadawi, maar ook iemand als Shirin Ebadi, gewoon vertaald en ook hier veel gelezen. En ik schrijf al jaren over al die islamitische vrouwen die het voortouw nemen in de emancipatie van vrouwen binnen de islam: Margot Badran, Amina Wadud, Leila Ahmed, Lila Abu-Lughod, Asma Barlas, en als ik nog even terug zou bladeren op mijn eigen weblog, nog veel meer. En de islamitische mannen die opkomen voor seksegelijkheid, als Abdulwahid van Bommel en Nasr Abu Zayd. Ook gewoon op de planken in de Nederlandse boekhandels.
Wie beweert dat islamitische vrouwen zitten te wachten tot ze door het voorbeeld van een dolgedraaid westers doktersvrouwtje worden wakker geschud is niet alleen zomaar onnozel, het is een gecultiveerde onnozelheid die je rustig neokolonialistisch kunt noemen. En het is de redactie van Opzij kennelijk niet opgevallen, of ze vonden dat dit wel moest kunnen.
Ik zal één voorbeeld geven van een Arabisch/Perzische heldin die we allemaal kennen, omdat die allang in de westerse cultuur is opgenomen. En dat is Perzische Sheherazade, uit Duizend-en-één-Nacht. Sheherazade betovert de koning, die na bedrogen te zijn door zijn vrouw alle vrouwen zo haat dat hij elke nacht een nieuw meisje laat komen dat hij – na consummatie – de volgende ochtend laat onthoofden. Niet alleen een ramp voor de vrouwen, maar voor het hele land, de vrouwen raken op, huwbare dochters zijn er bijna niet meer, families worden ontwricht. En dan is het Sheherazade, een ontwikkelde jonge vrouw die het op zich neemt om de vrouwen – en het land – te redden door ervoor te zorgen dat ze de koning zo om haar vinger wikkelt met haar verhalen dat hij niet alleen besluit om haar te laten leven en met haar te trouwen, maar ook alle andere vrouwen vergeeft.
Lees daarover Fatima Mernissi in De Europese Harem, (in het Engels Sheharazade goes West) die erop wijst dat deze vrouw effectief in opstand komt niet door het inzetten van seks, maar door haar intellect.’Zeer waarschijnlijk hield ze haar kleren gewoon aan’ schrijft Mernissi, die het te doen heeft met ons westerse vrouwen, voor wie de cultuur voorschrijft dat erotiek en intelligentie (bij vrouwen) tegenstrijdig zijn. Wil je als vrouw aantrekkelijk worden gevonden, verberg je intelligentie dan maar een beetje, want die is bedreigend. Kijk naar wat er in het westen doorgaat voor sexy. Dat is meestal tegelijk ook voornamelijk onnozel.
Na al die nachtelijke verhalen zegt de koning: ‘O Sheharazade, je hebt me aan mijn koninklijke macht doen twijfelen en gemaakt dat ik mijn gewelddadigheid tegen vrouwen en het doden van jonge meisjes betreur.’ Dwars op alle westerse stereotypen over de zwoele, onderdanige ‘haremvrouwen’ die we zien in de westerse illustraties bij Duizend-en-één-nacht is het haar intelligentie waarmee ze de machtigste man in het koninkrijk heeft veroverd en heeft bevrijd van zijn vrouwenhaat en gewelddadigheid.
De sprookjes van Duizend-en-één-nacht waren al heel lang ook in Europa bekend. In de landen van herkomst waren ze zo subversief dat ze aanvankelijk niet werden opgeschreven of gedrukt. Tot in 1814 in India de eerste versie in het Arabisch werd uitgegeven, en in 1834 in Cairo. In Nederland werd de laatste serieuze vertaling uit het Arabisch gepubliceerd in 2006 bij Bulaaq.
Hoezo moeten de westerse Emma’s de islamitische vrouwen wakker schudden, zou het niet eens tijd worden dat juffrouw Etty ontwaakt uit haar oriëntalistische vooroordelen en eindelijk eens kennis gaat nemen van wat ze gewoon bij de boekhandel om de hoek al had kunnen vinden?