Ik schreef dit stuk in 2007. Het was een herhaling van wat ik schreef in 2004, en dat was een samenvatting van wat ik schreef in een boek in 1997 (Chodorow en verder) en dat was een weergave van lezingen en lessen die ik al vele jaren gaf. Ik beloof over een jaar of wat weer een frisse nieuwe versie van hetzelfde.
Deja vu
Ik was niet zo’n goede moeder, maar ik zou een geweldige vader zijn geweest. Die uitspraak deed ik, ruim dertig jaar geleden. Ik werkte voor het brood op de plank, studeerde tegelijk voor de toekomst (ik had mijn school niet afgemaakt) en voedde tegelijk in mijn eentje een kind op. Was ik een man geweest die dat zo had gedaan, dan waren de hulpverleners toegesneld, en was ik zeer geprezen. Maar ik was een vrouw, en dus deed ik het als moeder niet zo best, vonden ze.
Vond ik zelf ook wel, hoor, ik had mijn zoontje een betere start in het leven gegund, met twee in plaats van maar een persoon (m/v) om zich aan te hechten, en met werken plus studeren had ik te weinig aandacht. Maar van schuldgevoel was niet veel sprake, dat was een luxe die ik me niet kon permitteren, want een andere keuze was er niet. De bijstand bestond nog niet, studiebeurzen voor studenten met kinderen waren er niet, opvang voor ongehuwde moeders was niet voor mij, want ik was getrouwd geweest, alimentatie kreeg ik niet en ww ook niet want ik had nog niet gewerkt. Nou, daar hebben kind en ik ons doorheen geslagen. En het is met ons beiden nog redelijk goed gekomen.
Dat was dus veertig jaar geleden, toen de vrouwen beweging nog moest komen. Nu hebben vrouwen meer keuze dan toen. Daar denk ik aan als ik weer eens een nieuw golfje discussie over de emancipatie van vrouwen meemaak, en er weer eens iemand de ‘derde golf’ uitroept. Zo om de paar jaar. Waarna je er vervolgens heel weinig meer over hoort.
Nu is het Andreas Kinneging, de conservatieve man, versus Heleen Mees, de nieuwe feministe. Het is met enige tegenzin dat ik me weer te paard hijs, want ik hoor helemaal niets nieuws.
Kinneging wil gewoon weer terug naar het klassieke gezin. Vader moeder en de kinderen. En een betaalde baan staat haaks op de kinderopvoeding, dus moet er maar een van de beide partners niet werken en thuis blijven. Drie keer rara wie dat in de meeste gevallen zou zijn. Ik gok op mevrouw Kinneging en niet op meneer Kinneging.
En dan heb je Heleen Mees die zich afzet tegen ‘deeltijdfeministen’, want feminisme, dat is voor haar een carrière, en niet een halve. Hoogopgeleide vrouwen zijn daartoe verplicht, vindt ze, want dat draagt bij aan de economie van het land. En dan moeten de vrouwen die een minder hoge opleiding hebben maar klaar staan voor het huishoudelijk werk en voor de kinderen. Je hebt dus eigenlijk drie seksen: mannen, vrouwen en werksters. En over de emancipatie van de werksters hebben we het maar even niet. Die mogen blij zijn dat ze betaald worden voor het werk waar de carrièrevrouwen die bezig zijn om de miljarden voor de staatskas te verdienen even geen tijd voor hebben.
Kinneging biedt vrouwen dus maar één perspectief, als ze tenminste ook kinderen willen hebben, en dat is terug naar het aanrecht. Want de groep vrouwen die een man zal vinden die bereid is om thuis te blijven is miniem. En Mees biedt vrouwen ook maar één perspectief, als ze tenminste hoogopgeleid zijn, en dat is meer werken en de rest aan anderen overlaten. Ik denk dat er weinig vrouwen te vinden zullen zijn die zich in een van die twee perspectieven zullen schikken. En ik dacht dat we al verder waren. We hebben, als vrouwen, anders dan ik destijds die geen keuze had, in principe de keuze tussen drie modellen.
Wordt vervolgd, hier..