Ik had het er gisteravond nog over met een stel vriendinnen: dat er zo’n kloof is tussen medici en erkende wetenschappers die zich bezighouden met ziekte, en de ‘alternatieve’ hoek die zich bezighoudt met gezondheid, vooral de invloed van voeding. Ik zei het al: ik ben een enorm succesnummer, die alle medicijnen vanwege cholesterol, maagzuur en diabetes weg kon doen nadat ik mijn leefstijl drastisch heb veranderd. Maar niet dankij mijn overigens zeer gewaardeerde huisarts – allemaal zelf uitgevonden en uitgezocht en uitgeprobeerd. Dat wil zeggen: uitgevonden door mensen die buiten de mainstream niet erkend worden. En het is niet zo eenvoudig om tussen alle onzin die er ook is eruit te vissen wat echt is, je bent daar wel even mee bezig.
Ivan Wolffers, die niet alleen zelf arts is maar ook kankerpatiënt, is een van de weinige ‘intermediairs’ tussen die twee werelden – hij heeft er belang bij – vooral als patiënt – om te weten wat hij nog meer kan doen dan medicijnen slikken en zich laten behandelen.
In zijn laatste stuk van zijn prostaatkankerblog schrijft hij:
“Hoongelach van de bio-biologen is echter ons deel. Het is een medische cultuur die je ontmoedigt en stimuleert lekker in je stoel te gaan zitten, rustig je einde af te wachten. Meer bewegen om de kanker uit je schaduw weg te rennen? Wat is daar nou aan degelijk bewijs voor? Gezonder eten? Ha ha ha, wij verkopen evidence-based medicine en niet het advies van plantenliefhebbers die het liefst de hele dag groene thee drinken.”
En nu is er in de Lancet, een erkend medisch tijdschrift, een artikel verschenen dat leefstijl wel degelijk uitmaakt. Lees maar bij Ivan. Hier.