Gisteren in De Balie een voorstelling van Combatants for Peace, een gemengde Israëlisch-Palestijnse groep, wat op zich al bijzonder is, met een vorm van participatie-theater. Het was een indrukwekkende voorstelling.
Ik ben niet zo van de vele dialoog-projectjes die zo graag door westerse organisaties worden opgezet en gesubsidieerd – het is vaak een lieve maar gemakzuchtige manier om betrokkenheid te tonen zonder stelling te hoeven nemen, en het werkt niet wanneer dat alles is: de beide ‘partijen’ begrip voor elkaar bijbrengen door ze fijn met elkaar te laten praten. Waarna de Israeli’s weer naar huis gaan en daar een goed gevoel aan over gehouden hebben en de Palestijnen weer terug kunnen naar hun bezetting.
Combatants for Peace is anders. Ze zijn tegen de bezetting, Palestijnen zowel als Israëli’s, en zetten zich op hun manier in, met demonstratieve voorstellingen om het publiek uit te lokken. Gisteren speelden ze ook een ruzie zoals ze die onder elkaar wel eens hebben: zegt een Palestijn: ik wil dat ze Israël gaan boycotten, zegt een Israëli, daarvoor waren we hier niet. Pas gaandeweg merk je dat de ruzie niet echt is maar gespeeld. Die ruzie is wel echt, zegt de regisseur, maar nog eens gespeeld.
Indrukwekkend zijn altijd weer de authentieke verhalen. Een jonge Israëlische vrouw vertelt hoe zij tot een moment kwam dat ze dacht: ik moet nu nee zeggen. Tegen het Israëlische leger waar ze haar dienstplicht al vervuld had. Met haar o zo linkse vader kan ze er niet over praten. Ze veegt de tranen weg als ze het vertelt. En dan die jonge Palestijn, die getrouwd is en vier kinderen heeft, maar niet met zijn vrouw mag samenwonen want zij woont in Israël en hij op de Westoever. Broer dood, neef dood, hij de gevangenis in. En toch vinden dat het moet met geweldloos verzet. Ja, zegt hij op mijn vraag, op straat wordt hij wel eens aangesproken als verrader, omdat hij met Israëli’s samenwerkt. Toch ziet hij geen andere weg.
Intussen is het een hele klus om de groep bij elkaar te krijgen, en moeten ze zorgvuldig kijken waar ze spelen, want sommige van de Palestijnen kunnen Israël niet in, en Israëli’s mogen niet naar sommige delen van de Westoever. Mensen van Gaza zijn er sowieso niet bij. En ze moesten met een Nederlands visum via Jordanie reizen om naar Nederland te komen. Ik vraag me af waarom wij, Palestijnen, van Nederland een visum nodig hebben en de Israëli’s niet, zegt de jonge man.
Het is omdat ze allemaal de vrijblijvendheid ver voorbij zijn, en werkelijk hun nek uitsteken, dat ze zo overtuigend overkomen. De voorstelling was georganiseerd door Gate 48, een groep van kritische Israëli’s in Nederland, en door Theaterwerkplaats Formaat.
Hier hun website.
En nog een filmpje.