Destijds was ik niet zo onder de indruk van dit lied waarvan de tekst van Joke Smit was: ‘Er is een land waar vrouwen willen wonen’. Ik vond het wel erg lief, weinig radicaal, utopisch, zo braaf sociaal-democratisch. Joke Smit was zo iemand die geloofde dat het nog helemaal goed kon komen tussen vrouwen en mannen, en ook tussen vrouwen onderling. Want uiteraard was er nooit maar één soort feminisme, er waren er vele, ook toen al.
Zij dacht steeds maar dat al die verschillende vrouwen een eenheid moesten vormen, met z’n allen achter één doel. Dat symboliseerde ze ook in haar wens dat haar kist gedragen zou worden door vrouwen van verschillende stromingen en partijen. Omdat ze ook iemand was die alles tot in de puntjes geregeld wilde hebben kreeg een aantal van die vrouwen, ik was er een, een dringende uitnodiging om nog voor ze dood zou zijn – het ging nog maar een paar dagen duren – onze bereidheid aan haar te laten weten om haar gezamenlijk in haar kist naar haar graf te dragen. Ik zei ja. Anneke van Baalen, weet ik nog, die van de radicale feministen, zei nee. Die had niet alleen een ernstige hekel aan mannen, maar ook aan alle vrouwen die niet dachten zoals zij.
Pas bij een bijeenkomst van Tenk over feminisme en links, kwam die tekst van Joke Smit weer boven tafel. Lees eens: het derde couplet, over mannen, is zo interessant omdat Smit toen al zag wat ons ‘gendersysteem’ ook mannen kost, en hoe ze nadacht over mannen als bondgenoten. Maar ook haar laatste couplet leest in deze tijden als helderziend: tijden waarin jongeren worden genegeerd, zwakken geen respect krijgen, vreemdelingen worden gekleineerd, waar mensen ten onder gaan en saamhorigheid ver te zoeken is. Ik lees het nu als een programma waarin de belangrijkste elementen van waar we heen willen in zijn verweven, waarin het niet alleen gaat over vrouwen, een utopia dat haalbaar is.
Hier de tekst:
Er is een land waar vrouwen willen wonen
(liedtekst Joke Smit, 1981; muziek Ruud Bos)
Er is een land waar vrouwen willen wonen
Waar vrouw-zijn niet betekent: tweederangs en bang en klein
Waar vrouwen niet om mannen concurreren
Maar zusters en gelieven kunnen zijn
Waar rimpels niet de eenzaamheid voorspellen
Maar paspoort zijn naar wijsheid, aanzien, ’s werelds raadsvrouw zijn
Waar jonge vrouwen dus een leven voorbereiden
Waarin zij veertig, zestig, tachtig zullen zijn
Er is een land waar vrouwen willen wonen
Waar onrecht niet als een natuurgegeven wordt beschouwd
Waar dienstbaarheid niet toevalt aan één sekse
En niet vanzelf een man de leiding houdt
Waar moeder niet hetzelfde is als huisvrouw
Waar steeds opnieuw wordt nagegaan wie zwak zijn en wie sterk
Waar allen zorgen voor wie hulp behoeven
En ’t brood verdienen met maar vijf uur werk
Er is een land waar mannen willen wonen
Waar jongens van de plicht tot flink en stoer doen zijn bevrijd
Waar niemand wint ten koste van een ander
En man-zijn ook betekent: zorgzaamheid
Waar angst en rouw niet weggemoffeld worden
Waar mannen zonder baan niet denken dat ze minder zijn
Waar vrouw en man elkaar niet hoeven haten
Maar eindelijk bondgenoten kunnen zijn
Er is een land waar mensen willen wonen
Waar jong zijn niet betekent dat je steeds wordt genegeerd
Waar zwakken met respect benaderd worden
En vreemdelingen niet meer gekleineerd
Waarin geweld door niemand meer geduld wordt
Waar allen kunnen troosten als een mens ten onder gaat
Dat is het land waar mensen willen wonen
Het land waar de saamhorigheid bestaat
Het lied werd vaak (en ook hierboven) gezongen door Cobi Schreijer, de volkszangeres van de vrouwenbeweging.
Meer over hoe ik dacht over Joke Smit, hier