Schijnbaar onschuldige racisme zit soms of misschien wel vaak in kleine dingen

Nu er hele volksstammen zijn die geen idee blijken te hebben over wat ze onder racisme moeten verstaan, een bescheiden bijdrage van Hans Goslinga in Trouw. In het gewone, alledaagse dus meestal nauwelijks bewuste racisme zit ook een vanzelfsprekende houding verborgen dat de blanke kijk op de geschiedenis de enige echte en ware is, en ‘we’ ons niet bezig hoeven te houden met het gegeven dat we in dit land samenleven met mensen die een andere geschiedenis hebben, en dus een andere kijk op sommige zaken. Maken we daar ruimte voor? Veel Nederlanders vinden dat niet nodig. Of hebben, erger, het gevoel dat hen wat wordt afgepakt door ‘die anderen’. Hoezo moeten ‘wij’ ons aanpassen? Laten ‘zij’ dat maar doen.

Goslinga:

Tijdens mijn militaire dienst deelde ik enige tijd een kamer met een Antilliaan, die vertelde dat na zijn aankomst hier de onderwijzer van zijn nieuwe school had gevraagd waarom er nog altijd geen dijk lag tussen Willemstad en Paramaribo. De man wist niet dat de afstand tussen die steden ruim 1600 kilometer was. Terwijl híj op school in Curaçao had geleerd dat de Rijn bij Lobith ons land binnenstroomt.

Het verhaal onderstreepte voor mij naderhand de waarneming van minister van buitenlandse zaken Hans van Mierlo, dat Nederland tegenover de West altijd onverschillig is geweest. Anders dan tegenover de Oost, waar ‘iets groots werd verricht’. Maar veel Surinamers en Antillianen wonen nu hier en eisen na enige decennia een volwaardige plaats in deze samenleving op. Dat houdt als vanzelf ook ruimte in voor hun kijk op de geschiedenis en de gevoeligheden die daaruit zijn ontstaan.

Om over na te denken: lees Goslinga. Hier