Racisme voor beginners: over verschillen in de beweging en eenheid.
Al lang geleden, in de tijd dat de vrouwenbeweging begon en ik al links was, en ook anti-racistisch (ik was toen lid van het solidariteitscomité met de Black Panther Party) ben ik vaak opgebotst tegen de tegenstellingen binnen bewegingen die er mee te maken had dat ze bijna allemaal geheel gericht waren op één zaak. Het ging over zwart, het ging over homo’s, het ging over vrouwen of het ging over de klassenstrijd.
Links had heel weinig oog voor de positie van vrouwen en voor racisme, en deed ook niet aan homo’s. Als je daarover begon werd dat meestal gezien als aandacht voor een bijzaak, of een poging om de zaak af te leiden van het werkelijke doel, en dat was de klassenstrijd. Daar werden alle andere tegenstellingen aan ondergeschikt gemaakt. Feminisme was dus onzin, vonden de nogal dogmatische socialisten en marxisten destijds, want je had twee soorten vrouwen: mevrouw Philips en haar werkster, zeg maar. Dus om nou te denken dat het zin had om een beweging te beginnen waarin mevrouw Philips en haar werkster gezellig samen in hun praatgroep zouden kunnen klagen over hun mannen vonden ze kletskoek. Mevrouw Philips maakte samen met meneer Philips deel uit van de uitbuitende klasse, en mevrouw Pieterse, de werkster, deed er beter aan om achter meneer Pieterse te staan, als goede meid die een parel is in de klassenstrijd. Niet zoveel later hebben de meeste linkse partijen en groepen de bocht wel genomen, deels omdat er teveel vrouwen wegliepen, deels omdat het langzamerhand wel duidelijk was dat seksisme zich niet liet herleiden tot de klassenstrijd alleen, en dat de kameraden ook wel moesten toegeven, als ze eerlijk waren, dat ook zij vrouwen teveel behandelden als personeel die voor de koffie mocht zorgen.
Barsten in de beweging
Binnen de vrouwenbeweging vond eenzelfde strijd plaats, maar dan in spiegelbeeld. Het eerste, euforische ‘wij vrouwen’ vertoonde binnen een jaar al de eerste barsten. Ik herinner me nog dat ik op een van de eerste vrouwencongressen een verkeerde werkgroep binnenstapte en daar de vrouwen hoorde praten over de problemen met hun werksters, en tja, die werksters waren er niet bij hoewel dat net zo goed vrouwen waren. Dat klopte dus niet. Ook kwamen zwarte vrouwen heel terecht met kritiek aanzetten: witte vrouwen kunnen niet namens ons spreken, ze kunnen niet weten wat het betekent om tegelijk tegen racisme en seksisme te moeten vechten en wij laten ons niet dwingen om te kiezen. Het moet alletwee, en dus moet een vrouwenbeweging die de pretentie heeft om er voor alle vrouwen te zijn en niet bij voorbaat een hele groep uit te sluiten zich ook luid en duidelijk opstellen tegen racisme, in theorie en in praktijk. En dan had je de lesbische vrouwen, die wel bereid waren geweest als eersten de Bloemenhovekliniek te bezetten om abortus te liberaliseren hoewel ze zelf niet verwachtten daar ooit als klant heen te moeten, maar vervolgens werden genegeerd door hun overwegend heteroseksuele zusters. Dus leerde ik nog wat bij: het ging niet alleen om seksisme, het ging ook om heteroseksisme. Het is nooit makkelijk geworden, maar het is voor mij duidelijk geworden dat je vrouwen niet zomaar kunt zien als één groep, maar eerder als optelsom van vele groepen en individuen met verschillende geschiedenissen en verschillende doelen in hun leven. Dit was de les: er is niet één weg voorwaarts die van alle vrouwen tegelijkertijd dezelfde stap vooruit vragen.
Dat werd opnieuw actueel toen het in Nederland ging om moslimvrouwen die door rechts werden weggezet als achterlijk, met het voor mij beschamende dieptepunt toen de redactie van het feministische blad Opzij had bedacht dat er geen vrouwen met hoofddoeken hoefden te solliciteren bij de redactie. Mijn les, dat je ook binnen de vrouwenbeweging rekening zult moeten houden met andere scheidslijnen dan alleen die van sekse, dat feminisme een inclusief feminisme hoort te zijn, was door andere feministes kennelijk niet geleerd.
Ik heb vanuit de verte waargenomen hoe de civil rights movement in de VS, en alle black liberation groepen ernstig verzwakt werden door de dominantie van mannen, waaronder ook mannen die zwarte bevrijding opvatten als het herwinnen van hun mannelijkheid, ten koste van homo’s en vrouwen. Er hebben heel wat zwarte vrouwen hun nek uit moeten steken: Alice Walker, bell hooks, Audre Lorde, om dat aan de orde te stellen, en het is nooit helemaal goed gekomen. En zo is seksisme een van de belangrijkste interne vijanden van een zwarte beweging geworden.
Zo heeft elke beweging de neiging om alleen de eigen hoofdlijn te zien en andere verschillen te negeren als onbelangrijk. Binnen de homobeweging was weinig belangstelling voor wie er zwart waren, binnen de zwarte groepen was er weinig belangstelling voor wie er homo of lesbisch waren, want er toe leidde dat je als je zwart én homo was jezelf op moest splitsen en een deel van jezelf verloochenen, of maar je eigen groep beginnen. De vijand zat niet alleen maar daarbuiten, maar ook in de eigen gelederen,er moest nog veel bijgeleerd worden – bijvoorbeeld dat je aan de ene kant wel reuze progressief kunt zijn, maar misschien toch de neiging hebt om mensen in rolstoelen over het hoofd te zien, of om neer te kijken op ouderen.
Eigen beweging eerst
Dit is het punt: een beweging die streeft naar eenheid, en dat denkt te kunnen doen door andere scheidslijnen dan die waar de beweging in de eerste plaats over gaat te negeren, schept geen eenheid, maar schept verdeeldheid. Mensen dwingen een deel van hun identiteit, van wat ze ZIJN, te moeten verloochenen om er bij te kunnen horen, geeft ruzie, geeft teleurstelling, geeft mensen die kwaad af zullen haken omdat ze alweer niet mogen zijn wie ze zijn. Geeft dus versplintering.
Dit is dus een advies: als je zelf hetero bent, ga er niet te snel van uit dat mensen die homo, lesbo, bi of transgender zijn overdrijven als ze willen dat er in hun beweging rekening met ze wordt gehouden. Als je zelf een reuze progressieve linksert bent maar man en wit, ga er niet te snel van uit dat vrouwen niet weten waar ze het over hebben en al die lui die wat hebben tegen zwarte piet overdrijven. En als je zwart bent en hetero, ga er niet te snel van uit dat het idee dat homoseksualiteit een afwijking is, gewoon een ‘mening’ is die niet af mag leiden van de werkelijke strijd. Juist wij die als vrouw, als zwarte, als homo zo goed weten wat uitsluitingsmechanismen zijn zouden waakzaam moeten zijn dat we op onze beurt niet weer hetzelfde doen met andere mensen.
Dit is het dilemma, en een moeilijke opdracht: wil je intern de eenheid in je beweging bewaren, dan moet je verschil accepteren, en ook binnen je eigen beweging luisteren naar de mensen die ‘anders’ zijn. Niemand is alleen zwart, of alleen vrouw, of alleen homo. Dwing mensen niet om maar één eendimensionaal deel van zichzelf te mogen zijn, om mee te kunnen doen. Want daarbij verliezen niet alleen die mensen een plek, maar de gehele beweging verliest erbij en versplintert.