In De Nieuwe Liefde opnieuw een zondagmiddag gewijd aan de vreemdelingen en vluchtelingen, de asielzoekers en uitgeprocedeerde en illegaal gemaakte mensen. Het begon zes jaar geleden, nog in De Rode Hoed met het Messiaans Beraad,uit pure verontwaardiging over de manier waarop wij in Nederland met de meest weerloze mensen omgaan, en gaat, onder de geweldige leiding van Geeske Hovingh – bijgestaan door Els van Driel – door tot het niet meer nodig is. En dat zal nog wel even duren.
Het waardevolle van de bijeenkomsten is niet alleen dat we opnieuw constateren dat het nog steeds heel erg is, met mensen die op straat staan, nergens heen kunnen, als criminelen worden behandeld, gezinnen die uit elkaar worden gehaald, en steeds weer opnieuw een ziekmakende onzekerheid en dreiging van uitzetting en gevangenis, maar dat er elke keer een onderwerp bij de kop wordt gepakt om concreet te maken wat er veranderen moet. Het knappe daarbij is dat het elke keer lukt om niet alleen de mensen zelf, over wie het gaat aan het woord te laten, en hun bondgenoten – professionele en vrijwilligers, maar ook de deskundigen aan het woord te laten, en soms ook diegenen die medeverantwoordelijk zijn voor het beleid: politici, ambtenaren, IND.
Dit keer ging het over de asieladvocaten. Die hebben een moeilijke taak. Het vreemdelingenrecht is lastig. De regels veranderen vaak, je moet de jurisprudentie bijhouden, je werkt met onmondige cliënten die niet weten wat ze kunnen en mogen verwachten, en of ze je kunnen vertrouwen. Eigenlijk, werd er op deze middag opnieuw geconstateerd, is het vreemdelingenrecht een vak op zich, je moet, bijvoorbeeld, ook nog heel goed op de hoogte zijn van het land van herkomst en de reële mogelijkheden dat iemand terug kan keren. Omdat het over het algemeen slecht betaald wordt, en een gewetensvolle advocaat het werk zelden kan doen in de tijd die er voor staat, zijn er ook advocaten die het doen naast hun andere, beter betaalde werk. Maar eigenlijk kun je het er niet naast doen. Wie er haar of zijn vak van maakt om asielzoekers bij te staan moet rekenen op een karig bestaan, vergeleken bij andere advocaten. Een belangrijke asielzoekersadocate zegt vijftien uur per client bezig te zijn om het redelijk goed te doen, in plaats van de acht uur die er voor staat, en blij te zijn dat ze een lage huur heeft. Het is voor een asieladvocaat ook emotioneel zwaar. Je verliest vaak, je hebt te maken met wanhopige mensen. Ik ken een advocate die zegt: ‘elke keer als de telefoon gaat dan schrik ik omdat ik weet dat er mensen op punt staan uit pure wanhoop een eind aan hun leven te maken’. En dat dat gebeurt, dat weten we. En als je meemaakt dat mensen verliezen, dan maak je mee dat ze of de illegaliteit induiken, of terug gaan naar een hele akelige situatie die ze niet voor niets zijn ontvlucht.
Er zijn ook malafide advocaten, die hoge voorschotten vragen, en hun werk niet goed doen. Het punt is dat de client niet de mogelijkheden heeft om goed te weten wat normaal is, het enige criterium dat voor hen vaak geldt is: krijg ik een verblijfsvergunning of niet. En sommigen denken dat dure advocaten beter zijn dan minder dure. Behalve dat is een asielzoeker zelden in een positie om een klacht in te dienen als ze slecht worden behandeld. Dat is heel erg, constateren bijna alle aanwezigen op deze middag, want het gaat vaak letterlijk om leven en dood. Wie wordt teruggestuurd naar Afghanistan, en daar omkomt, kan dat te danken hebben aan een advocaat die slecht werk heeft geleverd, termijnen heeft laten schieten, het dossier niet goed kende, te weinig contact heeft gehad met de client.
Deze middag zijn er twee journalisten van Vrij Nederland aanwezig, Harm Ede Botje en Tatiana Scheltema, die het artikel schreven onder de kop: Handelaren in valse hoop. Hier de link naar het hele artikel.
De bezuinigingen gaan ernstige gevolgen hebben, staat er in dat artikel.
Marq Wijngaarden van het gerenommeerde Amsterdamse kantoor Böhler in een open brief aan staatssecretaris Fred Teeven van Veiligheid en Justitie: ‘Gevolg van deze bezuinigingen is dat wij voor asielzoekers en voor andere vreemdelingen die van gesubsidieerde rechtshulp afhankelijk zijn, niet meer in hoger beroep kunnen gaan. Wij kunnen ons dat als kantoor niet permitteren: we zouden op de fles gaan, en daarmee onze andere cliënten duperen,’ schreef hij. ‘Het argument voor deze bezuinigingen is dat je advocaten ontmoedigt die er met de pet naar gooien en met flutbezwaarschriftjes en -beroepjes komen,’ zegt Wijngaarden in een toelichting op zijn noodkreet. ‘Maar het is juist andersom. Op deze manier maak je het advocaten met hart voor hun vak die wél doortimmerde beroep- en bezwaarschriften schrijven, onmogelijk om hun werk te doen.’
De goede advocaten wordt het moeilijk gemaakt, de beunhazen winnen aan terrein. Tenzij daar nu eens korte metten mee gemaakt worden. Wie de beunhazen zijn is allang bekend. Op deze middag worden er ook namen genoemd: mevrouw van den Toorn, meneer King. Het is in deze branche niet echt de gewoonte om de vuile was buiten te hangen, en naming and shaming leek meer iets voor de rioolpers dan voor de wereld van de advocatuur. Maar noodzakelijk:
Misschien wel de belangrijkste verandering die eraan zit te komen, is dat er meer naming and shaming komt als de nieuwe advocatenwet, die binnenkort in de Tweede Kamer wordt behandeld, ongeschonden door het parlement komt. De Orde adviseerde het ministerie namen openbaar te maken, ook als het om tijdelijke schorsingen gaat, iets wat nu de facto soms al gebeurt. In geval van waarschuwingen en berispingen blijven de uitspraken ook in de toekomst anoniem. Germ Kemper, de vertrekkende deken van de Orde van Advocaten in Amsterdam, bepleitte half november in de Volkskrant een ruimere mogelijkheid tot naming and shaming: ‘Wat mij betreft mag alles openbaar worden wat het cliëntenbelang betreft. Dat dit niet gebeurt, heeft te maken met internet. Elke tik op de vingers blijft je leven lang zichtbaar. Maar dan moet je je maar gedragen, zeg ik dan.’ Rian Ederveen van het Landelijk Ongedocumenteerden Steunpunt sluit zich bij Kemper aan: ‘Het is voor onze cliënten van het grootste belang om te weten met wie je in zee gaat en dus moeten de namen van wanpresterende advocaten bekend worden gemaakt,’ zegt ze. ‘Oók bij lichtere straffen als een waarschuwing of een berisping. Het kan gaan om procedures waar soms mensenlevens van afhangen. Wat weegt zwaarder? De broodwinning van een ongeschikte advocaat of de toekomst van een asielzoeker die door een slecht gevoerde procedure onterecht wordt teruggestuurd naar een land waar hij zijn leven niet zeker is?’
Ook aanwezig op deze middag zijn Hoogleraar rechtssociologie Ashley Terlouw, die recent een pilotonderzoek deed naar dit onderwerp, en Bas Martens, voorzitter van het landelijk dekenberaad. Martens: ‘Er wordt over het algemeen goed werk verricht in de asiel- en vreemdelingenadvocatuur. Maar er is een hardnekkige en kleine groep van advocaten – maar ook van juridisch adviseurs – die de goede groep rechtsbijstandverleners een slechte naam bezorgt. Die moeten en willen we aanpakken.’ Hier het persbericht over het dekenberaad: DEKENBERAAD NEEMT MAATREGELEN VOOR MEER KWALITEIT IN VREEMDELINGENADVOCATUUR
Ook Ashley Terlouw beaamt dat de cliënten vaak niet goed kunnen beoordelen of hun advocaten goed presteren. Er moet meer gedaan worden aan het ‘verwachtingsmanagement’, cliënten moeten beter weten wat ze wel en niet kunnen verwachten. Het is ook niet altijd eenvoudig: de beslissing bijvoorbeeld of je door blijft procederen tot het bittere einde, ook als je al weet dat er weinig kans is op een positieve beslissing. Sommige cliënten gaan maar door. Sommige advocaten ook. Soms wekken ze daarmee valse hoop. Soms blijkt het terecht, omdat de omstandigheden in het land van herkomst kunnen veranderen, of de maatregelen anders worden – denk aan het kinderpardon – en iemand die het maar lang genoeg volgehouden heeft toch nog kan blijven.
Martens is vastbesloten om er meer aan te doen. Maar ik heb materiaal nodig waar ik mee kan werken, zegt hij. Daarom is hij blij met het onderzoek, en wil hij graag dat mensen, met name collega’s van slechte advocaten, hun schroom overwinnen om te ‘klikken’ en met naam en toenaam laten weten waarin die mensen tekort schieten. Er zijn in het verleden slecht functionerende advocatenkantoren onder begeleiding geplaatst, en als uiterste maatregelen zijn er schorsing en schrappen. ‘Wij van het dekenberaad willen weten wat er echt mis gaat, we willen namen horen een geen anonieme meldingen want daar kunnen we niets mee beginnen’.
Voor de activisten, vrijwilligers en de professionals in de zaal die dagelijks de wanhoop meemaken, en zien hoe slecht een minderheid van advocaten heeft gefunctioneerd gaat het allemaal nog veel te langzaam. De advocaten waarvan de namen bekend zijn, werken nog steeds. En er zijn nog een massa problemen, behalve de vreemdelingenadvocatuur die nog steeds te veel ruimte laat voor beunhazen. Diezelfde middag treedt ook staatssecretaris Teeven op, in De Rode Hoed. Ik heb daar weinig zin in want Teeven is slecht voor mijn spijsvertering, en ik heb geen illusies dat een gesprek met die gladakker iets uit gaat halen, maar ik laat me overhalen.