(Anne Dijk)
Kunnen feminisme en islam samengaan? Voor mij is die vraag al jaren geleden beantwoord: ja dat kan. Ik ken islamitische feministes, in al hun diversiteit en verschillen in hoe ze de islam ervaren en hoe ze feminisme invullen. Ik ken moslima’s die bezig zijn met emancipatie en meer gelijkheid voor vrouwen zonder het feminisme te noemen. Ik ken heel geleerde feministische moslima’s, Fatima Mernissi, Amina Wadud, Asma Barlas, ik heb hun boeken gelezen, ik heb ze ontmoet en gesproken. Kijk hier, bijvoorbeeld.
En toch weer interessant om naar de lezing van Anne Dijk te gaan, georganiseerd door Stichting Maruf (die zich bezighoudt met de empowerment van jonge moslims in Nederland) Anne Dijk kende ik nog niet persoonlijk. Ze is behalve zelf moslim geworden religiewetenschapper en islamoloog. Het werd een boeiende avond.
Dino Suhonic, van huis uit Bosniër, moslim en homo, ja dat kan ook, leidt de avond in. Dit is wat we zien in Nederland: dat het debat altijd blijft hangen tussen de twee polen: secularisme dat zich progressief vindt, tegenover patriarchaal religieus conservatisme. Dit is de sfeer van het debat: hoe geweldig is het moderne secularisme, en hoe ellendig toch de religie met zo’n imam die het voor het zeggen heeft, en mag vinden dat Naeeda Aurangzeb in De halve maan niet decent genoeg gekleed is en hij dus niet met haar aan tafel wil. En zo blijft de discussie dus ook vaak steken in het idee dat de achtergestelde positie van vrouwen – voorbeelden genoeg – te wijten is aan de islam. En het idee onder de seculiere autochtone Nederlanders (inclusief sommige feministes voeg ik toe) dat feminisme en islam niet samen gaan, en je dus moet kiezen: je eigen vrijheid of je geloof.
Daar heeft Anne Dijk dus een ander verhaal over. Dit eerst: er zijn vele definities van feminisme, maar dit hebben ze allemaal gemeenschappelijk: dat vrouwen gelijkwaardig behandeld horen te worden, en dat de tijd voorbij is dat vrouwen die getrouwd waren niet ‘handelingsbekwaam’ werden geacht, dat geweld in het huwelijk niet strafbaar was. Maar moslims hebben een negatief beeld over het westerse feminisme, wat niet zo vreemd is gezien het verleden van kolonialisme. Het helpt dus bepaald niet als vanuit feministische hoek ook nog gesuggereerd wordt dat emancipatie alleen kan als je je religie opgeeft. En het helpt al helemaal niet als de vrouwen van Femen rondlopen met blote borsten en slogans als ‘stop religion’, ‘religion is oppression’, ‘fuck sharia’. Het zijn nog steeds die oude koloniale trekjes om de ‘inheemse’ vrouwen te vertellen wat ze wel of niet vinden moeten, die terecht weerstanden oproepen en bij sommige mannen en vrouwen de indruk wekken dat feminisme typisch westers is. De gedachte dat feminisme en islam niet samen kunnen gaan kom je dus niet alleen bij seculiere autochtonen tegen, maar evengoed onder moslims.
En toch is er al een keur aan vrouwenbewegingen binnen de islamitische landen en een eerbiedwaardige traditie van islamitisch feminisme. Drie namen noemt Anne Dijk: Raden Adjeng Kartini (1879 -1904) uit Indonesie, Fatma Aliye, geboren 1862 uit Turkije, Bint al-Shati (1913 – 1998) uit Egypte. Dit is het belangrijkste punt: vrouwen hebben het recht om zelfstandig de islam te interpreteren. Er is altijd al discussie geweest over de manier waarop de koran geïnterpreteerd mocht worden, tussen mannen maar ook vrouwen. Het is onontkoombaar: iedereen leest en begrijpt vanuit een eigen referentiekader, en alles wat er staat heeft een historische context, en krijgt in een nieuwe context dus een andere betekenis. Maar dit is voor feministen een belangrijk punt, dat door alle geleerde vrouwen wordt benadrukt: nergens in de koran staat dat mannen over vrouwen mogen heersen of dat vrouwen hen gehoorzaamheid verschuldigd zijn. Integendeel, steeds opnieuw worden nadrukkelijk mannen en vrouwen aangesproken met dezelfde tekst. Iedereen is geboren uit dezelfde soort, ieder mens is gelijkwaardig, geen mens staat boven de ander. Alleen God, Allah staat boven de mens. Nooit kan zodoende een man als autoriteit tussen God en een vrouw gaan staan.
Dit is het punt, zegt Anne Dijk, is dit een feministische uitspraak? Nee, het is gewoon islamitisch dat vrouwen gelijkwaardig zijn. De islam is dus in wezen een bevrijdingstheologie. Het gaat om de mensenrechten van mannen en vrouwen.
Maar gelijkwaardigheid betekent niet altijd volstrekte gelijkheid. Vrouwen kunnen zwanger worden, ze hebben borsten. Ze menstrueren. Er zijn dus regels die daar mee rekening houden. Maar nergens in de koran staat dat vrouwen in de eerste plaats moeders zijn of horen te zijn. De scheidslijn tussen seculiere feministes en islamitische feministes is bovendien niet zo scherp, zegt ze. Feministes in islamitische landen zijn ook gevormd door de waarden van de islam, en de islamitische feministes nemen seculiere trekjes over.
Het is waar, in de praktijk is nog nergens werkelijke gelijkwaardigheid te zien. Toch is er al veel veranderd door de vrouwen zelf, die het recht opeisten om naar school te gaan – ook dat staat niet in de koran, dat meisjes niet hoeven te leren – en zo verzetten vrouwen zich er ook tegen dat ze gedwongen konden worden om iemands vierde vrouw te worden. Er is nog van alles mis. Maar met de islam als bevrijdingstheologie is er geen tegenstelling tussen geloof en emancipatie. Kijk naar Amina Wadud – in vele opzichten een stuk radicaler dan haar westerse seculiere zusters, tegelijk blijft zij heel erg dicht bij de oorspronkelijke bron: de koran.
Levendige discussie, na afloop. Dino vertelt nog dat hij als homo en als moslim niet wil kiezen, maar de ruimte opeist om beide te zijn. Voor sommigen is de islam nog steeds de orthodoxe patriarchale islam die geen ruimte laat voor meer vrijheid van vrouwen. Ook hebben we nog discussie over de vraag hoe verschillend vrouwen en mannen zijn, en wat dan gelijkwaardigheid is als het geen gelijkheid is – een oude discussie ook binnen het feminisme hier in de vorige eeuw, en nooit helemaal beslecht.
Waar we heen willen? Niet naar het ‘voorwaardelijke’ feminisme als dat van Femen dat zegt dat je alleen feministe kan zijn als je je religie opgeeft. Maar naar een onvoorwaardelijk feminisme dat ruimte laat voor verschil.
Ik zou dat inclusief feminisme noemen, dat niet uitsluit. Maar we zitten op dezelfde lijn, en het was een inspirerende lezing.
(Het Maruf team)