Afgelopen zondag, 6 april, na de gezamenlijke dienst in de Dominicuskerk in de bus naar Schiphol. Drie kerken samen verzorgden de Wake: de Domincusgemeente, de Amsterdamse Studentenekklesia. en de Keizersgrachtkerk. Zo’n honderd mensen die kwamen voor de ongeveer honderd mensen die binnen het nieuwe Schipholcomplex voor vreemdelingendetentie zitten opgesloten. Frits ter Kuile van het Jeannette Noëlhuis, die de wakes begeleidt wachtte ons op.
Heeft dat zin, samen om dat akelige grijze complex heen lopen, zwaaien naar de schimmen die je in de verte achter de ruiten ziet staan, op fluitjes blazen bij de muren waar je geen mensen kunt zien maar er zeker mensen in hun cel zitten die je wel kunnen horen. Lieve en bemoedigende dingen op de straatstenen schrijven die ze de dag erna nog kunnen zien als ze uit het raam kijken. Helpt dat nou wat?
In zekere zin. Voor ons, de vrije mensen die soms vergeten hoe gelukkig we zijn omdat we kunnen gaan en staan waar we willen, en na die kleumende middag weer naar ons eigen huis kunnen, is het een herinnering dat daar mensen zitten die niets criminelen op hun geweten hebben, maar worden opgesloten omdat ze niet over de juiste papieren beschikken. Mensen, vaak, die niet meer terug kunnen naar hun land maar ook geen vergunning krijgen om te mogen blijven. Mensen tussen wal en schip. Kinderen, soms. Een verdwaalde chinese zakenman, hoorden we, die niet de juiste papieren had en tot zijn verbazing opeens achter de tralies zat. Maar ook een man die hier met zijn vrouw en kinderen al zestien jaar woont, nog steeds zonder verblijfsvergunning, en voor de zoveelste keer was opgepakt. Uiteraard heeft zijn gezin bijna niets om van te leven want werken is niet toegestaan, en zo kan zijn vrouw maar af en toe voldoende geld vinden om met de trein naar Schiphol te komen om haar man even te zien.
Veel van de mensen die voor de eerste keer bij zo’n wake waren waren zichtbaar een hoorbaar aangedaan. Waarom gaan we niet met z’n allen naar binnen? Nou, omdat dat niet mag. Er mochten een paar mensen naar binnen, het helpt dat we van de kerken komen en niet van een actiegroep al is dat in ons geval eigenlijk hetzelfde, om een paar tasjes met chocola en geschreven ansichtkaarten af te geven voor de gevangenen.
En heeft het zin voor de mensen die daarbinnen zitten? Ja, konden we zien aan die gestaltes achter de ramen die naar ons zwaaiden. Iemand hield een papier met ‘Syrie’ in grote letters er op. Kom je net uit die hel van Syrie, mag je hier in de gevangenis, hoe bedenk je dat. Sommige mensen zijn zo depressief dat ze alleen nog maar wezenloos op bed liggen, weten we van de mensen van de bezoekgroep die eens per week naar binnen mogen, maar de mensen achter die ruiten kijken zondags uit naar de groep die komt. Het geeft ze even het gevoel dat ze niet helemaal vergeten zijn. Dat er nog mensen zijn die het kan schelen dat ze daar zitten, al is wat we doen kunnen maar zo klein. Chocola in plaats van vrijheid. Liederen die we zongen. “Zijn woord wil deze wereld omgekeerd: dat lachen zullen zij die wenen, dat wonen zal wie hier geen woonplaats heeft.”
En kijk, toen we om het hele complex hadden gelopen en weer terug waren bij het beginpunt, en we nog een keer zongen, zagen we hoe die gestaltes achter de ramen waren begonnen met springen en dansen, en opeens dansten en sprongen wij ook.
Wie denken durft dat deze drom het houdt
een vlam die kwijnt maar niet zal doven
wie zich aan deze dwaasheid toevertrouwt
al komt de onderste steen boven:
die zal kreunen onder zorgen
die za;l vechten in ’t verborgen
doe zal waken tot de morgen dauwt –
hij zal zijn ogen niet geloven.
En nog wat foto’s:
Voor wie ook eens meewil: hier is de link naar de informatie over de Schipholwakes.