Kijk naar Michael Pollan, bekende auteur over voeding, nu op een video over How cooking can change your life. Hieronder een korte samenvatting in het Nederlands.
Wat hij zegt: eens was er een tijd dat je een boek zoals ik dat schreef – waar komt ons voedsel vandaan – aan de straatstenen niet kwijt had gekund. Waarom niet? Omdat we wisten waar ons eten vandaan kwam.
Ik herinner me dat, mijn moeder kookte elke dag, met grote tegenzin, maar alles wat we aten, meestal aardappelen, groente en iets van vlees, was zelf gekookt, inclusief de zaterdagse groentensoep en de toetjes. Ik weet nog precies dat de eerste chemische pudding uit een pakje op tafel kwam, Saroma heette dat, het was een bijna lichtgevend soort roze, mierzoet, en smaakte naar chemische aardbeien. Dat verving de zelfgemaakte pap, griesmeelpudding, en appelmoes.
We weten intussen veel meer over de relatie tussen voeding en gezondheid, zegt Pollan, en hij is er van overtuigd dat het vooral gaat om het proces tussen het oogsten van voedsel en het moment dat wij het eten, namelijk: wie heeft het gekookt, wij mensen zelf of komt het uit de fabriek? Dit is het punt: de voedingsindustrie heeft er belang bij om producten te maken die we lekker vinden, tegen de laagst mogelijke kosten. Een voorbeeld zijn de patatjes die je bij je Big Mac krijgt bij Mc Donald. Die zijn gemaakt van een speciaal ras aardappels waar je lange patat van kunt snijden, en alleen van aardappels die vrij zijn van vlekjes en deukjes. Om dat te bereiken worden die aardappels bespoten met een pesticide die zo giftig is dat de mensen die die aardappels verbouwen dagenlang na de bespuiting niet op hun velden mogen komen en de geoogste aardappels zes weken opgeslagen moeten worden om de giftige dampen te laten vervliegen voor ze verkocht mogen worden. En wij denken dat dat een onschuldig hapje is.
Dit is volgens Pollan het belangrijk: niet alleen wat we eten, maar of we wat we eten zelf hebben gekookt. Want in wat wij zelf koken zit minder suiker, vet, en zout en nog veel minder aan toegevoegde middelen om de houdbaarheid te verhogen en de smaak kunstmatig op te vijzelen, de beruchte E-nummers. We weten dat rijke mensen gemiddeld gezonder eten dan arme mensen, maar ook dit is een feit: arme vrouwen die zelf koken zijn gezonder dan rijke vrouwen die dat niet doen.
Sinds de jaren zestig is de hoeveelheid voeding die nog door mensen zelf wordt gekookt gehalveerd. Tegelijk stijgt ook het aantal te dikke mensen, en daarmee ook de diabetes en hart en vaatziekten. Een belangrijk moment daarbij was de vrouwenemancipatie, en Pollan zegt er meteen daarbij dat hij niet het feminisme de schuld wil geven. Wel de voedingsindustrie die meteen in het gat sprong. Wat gebeurde er? Meer vrouwen gingen ook buitenshuis werken, en dus werd het de vraag wie de piepers op het gas zou zetten voor het avondeten. In die periode kwam de Kentucky Fried Chicken industrie op, met een handige slogan in de advertenties: Vrouwenbevrijding! Oftewel: koop een emmertje kant en klare kip en je hoeft er geen ruzie meer over te maken wie voor het avondeten zorgt.
De tijdproblemen toen gezinnen niet meer op een thuisblijvende moeder konden rekenen werden dus ‘opgelost’ door de voedingsindustrie met steeds meer kant en klare producten. Het was niet meer progressief om zelf te koken, het werd een beetje ouderwets. Tenzij je meedeed aan de nieuwe trend, nu op de tv te zien, om van koken topsport te maken die voor normale stervelingen niet echt is weggelegd. Zie je opeens vooral mannen achter het fornuis, maar dan gaat het meteen niet meer om een smakelijke, simpele en gezonde maaltijd.
Een andere trend was het bevoorraden van legers, waarvoor het handig was om oploskoffie, poeder voor sinaasappelsap en andere ‘voeding’ uit pakjes te kunnen halen. Niks fouts aan de technologie die ons erwtjes uit blik of uit de diepvries geeft, maar het gewone koken is uit de mode geraakt, met een ontzettende negatieve invloed op onze gezondheid. En dat dus nog afgezien van wát we eten
Ga na. We vinden chips lekker. Maar wat moet je niet allemaal doen als je zelf chips zou maken? Enorm veel werk: schillen, snijden, wassen, frituren en je blijft voor een bakje chips zitten met een pan frituurvet. Zou je chips zelf moeten maken dan at je ze hoogstens af en toe. Nu zijn er mensen (in de VS) die ze twee keer per dag eten uit een zak. Kijk ook in de Nederlandse supers naar de chips: je ziet een muur aan plastic zakken. Kijk ook naar de muur met kant en klare toetjes: wie maakt er zelf nog pudding? Het is goedkoper en kost veel minder tijd om de plastic bakjes in je karretje te doen.
Dit is het punt, met deze zo handige moderne technologie, die in handen is van een voedselindustrie die er vooral belang bij heeft om ons meer te laten eten dan we nodig hebben, en vooral wat anders dan goed voor ons is, doen we onszelf de das om. Terwijl de voedingsindustrie winst maakt bestaat driekwart van de uitgaven van de overheid voor de gezondheidszorg uit de kosten van ziekten die te vermijden zouden zijn geweest als mensen meer op hun gezondheid zouden letten. Betere voeding is daarbij naast meer bewegen de belangrijke preventieve maatregel, en zelf koken zou een campagne verdienen waar de staat nog veel mee zou kunnen bezuinigen. Maar dat zal de overheid zeker niet doen zolang de mega industriële voedingsverschaffers zoveel macht hebben.
Pollan heeft volgens mij gelijk dat het een slok op een borrel kan schelen wanneer we weer meer zelf gaan koken, met onbewerkte, verse producten. Tegelijk werd het mij door zijn verhaal opnieuw duidelijk dat goede voeding niet alleen een persoonlijke maar ook een politieke zaak is.