Het is als ik de verhalen leest in Welkom in het Paradijs soms net alsof ik die mengeling van oranjebloesemgeur, geroosterde amandelen en de stank van aangestoken afvalcontainers en pis weer kan ruiken. Tineke Bennema ken ik als de schrijfster van twee boeken die ik erg waardeerde: Checkpoint Jeruzalem, over haar ervaringen als Nederlandse vrouw die aan de Palestijnse kant in Jeruzalem woont, en een indrukwekkend boek over de geschiedenis van de grootvader van haar Palestijnse man, die sjouwer was in Jeruzalem: De last van Khalil. Dat laatste boek is een prachtige manier om kennis te maken met de geschiedenis van Palestina, al die opeenvolgende bezettingen tot en met de Israëlische, die het leven van de Palestijnen zo beïnvloedden.
Haar nieuwe boek, verhalen, is een verrassing, omdat er nu een andere schrijfster tevoorschijn komt, een die zich nu vrij heeft gegeven van het zorgvuldig en respectvol volgen van de geschiedenis van anderen en haar fantasie de vrije loop heeft gelaten. Of nee, dat klopt eigenlijk niet, want nog steeds zijn het verhalen die voortkomen uit een realiteit die zij als geen ander kent. En die ik ook herken: in de kranten die op de tafel worden uitgespreid om van te eten, in de drukte van al die familie waardoor je nooit alleen bent en er altijd mensen zijn die zich met je bemoeien, in de in enorme pannen gekookte feestmaaltijden van gele rijst en schaap. Zelf zegt ze het mooi: ‘in deze verhalen heeft mijn fantasie de Palestijnse wereld geschaakt en zijn ze er samen vandoor gegaan.’
Het mooiste aan haar verhalen die zich allemaal afspelen in het Palestina van nu vind ik niet alleen dat ze zo beeldend schrijft, en je de geuren kunt ruiken, de kleuren zien, zinnelijk proza, maar haar enorme inlevingsvermogen in die levens van anderen. Wat het betekent als je als jonge nog ongetrouwde vrouw onder druk staat om met de man te trouwen die getrouwd was met je overleden zuster, en je al weet dat je al je toekomstfantasieën op gaat geven omdat je wel ja moet zeggen. Of het verhaal van de man die terug komt uit de gevangenis en niet kan aarden, de drukte van zijn familie, de plannen die ze hebben om hem snel te laten trouwen, en de wc de enige plaats is waar je even rust hebt. Of de vrouw die teruggaat naar de ruïne van wat eens het huis was van haar familie, verwoest door de Israeli’s, en daar in de muur gegrift nog haar meisjesnaam vindt: Ghada.
Het zijn emotionele maar ingehouden verhalen die nooit sentimenteel worden, die van de mensen waar ze zich inleeft geen helden maakt maar mensen die wij ook zouden kunnen zijn, al leven zij ene leven dat zo anders is als het onze.
Een juweeltje. Een stil juweeltje, te ingehouden om de aandacht te krijgen die het verdient in deze schreeuwerige wereld, dus ik raad het aan, hierbij.
Verschenen bij een nieuwe en veelbelovende uitgeverij Jurgen Maas. Zie hier.