Blijven doen: naar de Schipholwake, om dat akelige grauwe gebouw heenlopen, zwaaien naar de mensen binnen die we als schimmen zien staan, de mensen die ze ‘vreemdelin noemen en nu opgesloten zitten, in afwachting van wat er over hun lot wordt beslist. Ze zwaaien terug.
Er zijn veel mensen, ouderen, jongeren. Wij zijn gekomen met een groep van de Amsterdamse Studentenekklesia, Geeske Hovingh die net een mooie preek heeft gehouden over ‘de vreemdeling’ leidt ons. We zingen, bidden, maken lawaai en muziek. Een kleine delegatie gaat bij de hoofdingang een tasje chocola brengen. Allemaal om ze te laten weten: jullie zijn niet vergeten, jullie zijn mensen, net als wij.
Net als de vorige keren greep het me naar de keel. Ik zie veel ernstige gezichten. Het went niet.