Over de noodzaak van bondgenootschap
(lezing die ik hield op het symposium Symposium over racisme, islamofobie, antisemitisme en uitsluiting, ‘Verbinden en Verbreiden’, georganiseerd door Eén land, één samenleving, en Emcemo.)
Beste mensen,
Ik kon het niet laten om even terug te kijken op mijn activistenleven, en de lessen die ik heb geleerd. Het was in 1971 dat voor het eerst mijn naam op een klein werkje stond: De zwarte panters. Ik zat toen in het solidariteitscommittee met de Zwarte Panters in de Verenigde Staten, en het drong pas langzaam tot me door dat we het niet alleen maar moesten hebben over racisme in de VS, maar dat er hier in Nederland ook wat aan de hand was. Ook hadden we nog geen enkel besef dat het een beetje raar was dat drie witte mensen even uit gingen leggen hoe het zat met zwarte mensen.
Er braken toen woelige jaren los, de sociale bewegingen buitelden over elkaar, feminisme, antiracisme, homobeweging, linkse groepen, democratisering, seksuele revolutie – ik heb het later iemand horen beschrijven als een ethische revolutie. Het ging over de gehele linie over gelijkheid, gelijkwaardigheid, rechtvaardigheid. Ik denk dat we opnieuw zijn aanbeland bij zo’n ethische revolutie. Ik wist niet dat ik een aanhanger was van het vooruitgangsgeloof tot ik er met een klap uitviel. Ik dacht echt dat de jaren tachtig ons iets geleerd had. We wisten waar antisemitisme toe kon leiden. Dat deden we dus niet meer. Nooit meer Auschwitz betekende voor mij: nooit meer, voor niemand. Racisme was een oude slechte gewoonte, die wegebte, dacht ik. Er waren nog mannen die niet helemaal doorhadden dat vrouwen ook gewoon mensen waren, maar die zouden dat ook nog wel leren. Ik meende dat wie eenmaal doorhad hoe discriminatie, vooroordelen en uitsluiting werken dat altijd zou herkennen, om welke groep het ook ging. Dat was een vergissing. De grote schok voor mij was de opkomst van het rechtse populisme, met een nieuw doelwit: de allochtonen, de migranten, de moslims. Algehele xenofobie. Het was alsof we weer helemaal opnieuw konden beginnen. Hadden we dan niets geleerd?
Een nieuwe ethische revolutie dus, uit noodzaak. We zien, naast elkaar, de grass roots bewegingen ontstaan. De vitaliteit van de herleefde zwarte beweging. De migrantenbeweging, de moslims die zich organiseren, en nu, vooral ook, een groot deel van de bevolking dat actief wordt in het ondersteunen van vluchtelingen. Ik tel de solidariteitsbeweging met de Palestijnen er ook bij op. Ik zie veel overlappingen. Toen ik tijdens de laatste gruwelijke oorlog tegen Gaza een speech hield op het Museumplein drong het tot me door dat een groot deel van de duizenden die daar ik protest waren verenigd jonge moslims waren, die zelden voor zichzelf demonstreerden. In Nederland worden zij voornamelijk gezien als probleem. Ik zag vooral jonge Nederlanders die hun hart en hun gevoel voor rechtvaardigheid lieten spreken, omdat zij zelf zo goed weten wat onrecht en vernedering met mensen doet. Ik zei: jullie zijn de hoop van Gaza en de hoop van Nederland. Daar maakte ik mij, aan de kant van Nederland die moslims als een bedreiging willen zien, niet populairder mee.
Ik ga er van uit dat wij, zoals wij hier vandaag bij elkaar zijn, een aantal belangrijke waarden met elkaar delen: die van het fundamentele recht om jezelf te mogen zijn, zwart, jood, homo, moslim, en volledig geaccepteerd te worden. Ik neem aan dat we het er hier niet over hoeven te hebben dat vluchtelingen mensen zijn, en dat niemand zomaar huis en haard verlaat, met al het gevaar en ellende die daaraan verbonden zijn. Ik preek dus voor eigen parochie. Dat klinkt niet zo gunstig, maar ik ben erg veel liever op een dag als vandaag dan in een van die onzalige ‘debatten’ waar de grootste tegenstanders met elkaar in de clinch gaan en tevreden naar huis gaan met de mening die ze toch al hadden. Van die eigen parochie moeten we het hebben, want daar komt de verandering vandaan. En we hebben genoeg om het over te hebben, vooral over de vraag hoe we krachten kunnen bundelen. Want dit is voor mij duidelijk: de tegenkracht tegen een schrikbarende polarisatie in onze samenleving zal van onderop moeten komen. Wij zullen de politiek duidelijk moeten maken dat ze de boot missen als ze niet aansluiten bij de grass roots bewegingen die nu actief worden. Ook de linkse partijen die als het om islamofobie en racisme gaat het behoorlijk af hebben laten weten.
Een deel van onze opdracht is, ouderwets: bewustwording. Duidelijk maken dat racisme niet alleen racisme is als het als racisme is bedoeld, maar dat we leven in een systeem dat ongelijkheid reproduceert. Duidelijk maken wat nu eigenlijk het probleem is en wie het probleem zijn. Bewustwording betekent ook dat wij zelf meer begrijpen van onze geschiedenis, van kolonialisme en slavernij, en hoe we daarvan geprofiteerd hebben.
Een voorbeeld van bewustwording: taalvervuiling. In de media zie ik steeds vaker gesproken worden over ‘het vluchtelingenprobleem’. Maar de vluchtelingen zijn niet het probleem, zij zijn de mensen die een probleem hebben, waar ze niet om hebben gevraagd. Het werkelijke probleem is een wereld van vergaande ongelijkheid, en politieke conflicten waar wij, het Westen, maar al te vaak een slechte rol in hebben gespeeld.
Een probleem dat we zelf in het leven hebben geroepen is dat ‘de ander’ altijd het probleem lijkt. Emancipatie, dat is een zaak van vrouwen. Ik herinner me die man die zei: vrouwenemancipatie is prima hoor, als ik er maar geen last van heb. Migranten moeten integreren, en het liefst zo dat ‘wij’ daar geen last van hebben. Zwarte mensen mogen hier zijn, als ze maar geen kapsones hebben, en niet denken dat ze ons kunnen vertellen hoe wij onze kinderfeesten moeten veranderen. In mijn tijd, bijna een halve eeuw geleden, was integratie nog geen kwestie van eenzijdige aanpassing. Zoals ik twintig jaar les gaf over diversiteit, ging het om een wederkerig proces. Dat is grondig veranderd. En een van de uitdagingen waar we mee geconfronteerd worden, is een grote afwezigheid van bewustzijn bij de dominante groep, kort door de bocht benoemd: wit, man, hoger opgeleid, die niet wil weten dat hij een deel van het probleem is. En een deel van dat probleem zijn de mensen die helemaal niet het gevoel hebben dat ze deel uitmaken van de dominante groep, zeg maar even kort door de bocht: de PVV stemmers die zich onzeker voelen over hun bestaan, en hun toekomst, die zich zelf achtergesteld voelen en zich af reageren op anderen; de moslims, de zwarten met kapsones, de ‘tsunami aan vluchtelingen’.
Het is dus van groot belang dat we samenwerken, dat we leren bondgenoten te worden. In theorie zouden we een macht van betekenis kunnen zijn wanneer we krachten zouden bundelen. In de praktijk is dat nog niet zo eenvoudig. Ook binnen de bewegingen zelf is het al niet eenvoudig om een een balans te vinden, bijvoorbeeld tussen radicaliteit en de poging een brede achterban te organiseren. Ook binnen de brede vrouwenbeweging was altijd de vraag: zijn we alleen maar bezig om een plek te veroveren binnen de bestaande orde, vrouwen naar de top, het Opzij feminisme, of willen we die orde zelf veranderen? In wat voor een wereld willen we eigenlijk leven?
Om een voorbeeld te noemen van hoe complex het soms kan zijn, wil ik het kort hebben over antisemitisme en islamofobie, waarover straks ook een workshop wordt gehouden. Ik wil hier een grote bruggenbouwer eren, Mohamed Rabbae, die bij geen enkele demonstratie of bijeenkomst vergat om naast racisme, islamofobie en xenofobie ook antisemitisme te noemen. Zoals wij hier aanwezig zijn, denk ik dat het een open deur is dat we willen dat Nederland een land is waarin iedereen zichzelf mag zijn, en ieders veiligheid even belangrijk is, of iemand nu een keppeltje draagt of een hoofddoek, gelovig is of ongelovig. Maar in werkelijkheid is het niet zo simpel om de gevestigde joodse organisaties in ons land, met Een Ander Joods Geluid, hier aanwezig, als uitzondering, te interesseren voor een coalitie tegen elke vorm van discriminatie en uitsluiting. De splijtzwam heet Israël. Veel moslims identificeren zich met het lot van de Palestijnen. Dat wordt door de joden die zich vooral identificeren met Israël als een bedreiging ervaren. De beschuldiging van antisemitisme, in ons land een zware beschuldiging, strekt zich nu ook vaak uit over de moslimpopulatie, en over links, dat die moslims teveel de hand boven het hoofd zou houden. Dat maakt, op hun beurt, dat veel jonge moslims niet erg genegen zijn om zich verwant te voelen met de Nederlandse joden. En dat terwijl ze historisch gezien zoveel met elkaar gemeenschappelijk hebben.
Ik zou het ook nog willen hebben over hoe je bondgenootschap doet. Ik richt me daarbij vooral even tot de witten die oprecht tegen racisme zijn, maar vaak in oude patronen vervallen wanneer ze echt samen moeten werken. Ik zeg dat uit ervaring: het is een leerproces van jaren.
Kortom, met al onze goede bedoelingen is het bundelen van krachten niet zo eenvoudig. Ik heb in deze korte lezing heel wat overhoop gehaald, en ik ben me er van bewust dat ik nogal wat dikke planken heb gezaagd. Over alles wat ik hier heb beweerd is nog zoveel meer te zeggen. We hebben vandaag gelukkig de gelegenheid om meer stemmen te horen, en vanmiddag een aantal van de opgeworpen vragen verder uit te diepen. En ik hoop dat dit niet de laatste keer is dat we elkaar tegenkomen.