Het was te voorspellen. Het Cidi was niet tevreden met de stijl van Esther Voet als directeur – te schreeuwerig, en te vaak maakte ze fouten die ze dan weer terug moest nemen. Te veel olie op het vuur, en te veel uitspraken als dat ze toch echt niet hand in hand ging staan bij een herdenking met mensen die het hadden over islamofobie, alsof dat bestond. Het Cidi schoof met Voet wel heel erg opzichtig op naar politiek rechts, zoals ook bleek in de door haar geëntameerde anti-antisemitisme advertentie in de Telegraaf, waarvoor behalve gezellige islamofoben als Afshin Elian, Theodor Holman en Sylvain Ephimenco aanvankelijk ook Wilders was gevraagd. Nu is Voet weer hoofdredacteur van het NIW (Nieuw Israelitisch Weekblad) en zit in de redactie van de rechtse site Jalta, en is collega van de door haar geprezen Annabel ‘dobberneger’ Nanninga. Klein racistisch gebrek geen bezwaar.
Het was dus spannend wie de nieuwe directeur zou worden, want naarmate Israël steeds openlijker steeds misdadiger wordt, wordt de taak van het Cidi steeds moeilijker. Het Cidi, eufemistisch genaamd ‘Centrum Informatie en Documentatie Israël’, opgericht door (een deel van) de joodse gemeenschap in Nederland, heeft als doel, naar eigen zeggen, om de banden tussen Israël en Nederland te versterken, kennis over Israël te verspreiden en antizionisme, racisme, vreemdelingenhaat en antisemitisme te bestrijden. Welke kennis het Cidi over Israël verspreidt laat zich raden, als je weet met welk gemak Esther Voet ‘antizionisme’ – kritiek op Israël dus – gelijk stelde aan antisemitisme. Waarover meer in mijn boek dat in november uitkomt: Kwart over Gaza.
Met het aantreden van de nieuwe directeur, Hanna Luden, uit de PvdA-stal, was meteen te voorzien welke kant het uit zou gaan met het Cidi: nog steeds vierkant achter Israël uiteraard, dat is hun enige reden van bestaan, maar wel een stuk beschaafder. En ja hoor, met een opiniestuk in Trouw van 16 oktober kun je de contouren van de nieuwe tactiek haarfijn zien verschijnen (hier). Luden doet een ‘tweetje’. Nee, niet een tweet, maar een variant op de oud-Hollandse spreuk ‘waar er twee vechten hebben er twee schuld’. (Paradigma twee, voor de kenners, en voor wie het interesseert, lees hier een verhandeling over de paradigmastrijd.)
Het streven naar rechtvaardigheid moet vervangen worden door wijsheid, zegt Luden, waarmee de eerste aap uit de mouw komt. Want rechtvaardigheid willen voor de Palestijnen, daar komt maar geweld van, in haar ogen, terwijl een kleuter kan weten dat het geweld nu juist veroorzaakt wordt door al vele jaren voortdurende onrechtvaardigheid. Maar daar wil Luden het niet over hebben, ze doet haar best om ‘het conflict’ opnieuw te ‘framen’. Het gaat om slachtoffers aan ‘beide zijden’, het gaat om het gesneuvelde ‘vertrouwen’ aan beide zijden, en de leiders aan beide zijden, Netanyahu en Abbas, staan onder druk van hun eigen fanatieke achterban. Nou, daar heeft Luden wel een oplossing voor: beide leiders moeten hun ‘verwarde volk’ leiden, ze moeten de durf hebben om hun volk te vertellen dat het probleem ‘complex’ is en dat er een lange brug moet worden overgestoken voor er sprake kan zijn van een vredig bestaan, en het vertrouwen kan worden hersteld, en daartoe moeten natuurlijk ook ‘concessies’ worden gedaan. Israël moet accepteren dat bij het ruilen van land ook nederzettingen moeten worden ontmanteld, en Palestijnen moeten eindelijk de joodse staat erkennen, de terreur afzweren, en zich realiseren dat de vluchtelingen niet meer terug kunnen keren. En dat is wijsheid?
Laten we dit verhaal eens deconstrueren.
In de eerste plaats doet Luden net alsof hier twee leiders tegenover elkaar staan die beiden de macht zouden hebben om hun eigen volk tot concessies en wijsheid te manen, en dan komt het vertrouwen wel weer. Het is niet voor niets dat het woord ‘bezetting’ in het verhaal niet voorkomt, want dit zijn de werkelijke verhoudingen: dat Israël een bezettende mogendheid is, geleid door een zionistische ideologie, die bepaalt dat het land er in de eerste plaat is voor de joden, en die daartoe al voor 1948 begonnen is met een uitgebreide etnische zuivering. En met een bezetting en belegering die ertoe heeft geleid dat de Palestijnen nog ongeveer 10% over hebben van hun oorspronkelijke land. En in die tien procent leven ze ook nog onder Israëlische overheersing. Vergeten wordt dat Arafat eens al een enorme historische concessie heeft gedaan, namelijk het opgeven van de gewapende strijd, en het afstaan van driekwart van het historische Palestina, op voorwaarde dat de Palestijnen dan een staat zouden krijgen op de overgebleven 22%. Israël heeft de concessie in zijn zak gestoken, heeft Arafat als niet langer relevant terzijde geschoven, en heeft besloten dat er over de verdeling van die 22% nog onderhandeld moest worden. En heeft, de onderhandelingen steeds rekkend en saboterend, intussen met het bouwen van steeds meer nederzettingen, feiten op de grond geschapen die zonder een burgeroorlog niet meer terug te draaien zijn. Wat de bedoeling was.
In de tweede plaats is er geen kwestie van dat Netanyahu een ‘redelijke’ leider is. Hij hoeft niet aangespoord te worden om harder op te treden: na drie moordende aanvallen op Gaza, het in zijn regering opnemen van expliciete Arabierenhaters en fundamentalistische fanaten, en het openlijk opgeven van de illusie dat het ooit nog tot een Palestijnse staat zou komen, is hij al snoeihard. Wie goed naar Netanyahu heeft geluisterd weet dat hij doet wat de zionisten die aan de macht waren altijd wilden: zoveel mogelijk land voor Israël met zo min mogelijk Arabieren erop. En dat doet hij openlijk, met instemming van het overgrote deel van het Israëlische volk, met iets minder enthousiaste instemming van de VS, en met de laffe instemming van de EU die af en toe wat moppert over internationaal recht maar nooit sancties durft te nemen.
Abbas, daarentegen, zit al jaren klem. Waar je Netanyahu met geen mogelijkheid nog ‘gematigd’ kunt noemen, is Abbas zo ‘gematigd’ dat hij ervan door zijn knieën zakt. Wat Abbas doet grenst aan collaboratie. Hij heeft zich laten rekruteren om zich vooral in te zetten voor de veiligheid van Israël, in ruil voor – ja wat eigenlijk? Ondanks wat voorrechten voor de Palestijnse elite heeft hij aan moeten zien dat zijn land, de Westoever, steeds verder wordt vernietigd, met behulp van steeds agressiever wordende kolonisten, daarbij openlijk bijgestaan door het Israëlische leger. De vraag, steeds opnieuw en nu actueler dan ooit, is of er niet een moment komt dat hij er de brui aan geeft, en niet langer als veiligheidsagent voor Israël op wil treden, zolang er geen haan kraait naar de veiligheid van zijn eigen volk. Ook Luden niet, die het zoals gewoonlijk heeft over ‘de terreur’ van de Palestijnen, en niet over de terreur van de kolonisten, van het Israëlische leger en van de gehele staat Israël. Luden heeft het over zijn wankele positie, dat is juist, en wijt die aan de erbarmelijke toestand van zijn volk, werkloosheid – tja, hoe zou dat nou toch komen? Door de corruptie, denkt ze, door de diepe verdeeldheid, alsof Israël in die verdeeldheid geen grote rol heeft gespeeld, inclusief in de corruptie.‘Kan hij een totale instorting van zijn land riskeren’? vraagt ze zich retorisch af. Mevrouw Luden, zijn land is al ingestort. We noemen dat bezetting, landroof, razzia’s, slopen van Palestijnse huizen, mensen inclusief kinderen zonder proces gevangen zetten, schieten op kinderen die stenen zouden gooien. En dat Abbas weinig vertrouwen heeft bij zijn eigen achterban, komt duidelijk omdat hij op geen enkele manier in staat is gesteld om de verdergaande afkalving van het land en het geweld tegen Palestijnen tegen te houden. Bij de jonge Palestijnen die nu in opstand komen heeft hij al geen enkel gezag meer.
Kortom: er is geen kwestie van dat deze twee leiders hun ‘verwarde volk’ in wijsheid naar de vrede leiden. Netanyahu wil dat niet en Abbas kan dat niet.
Dan een derde punt: Luden doet gemakshalve alsof Abbas de baas is van alle Palestijnen. Dat is kwart-president Abbas niet. Hij gaat over de Westoever, dat wil zeggen, over het laatste beetje dat nog een soort van schijnautonomie heeft. Maar het Palestijnse volk bestaat ook uit de Palestijnen in Israël, de vluchtelingen buiten de grenzen, en de mensen in Gaza. Luden heeft het gemakshalve maar niet over Gaza. Net als de Israëlische leiders, die graag doen alsof Gaza al een vijandige mogendheid is, die permanent onder vuur gehouden moet worden, en waarmee onderhandelen onmogelijk is. Alsof Hamas niet allang heeft laten weten bereid te zijn tot een jarenlange wapenstilstand. Alleen niet tot elke prijs.
En ten vierde: laten we even kijken welke ‘concessie’ er in de wijsheid van Luden van de Palestijnen mag worden gevraagd. Dat ze ‘de terreur’ opgeven, hoewel ze vast niet achterlijk is en weet dat elk volk het recht heeft zich te verzetten tegen een illegale bezetting. Of zien we iets over het hoofd, en heeft Israël een voorstel gedaan dat de belegering van Gaza wordt opgeheven als Hamas bereid is om geen raketten meer af te schieten? Ik dacht het niet. Wat verder? De Palestijnen moeten ‘eindelijk’ de joodse staat erkennen. Dat is een hele dikke aap, als we even de moeite nemen om te begrijpen wat dat betekent. Dit als eerste: de Palestijnen hebben al met het Oslo-akkoord de staat Israël erkend. Maar daar gaat dit geniepige zinnetje niet over: inmiddels eisen de Israeli’s dat de Palestijnen de joodse staat erkennen. Dat wil, in zionistische termen, zeggen dat Israël het land blijft van alle joden ter wereld, en niet van de bewoners, onder wie twintig procent niet- joden. Dat zou betekenen dat je van de Palestijnen verwacht dat ze hun broeders en zusters in Israël zelf, waar ze tweederangsburgers zijn zonder volledige burgerrechten, in de steek zouden laten. En dat doen ze uiteraard niet. Ook is er geen sprake van dat de historische rechten van de vluchtelingen, vele malen in VN-resoluties vastgelegd, zomaar weggegeven zouden kunnen worden. Zelfs Abbas kan en mag dat niet.
Dit zou eens door moeten dringen tot ons Europeanen: het erkennen van de staat Israël als joodse staat haaks op onze democratische principes. In alle Europese landen is het uitgangspunt dat een democratie betekent gelijke rechten voor alle bewoners, ongeacht religie, etniciteit of afkomst. Daar hebben we een grondwet voor. Die grondwet heeft Israël dan ook duidelijk niet. Wel een vijftigtal wetten waarin fundamenteel van discriminatie van niet-joden sprake is. Willen we dat ondersteunen? Willen we echt dat de Palestijnen daarmee instemmen? Moeten we van ze eisen dat ze het recht van Israël om racistisch te zijn en niet-joden uit te sluiten, onderschrijven? Willen we dat ze instemmen met hun eigen onderwerping? Waar blijven onze eigen principes dan? Wel tegen een islamitische staat zijn, maar niet tegen een joodse? Hoezo?
Dit zouden we intussen kunnen weten. Niet alleen wordt wat er over is van Palestina verwoest door het Israëlische regime. Maar Israël zelf gaat er ook aan onderdoor. Het wordt een land dat behalve door de laatste blinde Israël-verdedigers geen enkel respect meer krijgt, dat mentaal en moreel verloedert, dat zich steeds verder isoleert, tot zelfs oude zionistische veteranen als Uri Avnery en Avraham Burg moeten toegeven dat dit niet het land is dat hen voor ogen stond.
Luden, kortom, giet oude wijn in nieuwe zakken. Het doel blijft hetzelfde: Israël verdedigen. Vandaar dat volgens de ‘wijsheid’ van Luden Israël niets anders hoeft te doen dan wat nederzettingen te ontmantelen. Geen sprake van opgeven van de bezetting, niets over de belegering van Gaza, niets over het Israëlische staatsgeweld en de rechteloosheid van Palestijnen, en uiteraard wordt van Israël niet verwacht dat het eindelijk een normale democratie wordt en ophoudt met structurele ongelijke behandeling van burgers. Geen enkele verwijzing naar het internationale recht. Van het Cidi valt ook niets anders te verwachten. Wat veranderd is, is alleen de toon. Die is een stuk beschaafder dan die van Voet. Luden klinkt redelijk, verstandig, ja bijna wijs. Tot je even echt tot je door laat dringen wat ze werkelijk zegt, en vooral, wat ze verzwijgt. Maar die toon – kijk ons eens het beste voorhebben met ‘beide kanten’ – is wat ons blind moet maken voor de fundamentele ongelijkheid van die partijen. Het is de toon die ingezet kan worden tegen de grass-roots-beweging die opkomt voor werkelijke rechten voor Palestijnen, voor werkelijke rechtvaardigheid, ondersteund door elk internationaal recht dat er is. De beweging van ons die rechtvaardigheid niet in willen ruilen voor als ‘wijsheid’ verkapte overgave aan een fout regime. Maar reken erop, met deze nieuwe ‘gematigde’ toon zullen wij weggezet worden als fanatici, de onredelijken, de eenzijdigen, degenen die ervoor zorgen dat het geweld niet stopt.
Leuk geprobeerd, Luden.