Waarom Palestijnse Haneen Zoabi zo gevaarlijk is

Kristall15(26of 1)

Het was geheel te verwachten dat de gevestigde joodse organisaties fel van leer zouden trekken toen op de Kristallnachtherdenking op 8 november het Palestijnse lid van de Knesset, Haneen Zoabi, als spreekster werd uitgenodigd. Maar inhoudelijk gezien was er niets in te brengen tegen de standpunten van Zoabi, die geheel en al passen in de hier gangbare opvattingen over wat een democratie is: gelijke rechten voor alle burgers, vastgelegd in een grondwet. Het is opvallend dat geen krant zich gewaagd heeft aan een interview met Zoabi, die al ‘controversieel’ werd genoemd nog voordat ze haar mond open had gedaan. De NOS, die kennelijk stennis verwachtte, was er bij en heeft haar gehele speech opgenomen. Maar in het achtuurnieuws: niets. Geen opruiende taal, geen ophitsing, dus was het geen nieuws. Omdat geen journalist in de main stream media de moeite heeft genomen om zich te verdiepen in wat ze nu eigenlijk zegt, hierbij een goed artikel van Maarten Jan Hijmans, dat ook verscheen in het decembernummer van De Brug.

Feitelijk staat Zoabi met haar mening veel dichter bij de Nederlandse opvattingen over wat een democratie is, dan de doorsnee Israeli die het heel normaal vindt dat joden meer rechten hebben dan niet-joden. Israël is er tot op heden in geslaagd om Palestijnen, ook die als Zoabi die met haar actie geheel binnen de wet blijft, als terroristen en fanatici te ‘framen’ en de joodse Israeli’s als beschaafde mensen die zichzelf wel moeten verdedigen tegen al die ‘barbaren’. Het is voor de meeste Nederlanders nog te lastig om onder ogen te zien dat de werkelijkheid precies andersom is. Het is voor Israël eenvoudiger om Palestijnen die zich verzetten met messen of raketten weg te zetten als terroristen, maar tegen de opvattingen van Zoabi, die Israël bekritiseert als gemankeerde democratie, een staat die principieel gebaseerd is op in de wet vastgelegde ongelijkheid is niets in te brengen. Dat maakt haar zo gevaarlijk. Het zou eens tot Nederlanders door kunnen dringen dat er geen enkel zinnig argument te verzinnen valt om het niet met haar eens te zijn.

Haneenklein(50of 1)

Hier het verhaal van Maarten Jan Hijmans:

Tijdens de Kristallnacht werden duizenden winkels en eigendommen van Joden en honderden synagogen vernield en platgebrand door Duitse bruinhemden. Misschien was de meerderheid van de Duitsers het er niet mee eens, maar ze hielden zich stil. Wanneer in Israel twee kerken en tientallen moskeeën in vlammen opgaan en honderden Israelische supporters van Beitar roepen “dood aan de Arabieren” na iedere voetbalwedstrijd, wanneer een familie levend wordt verbrand, als een jongen van 15 levend wordt verbrand, blijft de meerderheid zwijgen, al zijn ze misschien geschokt. ” (….)
”De Kristallnacht kwam niet zomaar uit het niets ”uit de lucht vallen”, het was het product van een ontwikkeling die a langer aan de gang was. En we kunnen in Israel zien dat daar de laatste jaren een vergelijkbare ontwikkeling gaande is.”

Dit is een – verkort – citaat van één van de spreeksters op de Kristallnachtherdenking dit jaar in Amsterdam van het ”Platform Stop Racisme en uitsluiting”, het Palestijnse lid van het Israelische parlement, Haneen Zoabi. Het Platform houdt die Kristallnachtherdenkingen al jaren (vroeger onder de naam van Nederland Bekent Kleur), maar de laatste paar jaar is er steeds van alles om te doen. De vertegenwoordigers van ”officieel” Joods-Nederland vinden namelijk dat de herdenking alleen moet herdenken. En niet, wat het Platform óók doet wijzen op – en waarschuwen voor – hedendaagse uitingen van racisme.

Steevast wordt de afgelopen jaren het verwijt bij van stal gehaald dat de herdenking ”anti-Israel” zou zijn. Dit jaar waren die protesten heviger dan ooit. Zelfs werden verwijten van stal gehaald dat de herdenking ”antisemitisch” zou zijn en dat er een ”terroriste” aan het woord was gelaten. Maar dit jaar werd dan ook – voor het eerst in de geschiedenis van deze herdenkingen – het onderwerp Israel ook ècht ter sprake gebracht. En nog wel door Haneen Zoabi, Palestijns lid van de Israelische Knesset en – hoe zal ik het zeggen – een veelbesproken lid. Ze kwam in het parlement in 2009 voor de partij Al-Tajamm’u al-Watani al-Dimoqrati (Nationaal Democratische Assemblee – Balad in het Ivriet, die tegenwoordig is opgegaan in de ”Verenigde -Arabische Lijst”. Al en jaar nadat ze aantrad kwam ze al uitgebreid in het nieuws, omdat ze aan borod van het Turkse schip Mavi Marmara , dat ten koste van tien Turkse doden door de Israelische marine werd geënterd, meevoer met de Gaza Flotilla, die probeerde de blokkade van Gaza te breken. Er werd schande van gesproken en er werd – wat het Israelische hooggerechtshof voorkwam -geprobeerd haar van nieuwe verkiezingen uit te sluiten.

In 2014 werd haar zwaar aangerekend dat ze na de ontvoering van drie Joodse tienerleerlingen van een yeshiva (religieuze school) in een nederzetting in een rechtstreeks telefoongesprek met een radioverslaggever, weigerde de ontvoerders ”terroristen” te noemen. ”Het zijn geen terroristen. ” riep ze fel. ”Het zijn ‘wanhopige mensen die zich geen raad weten door de bezetting”. Ze voegde eraan toe dat ze het met hun methodes niet eens was. Maar dit laatste werd naderhand in de meeste commentaren weggelaten. Voor straf werd ze door de rechtse meerderheid van de Knesset voor zes maanden geschorst. Ook werd ze opnieuw van verkiezingen uitgesloten, wat het hooggerechtshof opnieuw ongedaan maakte.

Een derde controverse deed zich kortgeleden voor toen ze in een interview met Al-Risala, een blad met banden met Hamas, klaagde dat Palestijnen alleen individueel acties ontplooiden om de Aqsa-moskee in Jeruzalem te beschermen. Volgens haar was een volksopstand nodig. In Israelische kranten werden daar woorden aan toegevoegd – de Palestijnen moesten Jeruzalem ”met hun bloed” beschermen – waaruit op te maken zou zijn dat ze een gewapende opstand op het oog had. Premier Netanyahu vroeg om een juridische vervolging. Die er niet kwam – net zomin als in eerdere gevallen.

Het mag duidelijk zijn: Zoabi, een frêle, ietwat verlegen vrouw van 46, niet veel groter dan 1,60 meter, met een kinderlijke stem en een voornaam, Haneen die ook nog eens ”verlangen” of ‘nostalgie” betekent, is een door velen gehaat parlementslid. Ze is niet bang controversiële acties te ontplooien, houdt zich wel strikt aan de letter van de wet, maar noemt intussen steeds man en paard. ”Alle feiten die ik noem kunnen worden gecontroleerd,” riep ze tijdens haar optredens in Nederland uit. Maar omdat ze met die feiten heilige Joodse huisjes niet ontziet, is ze wel steeds het middelpunt van heftige kritiek. Ook haar Kristallnachtspeech in Amsterdam haalde weer alle Israelische kranten, met (zie onder meer Yediot Ahronot) de aantekening dat ze ”Israeli’s met nazi’s vergeleek”. Waar in Israel nauwelijks oog voor was, was dat ze intussen wel degelijk een pleidooi hield voor een vreedzame samenleving van Joden en Palestijnen met de woorden:

Wat van de onderdrukking, vervolging, verdrijving en het vermoorden van de Joden van Europa zou moeten worden geleerd en begrepen, is dat de Joodse bevolking van Israel niet een gepriviligieerde positie zou moeten hebben, maar dat we samen moeten leven op voet van gelijkheid.”

Onder vier ogen voegde ze eraan toe dat ze blij en dankbaar was geweest dat we haar hadden uitgenodigd om in een officiële setting haar afkeer van van antisemitisme en de Jodenvervolging kenbaar te maken. ”We krijgen die gelegenheid nooit, zeker niet in Israel, maar ook niet daarbuiten,” zei ze. En inderdaad, Palestijnen zijn waarschijnlijk voor veel mensen zo’n beetje het enige volk ter wereld dat bij een herdenking van Jodenvervolgingen niet welkom is. Wijlen de schrijver en Midden-Oostenkenner Edward Said had er ook al last van dat hij door sommigen niet serieus werd genomen toen hij zich onomwonden tegen antisemitisme keerde.

Ongetwijfeld is dat ongemakkelijke gevoel omtrent Palestijnen één van de redenen waarom er vanuit ”officiële” Joodse kringen zo fel op Zoabi’s komst werd gereageerd, met verdachtmakingen dat ze – om het zo maar te noemen – ”joods-onvriendelijk” zou zijn of ”terreur” zou steunen. Die golf van boze Joodse reacties was ongetwijfeld ook een belangrijke reden waarom praktisch geen krant in Nederland de moeite nam haar te interviewen of weer te geven wat ze had gezegd. Intimidatie werkt. Het is tenslotte best griezelig om je te encanailleren met iemand die van antisemitisme en terrorisme wordt beschuldigd.

Gevraagd of ze zelf niet ook vond dat ze misschien door haar felheid aan die reacties bijdroeg, zei ze twee dingen. Ten eerste dat ze haar schouders ervoor ophaalde, omdat het niet gaat om hoe ze het zegt, maar om wàt ze zegt, en dat wat dat betreft ongeveer alles meteen toch als hetze of als antisemitisch wordt aangemerkt. En ten tweede dat in Israel alles wat Palestijns is hoe dan ook controversieel is. ”Van degenen die in 1948 niet waren verjaagd – en dat waren alleen de allerarmsten en minst ontwikkelden – werd aangenomen dat ze hun identiteit in de loop der jaren wel zouden vergeten. We werden daarom – en worden steeds – ”’Arabieren” en niet “”Palestijnen” ‘genoemd. We leren niet onze eigen geschiedenis. We worden geacht onderontwikkeld te zijn. Ik leerde op school dat het feit dat ik op school zat te danken was aan de Joden, omdat die voor het eerst scholen voor ons hadden gebouwd. We worden geacht niet echt onszelf te zijn. Daarom wordt elke uiting waaruit een Palestijnse identiteit spreekt meteen als een provocatie beschouwd.”

Kritische geluiden die ook werden gehoord waren dat Zoabi geen expliciete veroordeling van Palestijns geweld had laten horen. Niet erg to the point, die kritiek, want in haar Kristallnachtspeech had ze uitdrukkelijk gezegd dat verzet tegen Israelische discriminatie of tegen de bezetting ”geweldloos en binnen de kaders van het internationale recht” diende te zijn. En bij haar twee andere openbare optredens deed ze hetzelfde.

Tijdens de eerste van die twee, in CREA, gaf ze een uiteenzetting van de 80 discriminerende wetten waar Palestijnen in Israel mee te maken hebben – van de mogelijkheid dat een dorp of gemeenschap nieuwe (Palestijnse) bewoners op grond van de wet mag weigeren (”Stel je voor dat een commissie van een dorp in Nederland Joden zou mogen weigeren om er te komen wonen,” aldus Zoabi) – tot de wet die het onmogelijk maakt dat een Palestijnse Israeli trouwt met iemand uit de bezette gebieden of een Palestijn van buiten, en het feit dat de Israelische politie niet verplicht is opening van zaken te geven over een arrestatie als er een ”veiligheidsaspect” in het geding is. (Zie voor een overzicht van al deze wetten de site van de NGO Adalah). Tijdens dezelfde avond maakte ze duidelijk dat het streven van haar partij vooral gericht is op het uitbannen van zionistische voorrechten voor Joden, het ”de-zioniseren” van de Israelische samenleving, en het creëren van een democratische samenleving waarin Joden en Palestijnen gelijkwaardig zijn.

Nog duidelijker was ze de volgende avond bij de organisatie Emcemo voor een gehoor van vooral Marokkanen. Daar legde Zoabi in het Arabisch uit wat de filosofie was van haar partij. Die is gebaseerd op de bijzondere plaats die de Palestijnen van ’48 (de Palestijnen in Israel die in de periode 1947-49 niet zijn weggejaagd of gevlucht en hun nazaten) innemen temidden van de totale gemeenschap van Palestijnen die in drieën is verdeeld: de Palestijnen ’48, die van ’67 (Gaza en de Westoever), en de Palestijnen van elders, ook wel de ”Palestijnse diaspora” genoemd. De Palestijnen van ’48 kunnen met die andere Palestijnen niet of nauwelijks contact hebben – en mogen dat ook niet. (En dat is één van de redenen , waarom Zoabi zich ook nauwelijks uitspreekt over de politiek van de Palestijnse Autoriteit of de PLO, of zoiets als het huidige geweld, dat ze wel veroordeelt, maar dat volgens haar niet los gezien mag worden van de situatie van bezetting, landroof, en gebrek aan vrijheid van de Palestijnen van ’67).

Maar die Palestijnen van ’48 mogen dan geïsoleerd zijn van de rest, zo is de gedachte van de Tajammu’, haar partij, ze nemen wel een unieke sleutelpositie in, doordat ze de enigen zijn die in Israel zelf kunnen ijveren voor een mentaliteitsverandering, waarbij Israel de voorkeursbehandeling voor alleen Joden laat vallen en – hopelijk – met andere ogen leert kijken naar het verleden. En naar wat Israel, zoals Zoabi zegt, ” in de naam van het zionisme de Palestijnen heeft aangedaan”. En alleen als dàt gebeurt, als er werkelijk een mentaliteitsverandering plaatsvindt, wordt een oplossing mogelijk van het hele Israelisch-Palestijnse probleem,” zegt ze.

Later, in de kroeg bij een glas wijn, vertelt ze dat het deze filosofie was die haar naar de politiek trok, iets wat ze aanvankelijk helemaal niet van plan was. Als studente in Haifa en later Jeruzalem (ze heeft een master in communicatiewetenschappen van de Hebreeuwse Universiteit) volgde ze destijds gefascineerd meerdere lezingen van de filosoof Azmi Bishara, die een paar jaar later, eind jaren ’90 de Tajammu’-partij zou oprichten. Bishara, was de man wiens gedachtegoed de partij haar richting gaf. Hijzelf ontvluchtte in 2007 Israel om een rechtszaak wegens spionage te ontlopen, nadat hij contact had gehad met Arabieren in het buitenland (dit was zo’n zaak waar de geheime dossiers van de binnenlandse veiligheidsdient Shin Bet gesloten bleven en uit ervaring wist Bishara dat verweer van Palestijnen in zulke zaken kansloos is). Zoabi was toen al lid van de partij. En sinds 2009 zijn zij en haar collega Jamal Zahalka degenen die Bishara’s denkbeelden over een Israelische maatschappij waarin alle burgers gelijkwaardig zijn, als zijn opvolgers uitdragen.

Het is die boodschap volgens haar die de felle reacties oproept. ”Kritiek op de ongelijkheid van de maatschappij is ook de meest doeltreffende maatschappijkritiek, in Israel,” zegt ze nog in de kroeg. ”Bij kritiek op het vele geweld, is er altijd wel een weerwoord, bijvoorbeeld dat het om terroristen ging of iets dergelijks. Maar de kritiek dat Israel geen democratie is, is echt het enige waartegen ze geen enkel verweer hebben.”

Mijn bericht over de Kristallnachtherdenking, hier.
En over de achtergronden van de controverses rondom de Kristallnachtherdenking is veel te vinden in mijn jongste boek, Kwart over Gaza. Nu via boekhandel, uitgeverij Jurgen Maas of bol.com te verkrijgen.

Kwart