WAAROM RAS ER TOE DOET.
Ik heb met ontzettend plezier het boek van Afua Hirsch, Waarom ras ertoe doet, gelezen in de Nederlandse vertaling. Plezier is misschien niet het goede woord, want het is ook een schrijnend boek. Hirsch is advocate, en journaliste, onder andere bij The Guardian.
Afua Hirsch schrijft een persoonlijk verhaal, over hoe het is als je de dochter bent van een witte Duits-joodse vader, een vluchteling, en een andere vluchteling: een zwarte moeder uit Ghana. Hoe ze ‘geprivilegieerd’ werd opgevoed in Wimbledon, een totaal witte middenklasse omgeving, met de juiste scholen, de juiste opleidingen, tot en met een rechtenstudie in Oxford. En hoe het probleem alleen leek te zijn dat je als advocate wel je haar moest ‘straighten’ omdat het er niet uitziet als je bovenop een afro zo’n traditionele paardenharen advocatenpruik moet dragen. Maar die privileges zeggen weinig hoe ze zich voelde, hoe misplaatst, hoe alleen. Altijd de enige die anders was. Ze vertelt ook over de interessante botsingen met Sam, de man die haar geliefde werd en de vader van haar dochtertje, die ook rechten studeerde, maar als zwarte man opgevoed was in het getto van Tottenham. Hij had haar privileges nooit gehad, hij had keihard moeten werken om ergens te komen, en toch is ze jaloers op hem. Want hij weet wie hij is, zijn zwarte identiteit is zijn probleem niet. Wel het racisme.
Aan de hand van hun beider verhalen, en haar eigen zoektocht laat ze zien hoe ze alletwee, maar heel verschillend, zijn gevormd door een leven in een behoorlijk racistische maatschappij. Afua dacht nog, naief, dat ze ‘zichzelf’ zou vinden in Senegal en Ghana, we lezen en leven met haar mee, om er achter te komen dat Afrika wel diep in haar zat, maar dat ze ook daar ‘anders’ was.
Op haar speurtocht naar haar identiteit, wijdt ze uit over het alledaagse en structurele racisme in Groot Brittanie. En waarom dat voor ons als Nederlanders zo interessant is: veel van haar ervaringen zijn zeer vergelijkbaar met de onze. Net zoals Gloria Wekker heeft beschreven zijn de Britten graag ‘kleurenblind’, beschouwen zichzelf als progressief, doen alsof ras er niet toe doet. Anders dan in de VS, waar de witte bevolking nooit de kans heeft gehad te doen alsof racisme niet bestond of al ver achter hen lag, want daar vond de slavernij onder hun ogen plaats. En is het bewustzijn wat voor gevolgen dat had veel duidelijker. Daar dus nooit de vraag die Hirsch bijna dagelijks krijgt: ‘waar kom je vandaan?’ Om haar er op te wijzen dat wat ze ook doet, ze nooit volledig Brits zal zijn.
Door de persoonlijke verhalen heen is het boek dus ook heel informatief, en het is in de UK een bestseller, met, net als voor Gloria Wekker dus ook de voor de hand liggende weerstanden: dat dametje had wel een beetje dankbaarder mogen zijn voor de kansen die ze kreeg, is er zo een, in een bespreking van haar boek.
Het boek eindigt met een nieuw dilemma, haar man Sam en zij moeten beslissen welke achternaam hun dochtertje krijgt. Sam wil dat ze de achternaam krijgt van Afua, Hirsch, een mooie joods-Europese naam, dan heeft ze het later makkelijker, als kind met een gemengde afkomst. En Afua wil juist dat ze de Afrikaanse naam van Sam meedraagt, zodat ze beter weet wie ze is: een meisje met een Afrikaanse achtergrond, en niet zulke moeilijkheden krijgt met het vinden van haar identiteit. Wie van de twee er wint? Lees het boek. Het is een enorm voorrecht dat we dit persoonlijke en schrijnende verhaal mogen lezen.