Amsterdam BIJ1 jun 13, 2018 | Nieuws, Opinie |
Opinie Anja Meulenbelt — Wanneer mogen we ophouden met werken?
De regering wil bezuinigen op de AOW, en zo is er bedacht dat de eens in beton gegoten leeftijd van 65 wel verhoogd kan worden — dit omdat we gemiddeld ouder worden dan vroeger. De voorgestelde verhoging van de AOW leeftijd is nu aangepast naar 66, en vanaf 2022 gaat het naar 67 jaar.
Demograaf Jan Latten, die voor het CBS werkt, weet ook dat er verschillen zijn in de levensverwachting van mensen, mensen met theoretische opleiding (wat ook wel ‘hoogopgeleid’ wordt genoemd) worden ouder dan mensen met praktische opleiding (dat wat ‘laagopgeleid’ heet), en vrouwen worden ouder dan mannen. Gemiddeld dus, en dat is alvast één probleem: niemand weet hoe lang je plezier mag hebben van je AOW. Maar is het nu eerlijker om het niet te behandelen als één pot nat en niet iedereen langer te laten werken?
Dat zou zeker kunnen, en vooral zou het beter zijn om niet te kijken naar de doorsnee levensverwachting, maar naar hoe lang iemand al betaald werk heeft verricht. Dan blijkt bijvoorbeeld dat mensen met praktische opleidingen eerder zijn begonnen met werken, er al heel wat jaren op hebben zitten als mensen die lang gestudeerd hebben nog moeten beginnen. En dus betalen mensen die praktische opleiding hebben gedaan ook langer belasting. Bovendien: mensen met praktische opleiding zitten vaker met werk waar ze eerder aan verslijten. Het gaat er niet alleen om hoe lang je leeft, maar ook met welke kwaliteit van leven. Dat is dus één punt. Mensen met lichamelijk zwaar werk, die ook eerder zijn begonnen, zouden meer recht moeten hebben om eerder met pensioen te mogen gaan. Wat zeker belangrijk is als je weet dat de meeste van die mensen de 65 ook al niet werkend halen.
En dan de vrouwen. Die leven gemiddeld een paar jaar langer, maar zoals in dit soort verhalen zelden wordt meegenomen: ook als ze part time werken en dus een slechtere pensioenopbouw hebben dan mannen, is dat niet omdat ze niet genoeg gewerkt, maar omdat het nog steeds zo is dat zij het leeuwendeel doen aan de zorg, het grootbrengen van kinderen, het ondersteunen van partners, en op latere leeftijd zijn zij het die het meeste doen aan de ‘mantelzorg’ die zwaarder en noodzakelijker wordt omdat het netwerk van sociale zorg steeds verder is uitgekleed. En ouderen die vroeger nog een verzorgingsplek konden krijgen, nu veel langer thuis moeten blijven. Ze werken dus niet minder hard dan mannen, maar vaker onbetaald, en gaan daar sowieso meestal mee door ook na de AOW leeftijd. Het zou heel oneerlijk zijn om dat niet mee te laten wegen.
En dan komen we bij het grootste probleem. Want doorwerken of niet is voor heel veel mensen geen keuze. Er moeten mensen voortijdig afhaken omdat ze het fysiek niet meer redden. Mensen die hun werk kwijtraken hebben boven de vijftig nog maar een minieme kans dat ze een nieuwe baan vinden. En met het toenemende flexwerk wordt dat alleen maar erger. Dat betekent dat het voor heel veel mensen geen kwestie is van doorwerken na hun 65ste, maar vooral de vraag waar ze van moeten leven in de periode dat ze nog geen AOW krijgen. Dat wordt dus WW, en later bijstand. En wie toe is aan de bijstand en een partner heeft die nog werkt zit dus helemaal zonder eigen inkomen. En die moeizame periode, tussen geen vetpot en echte armoede, zou nu ook nog met jaren verlengd moeten worden?
Als we het echt gaan hebben over eerlijker delen, en er rekening mee houden dat er verschillen zijn tussen opleidingsniveaus, en tussen vrouwen en mannen, dan moeten we er ook rekening mee houden dat het onrechtvaardig is om mensen die niet meer aan het werk komen, verplicht langer door te laten werken terwijl er geen werk is. Dan moet er voor ouderen ook werk zijn. Werk dat aangepast is aan hun energie en gezondheid. En dan moet het werk als mantelzorger, waarmee mensen een geweldige sociale bijdrage leveren aan onze maatschappij, ook meetellen. En mogen mensen die zich wel maatschappelijk inzetten voor de samenleving, maar geen betaald werk meer hebben niet de dupe worden van een uitgestelde AOW.
En laten we hierover ook duidelijk zijn: het gemopper van de overheid dat ouderen zo duur worden, omdat ze het verdommen om op tijd dood te gaan is onzin. Er is geld zat. De productie is verhoogd, alleen, de mensen die daar voor werken krijgen niet navenant meer betaald, terwijl de rijken wel rijker worden. De kloof tussen rijk en arm wordt steeds groter, omdat het bedrijfsleven de meerwinst niet uitbetaalt aan de mensen die die winst voor hen maken. Er zijn dus veel grotere veranderingen voor nodig om er voor te zorgen dat er niemand meer in de armoede zit, of net daarboven. Zo moet de overheid ophouden om cadeautjes uit te delen aan de multinationals, terwijl de burgers gekort worden. Belastingcenten horen niet naar banken in crisis te gaan, terwijl die nog steeds miljoenen aan bonussen uitbetalen. De marktwerking moet dus worden teruggedrongen, het sociale vangnet hersteld, mensen moeten fatsoenlijk en betaalbaar kunnen wonen, het flexwerk moet worden teruggedrongen en er moet meer baanzekerheid komen, wat kan als we het werk dat er is beter verdelen. Het gaat dus om een eerlijker verdeling van onze welvaart, en zeker niet om mensen die al genoeg hebben gewerkt langer te laten werken of langer in een uitkering te laten zitten.