Dit was de bedoeling van onze reis naar Gaza, om uit te zoeken of wij, van Stichting Kifaia, met een nieuwe partner aan het werk konden, nadat we de samenwerking met onze langjarige partner hadden stopgezet (zie daarover hier). Dat was spannend, want er hing veel van af. Door een paar tips van een vriendin die lang in Gaza had gewerkt en het terrein goed kende raakten we in contact met de Palestinian Medical Relief Society, een in 1979 opgerichte organisatie die vooral gericht is op het leveren van toegankelijke en basale medische zorg voor de bevolking van Gaza. Vanzelf werken ze dus ook voor gehandicapten. Dat klonk sympathiek, de contacten via mail en skype waren ook veelbelovend, maar waar het echt op aan kwam is dat we het zelf konden zien, of we ons konden aansluiten bij hun werk, en even belangrijk, of zij ons als partner konden gebruiken.
We kregen een fantastisch en vol programma. De eerste dag, net aangekomen, werden we in het busje naar het Haider Abdel Shafi gezondheidscentrum gereden in Jabalya, en ik kon onze gastheer vertellen dat ik dr. Haider nog persoonlijk heb gekend. Maha Barakat Elbanna, die ons van Erez op was komen halen, liet ons het centrum zien. Schoon, vriendelijk, laagdrempelig, mensen liepen in en uit met hun kinderen. Dr. Ghassan Zaqout vertelde wat ze allemaal doen: een consultatiebureau voor zwangere vrouwen, bijvoorbeeld, en meteen ook een kliniek voor geboorteplanning, het gemiddelde kindertal per familie is al omlaag van 7,8 naar 5,5 kinderen, en nieuwe gezinnen rekenen nu op drie of vier kinderen. Maar geboorteplanning hangt ook samen met educatie, en bovenin het gebouw vonden we een genderproject, waar vrouwen aan het werk waren. Want, zei dr. Ghassan, als je een beter leven wilt in Gaza dan moeten meisjes beter opgeleid worden, en niet om zo snel mogelijk te trouwen. In een aparte ruimte zaten de vrouwen te puffen op een stel sportschool machines – nee helaas mocht ik hier niet fotograferen – want de gewone basale gezondheid, voeding, beweging, was ook een groot issue. Er wordt steeds meer over nagedacht hoe je er voor kunt zorgen dat mensen niet ziek worden, in plaats van in beweging komen als ze het al zijn. In de gebouwen van het PMRS wordt niet meer gerookt – in kettingrokend Gaza op zich al een prestatie.
(rechts dr. Ghassan Zaqout)
Uiteraard een consultatiebureau voor de zuigelingen – tot vijf jaar worden de kinderen van de buurt maandelijks verwacht voor onderzoek. Het grootste probleem voor de kinderen in Gaza: bloedarmoede. Veertig procent van de kinderen lijdt er aan. En dan de darminfecties – het slechte drinkwater, de vervuiling buiten, de parasieten. Het gaat daarbij niet alleen om medicijnen maar vooral voorlichting, wat de ouders zelf aan preventie kunnen doen. En tegelijk worden alle kinderen in de gaten gehouden op zaken als mogelijke doofheid, ogen, spraakstoornissen waar je vroeg bij moet zijn, Er is fysiotherapie, ook daarbij leren de ouders oefeningen te doen met hun kinderen.
En dan zijn er de chronisch zieken – later bezoeken we de kliniek waar vooral mensen met diabetes hulp kunnen krijgen. Diabetes 2 is een groot probleem, het begint in Gaza veel vroeger dan wij in het westen gewend zijn, en het wordt vaak te laat ontdekt. We zagen in de kliniek een paar akelig kapotte voeten en benen, die vroeger zouden zijn geamputeerd, en nu met heel veel geduld en tijd door de staf behouden kunnen blijven. Zo proberen ze het aantal gehandicapten te verminderen, want dat zijn er toch al veel: 12.000 mensen in Gaza.
Gaza heeft een prachtige wet voor gehandicapten, waar vele landen nog een puntje aan zouden kunnen zuigen, alleen, die wet blijft letter en wordt zelden uitgevoerd. En dus gaat het PMRS ook aan het werk om scholen te bezoeken, 16 scholen hebben ze inmiddels ‘gerehabiliteerd’ dat wil zeggen voor gehandicapten toegankelijk gemaakt. Want kinderen met een handicap hebben niet alleen medische zorg nodig, en krukken of een rolstoel, wat ze nodig hebben is integratie, om gewoon mee te mogen doen in de samenleving. In de wet staat dat overheidsinstellingen minstens 5% gehandicapten in dienst moeten hebben. De PMRS haalt die norm makkelijk: er werken op de honderd werknemers 7 mensen met een handicap.
Gaandeweg werd ons hun filosofie duidelijk: community based hulp, dicht bij de mensen zelf, vooral ook in de arme gebieden in Gaza waar dokters geen praktijk hebben, en ook in de gevaarlijke bufferzones tegen de grens met Israël aan, waar mensen wonen die niet weg kunnen omdat het land alles is wat ze hebben. Hulp die gratis is als het kan, of heel weinig kost, zodat niemand verstoken hoeft te blijven. Wie eenmaal bekend is in het centrum kan altijd binnen komen lopen als er iets is, de specialisten reizen rond en hebben spreekuren. Een holistische visie: mensen worden niet alleen als patiënten gezien, maar als mensen die verantwoordelijk zijn voor hun eigen leven, en die meer zijn dan een medisch probleem. Het gaat dus niet alleen om hulp, maar ook om voorlichting over gezondheid in brede zin, om preventie, en om ‘advocacy’, belangenbehartiging, wat soms betekent zeuren en demonstreren bij het ministerie.
(Maha Barakat Elbanna)
We bezochten ook het uitleencentrum voor hulpmiddelen als rolstoelen en krukken. Wie ze tijdelijk leent betaald een paar shekel, wie chronisch gehandicapt is krijgt ze voor niks.
We zagen ook vriendelijke ruimtes waar spastische kinderen konden leren om de gewone handelingen te leren als zelf eten, een kraan opendraaien, en andere alledaagse kleine dingen, alleen stond het leeg. Helaas, het project was afgelopen, het geld was op. Zo gaat dat vaak, een buitenlandse donor financiert voor zeg zes maanden een project, en als de tijd om is houdt het op. We besloten ter plekke om dat anders te gaan doen.
We waren verbaasd om de peperdure machines in het geavanceerde centrale laboratorium waar allerlei bloedproeven konden worden gedaan. Inderdaad, er waren machines bij die een halve ton kostten. Ze zijn er blij mee, want het helpt geweldig om goede diagnoses te stellen, maar ze zien ook de ironie van die partiële rijkdom: buitenlandse donoren geven liever machines dan te investeren in de broodnodige salarissen, en met die machines is het ook nog zaak om onderdelen te kunnen krijgen als de zaak stuk is. Het probleem is vaak dat er een belangrijke schakel ontbreekt, en soms zijn dat simpele dingen: de canules waarmee een infuus kan worden gegeven zijn op, of de naalden waarmee bloed afgenomen moet worden, en het hele proces staat stil vanwege zaken die in een normaal land zo zouden zijn opgelost. Maar Gaza is geen normaal land, want het is belegerd door Israël, die bij bijna alles wat de grens over moet komen moeilijkheden en vertragingen veroorzaakt.
(Dr. Aed Yaghi)
Het werd tijd voor een gesprek met de directeur van PMRS, Dr. Aed Yaghi, die ons de grootste problemen kon vertellen. De belegering uiteraard, die normale medische hulp zo moeilijk maakt. Nu de tunneleconomie met Egypte vrijwel geheel is afgesloten is het nog moeilijker voor Gazanen die hulp nodig hebben die in Gaza niet te krijgen is, geavanceerde behandeling van kanker, bijvoorbeeld. Ook is het niet eenvoudig om de eindjes aan elkaar te knopen om de hulp te blijven aanbieden. Veel buitenlandse donoren willen hun geld uitgeven aan beperkte projecten, maar als die projecten af zijn gelopen is iemand weer zijn baan kwijt, en kunnen de mensen niet meer rekenen op de hulp die werd geboden. We spreken later nog met een hoge functionaris van de VN, van de World Health Organisation die beaamt dat buitenlandse donoren het vaak goed bedoelen maar niet altijd wijs met hun geld omgaan.
Deel 2, hier