Terug in Nederland, om mijn berichten te schrijven over het bezoek aan Gaza, dat wij van Stichting Kifaia daar brachten. Als condoleantiebezoek, eigenlijk, buiten onze vaste planning om. We wilden zo snel mogelijk na de laatste gruwelijke aanval op Gaza naar ze toe, om bij ze te zijn, te laten zien dat we hebben meegeleefd, dat we ze niet zijn vergeten. Om te kijken wat ze nodig hebben, wat we kunnen doen.
En nu moet ik de woorden vinden om te vertellen wat ik daar heb gezien en ervaren, en vind het moeilijk. Moeilijk omdat ik altijd een hoopvol verhaal wil vertellen al was het maar omdat ik de mensen in Nederland in beweging wil krijgen om Gaza te blijven steunen. En ik heb geen hoopvol verhaal meer. Jan zei: altijd konden we nog wel licht in de duisternis vinden. En nu niet meer.
Als er niet fundamenteel iets gebeurt, en het ziet er niet naar uit dat de wereld eindelijk tegen Israël zal zeggen: en nu is het afgelopen, dan gaat Gaza ten gronde. Precies zoals is gepland in het lang uitgerekte plan van etnische zuivering dat al voor 1948 is ingezet. Wij zijn getuige van het begin van het einde van Gaza.
Wat we aantroffen: een gigantische verwoesting. Laat niemand ons nog wijsmaken dat het Israëlische leger probeerde om burgers te ontzien. Dit is pure destructie, pure geplande en bedoelde vernietiging van de mogelijkheid voor bijna twee miljoen mensen om nog normaal te kunnen leven, om hun kinderen nog een toekomst te bieden. Voor het eerst in die twintig jaar dat ik in Gaza kom konden we meemaken: de mensen geven het op. Ze denken alleen nog maar: hoe houden we onze kinderen in leven. Het land nog redden? Vergeet het maar.
Na de eerste van de nu drie oorlogen tegen Gaza, nee niet een oorlog tussen Israël en Hamas zoals we dagelijks in de media konden horen, maar een eenzijdige oorlog tegen de bevolking van Gaza en daarmee tegen het Palestijnse volk, na die eerste aanval in 2008/9 troffen we de mensen verslagen en verbijsterd aan. Maar nog was er het gevoel: dit kan Israël niet maken. Dit gaat niet nog eens gebeuren. Dit is zo tegen alle wetten van humaniteit, dit is zo evident, de onderzoeken die gedaan werden bevestigden zo duidelijk: hier zijn oorlogsmisdaden gepleegd, dat we toch allemaal in onze redelijkheid dachten dat hier wel een eind aan gemaakt zou worden. Onze redelijkheid en behoefte aan hoop dat het recht zou zegevieren was tevergeefs. Het is nog eens gebeurd en nu voor de derde keer nog gruwelijker dan de vorige aanvallen, en iedereen in Gaza weet nu: we zijn vogelvrij. Het is wachten op de volgende aanval, ze gaan opnieuw verwoesten wat we misschien net weer met moeite hebben opgebouwd, en ze gaan gewoon door tot we helemaal kapot zijn want niemand houdt ze tegen. En daar hebben ze waarschijnlijk gelijk in, want dit valt niet langer te ontkennen: niemand houdt ze tegen. Dat is een onweerlegbaar feit.
Er was iets fundamenteel veranderd in de houding van de mensen in Gaza, en we hebben dat nog niet eerder zo meegemaakt. Mensen geven de hoop op. Ze kunnen niet meer denken aan een toekomst in Gaza. Ze kunnen alleen nog maar denken: hoe komen we deze dag door, hoe komen we aan water, waar moeten we slapen, hoe krijg ik mijn kinderen naar school. En vooral: hoe komen we hier weg. Bijna iedereen is er mee bezig om dit sterfhuis te verlaten, voordat de kinderen die nu nog leven er ook aan gaan. Mensen met hogere opleidingen en genoeg connecties in het buitenland zijn bezig om weg te komen. Iemand gaat naar België, iemand wil naar de VS waar ze familie hebben. Jonge mensen die ergens in het buitenland studeren overwegen om niet meer terug te gaan. Mensen met weinig connecties en mogelijkheden denken aan illegaal wegkomen. Door de tunnels naar Egypte, dan met de boot naar Europa. Levensgevaarlijk, en vaak betalen ze er hun laatste geld voor. Sommige mensen zijn verscheurd, omdat ze weg willen met hun kinderen, maar dan hun oude ouders achter moeten laten die al twee keer gevlucht zijn in hun leven en niet meer kunnen. We hebben niemand gesproken die nog gelooft dat Gaza een toekomst heeft. Niemand. Ze geloven niet meer in rechtvaardigheid, ze geloven niet meer in die mooie mensenrechten waar de westerlingen het steeds maar over hebben, ze hebben die mensenrechten niet gezien. Voor Israël zijn wij geen mensen, zei iemand, en voor de mensen in Europa en Amerika en de Arabische landen ook niet. Behalve voor jullie, onze vrienden, die ons kennen en weten dat we mensen zijn. En we weten dat jullie je best doen, en dat jullie demonstreren en dat jullie ons steunen, met jullie hart en jullie geld, maar jullie kunnen er net zo weinig aan doen als wij.
Ik vind het vreselijk om het te moeten zeggen, maar ik kan het niet voor me houden. Gaza gaat kapot.
En dat betekent niet dat er geen mensen zijn die zo goed en kwaad als het gaat doorgaan met te doen wat ze moeten doen. De heldhaftige mensen van onze partner in Gaza, het Palestinian Medical Relief Society, staan dagelijks op om in ieder geval medische hulp te bieden waar ze kunnen. En wij zullen hen blijven steunen zodat ze hun werk kunnen doen, zo lang als het kan. We moeten. Ook zonder hoop kunnen we niet weglopen. En we zullen hier in Nederland getuigen van wat we daar hebben gezien. En iedereen vragen te blijven helpen, te blijven demonstreren, onze politiek onder druk te zetten. Dit is wat de mensen in Gaza nu moeten doen: doorgaan zonder hoop. En wij dus ook.
Er komen meer verhalen over wat we in Gaza aantroffen. Maar dit is het belangrijkste wat ik nu moet zeggen.
Het spijt me dat ik geen hoopvoller verhaal te vertellen heb.