Bij de Kristallnachtherdenking op 9 november 2014, bij het stadhuis in Amsterdam, was een van de sprekers hoogleraar politieke geschiedenis Ido de Haan. Een heldere toespraak: antisemitische en racistische gewelddaden zijn vooral gevaarlijk als die worden ingezet door de staat. “Het grote gevaar schuilt niet in antisemitisme en xenofobie op zichzelf, maar ontstaat als van staatswege geweld tegen delen van de bevolking wordt gerechtvaardigd, gestimuleerd en georkestreerd”. Leerzaam.
Toespraak Ido de Haan
We herdenken vanavond het feit dat zesenzeventig jaar geleden, in de nacht van 9 op 10 november 1938 in Duitsland op zeer omvangrijke schaal Joden werden aangevallen. De gebeurtenis staat bekend als Kristallnacht, vanwege de vele winkelruiten van Joodse winkeliers die aan scherven werden gegooid, maar in Duitsland wordt nu de term Novemberpogrom gehanteerd. Niet alleen winkels werden vernield, maar in vrijwel alle Duitse steden werden de synagogen in brand gestoken, huizen van Joden geplunderd en Joodse begraafplaatsen verstoord. Vele duizenden Joden werden mishandeld, terwijl waarschijnlijk zo’n vierhonderd Joden om het leven kwamen.
Voor veel Joden zal de Novemberpogrom niet als een verrassing zijn gekomen. In de jaren daarvoor waren de rechten van Joodse burgers in Duitsland stap voor stap ingeperkt en werden zij blootgesteld aan vernedering en mishandeling. Pogroms, massale gewelddaden tegen Joden, waren al veel langer een terugkerend verschijnsel in grote delen van Europa. De Novemberpogrom was zo bezien het zoveelste hoofdstuk in een lange geschiedenis van massaal geweld tegen Joden. En zo is Kristallnacht ook vaak herinnerd: als een uiting van spontane volkswoede van een door en door antisemitische Duitse bevolking, die op gewelddadige wijze lucht gaf aan haar anti-Joodse sentimenten.
Maar op de ochtend van de 10e november 1938 gebeurde er iets onverwachts. De golf van geweld hield plotseling weer op. De minister van propaganda Goebbels liet vanaf 10 uur ’s ochtendsvia de radio weten dat verdere acties tegen Joden moesten stoppen. Ondertussen werden zo’n dertigduizend Joden opgepakt en gedeporteerd naar de concentratiekampen Buchenwald, Dachau en Sachsenhausen.
Wat als spontane volkswoede werd gepresenteerd, was in feite dus heel iets anders. Het ging hier om een doelbewust georganiseerde, zorgvuldige voorbereide en door de hoogste leiding van de nazistische partijstaat georkestreerde aanval op de Duitse Joden. In de maanden voorafgaand aan de Kristallnacht waren allerlei maatregelen genomen die bijdroegen aan de kwetsbaarheid van Joden. In juni 1938 begon de Gestapo lijsten aan te leggen van Joodse bedrijven en de maand erna moesten Joodse winkeliers in hun etalage kenbaar maken dat hun winkel in Joodse handen was; synagogen en andere openbare gebouwen van Joden werden niet langer door de politie beschermd; Joden moesten zich gaan identificeren met een met rode J gestempeld persoonsbewijs, waarin alle mannen als tweede naam Israel, alle vrouwen als tweede naam Sara kregen; Joden mochten geen messen en slagwapens meer bezitten; en in oktober werden Buchenwald, Dachau en Sachsenhausen uitgebreid om er tienduizenden extra gevangenen te kunnen onderbrengen.
Het enige wat nog nodig was, was een goede aanleiding. Die werd gevonden in de aanslag op 3 november van de zeventienjarige Herschel Grynszpan op de Duitse ambassadesecretaris Ernst vomRath in Parijs. In de dagen erna had de nazistische pers al opgeroepen tot vergelding voor de aanslag op VomRath, en toen die op 9 november aan zijn verwondingen overleed, was dat voor Hitler en Goebbels het moment om aan de Gauleiter enaan de SA-troepen het bevel te geven Joodse doelen aan te vallen. Voor sommige leiders binnen de NSDAP kwam die oproep als een verrassing. Zij waren geschokt door de plunderingen en brandstichting, die zij veel te weinig gedisciplineerd vonden. Maar dat was juist de bedoeling van Hitler en Goebbels: de Kristallnacht moest ogen als een uiting van spontane volkswoede en mocht daarom best een beetje uit de hand lopen. Maar natuurlijk niet teveel, en dus werd de actie de volgende morgen weer beëindigd.
Wat kunnen we nu leren uit deze geschiedenis? Wat mij betreft het volgende: antisemitische en racistische gewelddaden zijn maar zelden een uitdrukking van ‘spontane volkswoede’ – en als ze zo worden gepresenteerd of herinnerd, moet je enorm op je hoede zijn. Wie zit er achter, welk politiek belang wordt ermee gediend, wat voor staat is het die gewelddaden tegen delen van de bevolking rechtvaardigt, stimuleert of in gang zet? Dat zijn wat mij betreft de vragen die je zou moeten stellen.
De les van Kristallnacht is wat mij betreft dan ook niet dat antisemitisme en rassenhaat de wortel van alle kwaad zijn. Mensen hoeven elkaar niet aardig te vinden om te kunnen samenleven. Groepen kunnen zelfs een grondige afkeer van elkaar hebben, en toch een leefbare modus vivendi met elkaar weten te vinden. Het is misschien gebruikelijk bij dit soort gelegenheden zoals de herdenking van vanavond, om onze zorgen te uiten over toenemend antisemitisme, racisme en homohaat. We kennen allemaal de voorbeelden van gescheld op Joden, homo’s, Marokkanen, Turken en andere minderheden. Ze zijn zonder meer ergerlijk, veelal vernederend en soms ook ronduit bedreigend. Racistisch en seksistisch geweld moeten bestreden worden met alle middelen van de rechtsstaat. Maar het is allemaal niet te vergelijken met het gevaar van een staat die de vijand wordt van delen van de eigen bevolking.
Antisemitisme en andere vormen van rassenhaat en xenofobie wordenpas echtgevaarlijk als er een politieke beweging ontstaat die zo’n racistische ideologie tot grondslag van het staatsgezag weet te maken. Het grote gevaar schuilt niet in antisemitisme en xenofobie op zichzelf, maar ontstaat als van staatswege geweld tegen delen van de bevolking wordt gerechtvaardigd, gestimuleerd en georkestreerd.
Wat mij betreft zouden we ons dus zorgen moeten maken over het bewind van Victor Orban in Hongarije, die met zijn eigen partij Fidesz een absolute meerderheid heeft voor een xenofoob beleid en zich gesteund weet door de antisemitische beweging Jobbik die bij de laatste verkiezingen twintig procent van de stemmen wist te halen. Ik maak me zorgen over het autoritaire bewind van Poetin, die zijn partijkader steeds vaker de antisemitische kaart laat spelen om zijn achterban te mobiliseren. Als het om Nederland gaat, maar ik me dus net iets minder zorgen over de 20 procent aanhang die Wilders voor zijn xenofobe ressentiment weet te mobiliseren, dan om de regeringspartijen die er niet voor terugdeinzen om te spreken van een golf van Polen, Bulgaren of andere vreemdelingen die onze welvaart zouden bedreigen. Ik maak me net wat minder zorgen over demonstranten die ISIS toejuichen dan om de volkomen uitzichtloze maandenlange vreemdelingendetentie van mensen die nooit een strafbaar feit hebben gepleegd, maar zonder noemenswaardig protest door de Nederlandse staat van hun fundamentele rechten worden beroofd.
Niet de spontane volkswoede, niet het antisemitisme of de rassenhaat, maar het gevaar van een staat die tot vijand wordt van een deel van de bevolking – dat is wat mij betreft de Kristallnacht die we vanavond herdenken.
Ido de Haan
Hoogleraar Politieke Geschiedenis, Universiteit Utrecht