Een fabel van goed en kwaad
Naomi Klein, de joods-Amerikaanse auteur -activiste die met haar analyses steeds weer iets toevoegt dat nog geen ander had bedacht, heeft nu een artikel geschreven voor de Guardian, waarin ze blootlegt hoe Israël meteen na 7 oktober aan de gang ging om het gebeurde om te zetten in een simpele fabel van goed en kwaad. Daarbij is Israël vanzelfsprekend volledig onschuldig, een slachtoffer, opnieuw. De aanval op Israël wordt opgevat als een herhaling van de Holocaust, de enige genocide die onze erkenning verdient. De vijand die voor die aanval verantwoordelijk was, Hamas dus, wordt weggezet als een groep monsters, die ondanks alle regels van het internationale recht verdienen om definitief vernietigd te worden.
Dat de activiteiten van Hamas worden weggezet als puur terrorisme bij uitstek, en per definitie, niet als verzet tegen wat hen is aangedaan, maar omdat ze nu eenmaal islamitische vechtersbazen zijn, jodenhaters van huis uit, past in deze denkwijze. Zo wordt ook ontkent dat ze mogelijk een ander doel hebben dan de vernietiging van Israël, de enige staat waar joden veilig zijn. Alles wat er vóór 7 oktober is gebeurd, de Nakba, de bezetting, de belegering van Gaza, de sluipende annexatie van de Westoever, de serie aanvallen op Gaza met duizenden doden als gevolg – het doet er niet toe. Over de vernietiging van Palestina mogen we het niet hebben.
Als er één zaak is waarmee de Israel-lobby, ook de afdeling Nederland daarvan, geslaagd is in de beïnvloeding van de publieke mening, dan is dat niet eens de gewoonte om eenieder die kritiek heeft op Israël weg te zetten als antisemiet. Dat is inmiddels zo gewoon geworden dat ik meen dat de werking daarvan zijn houdbaarheidsdatum wel heeft overschreden. Wat ik veel zorgelijker vind is de vanzelfsprekendheid waarmee het Palestijnse verzet, dat zelden als verzet benoemd wordt, stelselmatig omschreven wordt als een bende terroristen. Ook mensen die vinden dat Israël te ver gaat met de verwoesting van wat er nog over is van Palestina, horen we zeggen: ja maar, Hamas.
In Nederland weten we verdomd weinig over Hamas, is mijn ervaring, behalve dat iedereen er wel een mening over heeft. Als we vragen waar die mensen die Hamas ‘tuig’ noemen hun informatie eigenlijk vandaan hebben, valt er meestal een stilte. Ik neem aan dat dat meer in de sfeer ligt van ‘iedereen weet toch wat voor mensen dat zijn. En 7 oktober heeft dat opnieuw laten zien, toch? Hoeveel mensen weten dat Hamas in de jaren van hun bestaan ongeveer alles hebben geprobeerd, óók diplomatie, óók voorstellen om tot een overeenstemming met Israël te komen, óók geweldloos verzet (waar met gruwelijk Israëlisch geweld op is gereageerd), voordat de zaak zo is opgelopen dat ze gekozen hebben voor een aanval op Israël? Hoeveel mensen realiseren zich dat de VN al jaren geleden gewaarschuwd heeft dat Gaza onder het Israëlische bezettingsregime in 2020 onleefbaar zou zijn? Het werd 2020 en Gaza was onleefbaar. Behalve de jarenlang actieve Palestinabeweging (waar ik mezelf ook toe reken) heb ik niet gezien dat de media en de politiek een serieuze aanleiding vonden om eens na te denken over onze medeverantwoordelijkheid. De aandacht verschoof naar de Oekraïne. Daar hebben Nederlanders het makkelijker mee om te beslissen wie de good guys zijn en wie de slechteriken. Oekraïne kon na de aanval rekenen op een solidaire blauw-geel vlag op het Amsterdamse stadhuis. Bij alle aanvallen op Gaza van voor 7 oktober hoefden we niet te wachten op een solidaire Palestijnse vlag. Wel een Israëlische, na 7 oktober.
Ik heb een stapel boeken en artikelen over Hamas in huis, maar het beste werk is onlangs geschreven, na 7 oktober, Understanding Hamas en why it matters. Het is samengesteld door Helena Cobban en Rami Khourdi, en bestaat uit vijf bewerkte interviews die eerder verschenen als webinars op Just World Educational, met drie Palestijnse academici en twee Europese experts die jaren doorbrachten in Gaza, Jeruzalem en de Westoever. Dat zijn Paola Caridi, Jeroen Gunning, Khaled Hroub, Mouin Rabani en Azzam Tamimi. Alle vijf hebben hun sporen al verdiend met grondig onderzoek en publicaties, en het boek is aanbevolen door niet de minsten, waaronder Avi Schlaim, John Mearsheimer en Max Blumenthal.
Kenmerkend voor dit boek is dat geen van de schrijvers en geïnterviewden kritiekloze bewonderaars van Hamas zijn. Wel mensen die de geschiedenis kennen, en hun visie plaatsen in een doordacht frame: dat van een met westerse hulp al voor 1948 ontworpen vorm van settler colonialism, verdrijvingskolonialisme dus, met een zionistische ideologie. Die komt er op neer dat het vanaf het begin van de zionistische beweging de bedoeling was om zoveel mogelijk land te veroveren voor de stichting van een ‘joodse’ staat, met zo min mogelijk niet-joden, lees ‘Arabieren’. (Ik zet dat ‘joodse’ tussen aanhalingstekens, omdat de staat niet joods is, maar zionistisch). In 1948 startte het project officieel met de stichting van de staat Israël en met de Nakba, de verdrijving van het grootste deel van de er wonende Palestijnen. Hamas is pas ontstaan in 1987, als een Palestijnse afscheiding van de Muslim Brotherhood, oorspronkelijk als een organisatie die zich veel meer bezig hield met op islamitische leest geschoeid welzijnswerk voor de bevolking in de Palestijnse gebieden. Pas gaandeweg ging Hamas over tot verzet, in alle mogelijke schakeringen die er zijn. In de jaren negentig met zelfmoordaanslagen, daarmee opgehouden, en vervolgens een geschiedenis van vreedzaam verzet, pogingen tot een diplomatieke oplossing, deelname aan de verkiezingen waarmee ze – wat niet het plan was – de overheid werden in de Gazastrook, en uiteindelijk ook weer gewapend verzet. Dat dus waarmee het westerse etiket dat al eerder op Hamas was geplakt – het zijn terroristen – bevestigd werd. Hamas heeft altijd bestaan uit verschillende interne stromingen, de meer militante, de meer diplomatieke – wat het bijzonder maakt dat het hun gelukt is om de beweging bij elkaar te houden zonder afsplitsingen.
Ik haal uit het boek een aantal punten die ik belangrijk vind, maar al te goed wetende hoe er in doorsnee over het Palestijnse verzet gedacht wordt in het westen. Niet door de groeiende protestbewegingen in onze landen, maar door onze regeringen, en vaak ook onze media. We weten welk mantra er meteen losbarstte na 7 oktober: Israël is aangevallen door terreurgroep Hamas en moet zich dus verdedigen. Waarom is het belangrijk om Hamas niet weg te zetten als een terreurgroep?
Is Hamas alleen maar een terreurgroep?
Jeroen Gunning legt uit waarom het zo schadelijk is om het steeds maar weer te hebben over die terroristen. In de eerste plaats verklaart het niets, het is alsof Hamas uit het niets is ontstaan, en geen geschiedenis heeft, geen reden heeft waarom ze tot verzet zijn overgegaan behalve dat het Arabische moslims zijn. Ze zijn nu eenmaal zo. (Waar in Nederland meteen een soort anti-moslim en anti-Arabieren racisme om de hoek komt kijken voeg ik toe)
Ten tweede betekent het definiëren van het verzet als het werk van terroristen, dat er geen politieke oplossing is. Want als terrorisme het doel is kan Israël blijven beweren dat zij koste wat kost de militaire overmacht over Hamas moeten behouden, want met terroristen kun je niet onderhandelen. Dat blijven altijd jodenhaters. Het houdt in dat de enige ‘oplossing’ is om Hamas compleet te laten verdwijnen. Maar aangezien dat Hamas een grassroots beweging is, voortgekomen uit het volk zelf, raak je het verzet niet kwijt zonder het vernietigen van dat hele volk. De genocide die nu plaatsvindt dus.
Een bijkomend vooroordeel dat in dit verhaal verpakt is, is dat Hamas alleen als gewelddadig wordt gezien, en niet begrepen wordt dat die niet alleen bezig is met verzet, maar ook deel nam aan de verkiezingen, en eenheid probeerde te brengen onder de verdeeld geraakte Palestijnen. En daarnaast in Gaza de overheid vormde, zodat de meeste Hamasleden geen verzetsstrijders zijn, maar ambtenaren, leraren en medisch personeel. Als Israël dus weer eens beweert dat ze zoveel duizend Hamas mensen heeft uitgeschakeld, dan betekent dat dat ze weer een bom op de bevolking hebben laten vallen.
We mogen niet vergeten, zegt Gunning dat de Palestijnen onder het internationale recht en de resoluties van de VN het recht hebben om zich te verzetten tegen de bezetting, als het moet ook gewapend. De gewoonte om over Israël te zeggen dat die het recht hebben op zelfbescherming, tegen het geweld van de terroristen van Hamas, draait de zaak dus om. Een bezettende mogendheid heeft niet het recht oorlog te voeren tegen de bevolking onder hun bezetting. En trouwens, hebben de Palestijnen geen recht op zelfverdediging, en waar komt het meeste geweld vandaan?
‘Wij van Hamas zijn niet geboren om voor altijd te blijven vechten. We hebben onze doelen, we willen het recht op zelfbeschikking terug, we willen onze vrijheid. Als we dat hebben hoeven we niet meer te vechten.’, zei Khaled Meshal, eens de leidende figuur in Hamas. We lezen het in het hoofdstuk van Khaled Hroub. Ze wegzetten als geboren terroristen maakt het onmogelijk om te bedenken dat er met hen te praten valt en dat er vrede mogelijk is. En dat is ook kennelijk de bedoeling.
Catastrofale overwinningen
Hroub snijdt een interessant punt aan. Hamas heeft last heeft van een reeks catastrofale en niet geplande overwinningen. Zo was het, toen ze besloten om deel te nemen aan de verkiezingen in 2006, nooit de bedoeling dat ze die zo grondig zouden winnen. Dat gebeurde (weet ik ook uit mijn eigen ervaringen in Gaza in die tijd) omdat een groot deel van de bevolking Fatah en de PLO spuugzat was, en op Hamas stemden ook als ze niet bepaald hingen aan het idee van een islamitische staat. Daar kwam ook nog de mislukte coup bij van 2007, de poging, onder andere van de PLO, ondersteund door de VS, om Hamas af te zetten. Die coup werd afgeslagen, met het gevolg dat Hamas daarna de interne macht kreeg over de Gazastrook. Wat nooit de bedoeling is geweest, want tot op de dag van vandaag streeft Hamas naar een gedeelde en door de bevolking gekozen leiding.
Een derde overwinning die waarschijnlijk niet zo bedoeld was, was het effect van de aanval op Israël op 7 oktober. Hamas had niet verwacht dat Israël zo traag zou zijn met militair in te grijpen. Waarschijnlijk was het plan vooral om een aantal Israëlische militairen te gijzelen en mee terug te nemen naar Gaza, om als eerder te ruilen tegen en deel van de duizenden Palestijnse gevangenen. Het was nooit de bedoeling dat Hamas een jaar met die gegijzelden in hun maag zou zitten. Het is ook de vraag of de zaak niet enorm uit de hand liep, met vele dode burgers tot gevolg, doordat er veel meer Palestijnen die niet van Hamas waren mee de grens over trokken toen dat bleek te kunnen. Ook is inmiddels duidelijk dat er Israëli’s zijn gedood door eigen vuur vanuit de gevechtshelikopters die op auto’s schoten, en door tanks die schoten op een kibbutz. Hoeveel dat er zijn weten we niet. Hamas heeft ingestemd met een onafhankelijk onderzoek – ook naar wat inmiddels leugens blijken te zijn, zoals die veertig onthoofde babies – maar Israël heeft dat afgewezen, zegt Azzam Tamimi.
Hamas was bereid, bij de onderhandelingen die er zijn geweest, om genoegen te nemen met de teruggave van Gaza en de Westoever, op voorwaarde dat de Palestijnse bevolking het daar mee eens zou zijn. Ook dat wordt meestal vergeten. Maar niet vergeten door de schrijvers van dit boek. Er valt met Hamas wel degelijk te praten. Het is ook al niet toevallig dat een van de mensen waarmee zeker te praten viel, Ismail Haniye, nog tijdens de onderhandelingen in Teheran werd vermoord.
Het is in de media nogal eens de gewoonte om Hamas simpelweg onder te brengen bij de organisaties als IS en Al-Qaeda, in de door de VS na 9/11 geïntroduceerde War on Terror. Of ze te zien als de loopjongens van Iran. Veel daarvan blijkt onwaar. Hamas wijkt wezenlijk af van andere organisaties in zoverre ze meer Palestijns-nationalistisch zijn dan islamistisch. Hamas heeft geen interesse in een wereldwijd kalifaat, wat we kunnen zien aan het feit dat ze geen acties voeren buiten het territorium van historisch Palestina. Ze gaat er van uit dat er in een toekomst samengewerkt moet worden met de verschillende secties in het Palestijnse volk, zoals er ook christenen zijn, linkse en marxistische groeperingen, en er rekening mee gehouden moet worden dat niet alle Palestijnen diep gelovig zijn, al zien ze zichzelf als moslims. Nu al, in het verzet, wordt er samengewerkt. Ook is er veel intern overleg, onder andere met de belangrijke groep Palestijnse gevangenen, en met vertegenwoordigers van de vluchtelingen buiten de grenzen. Hamas verschilt ook van bijvoorbeeld het regime in Iran, ze zien niets in de Iraanse gewoonte om zonder verkiezingen een reeks religieuze leiders in de regering te zetten, zegt Mouin Rabbani. Hamas is veel democratischer van aard dan meestal wordt aangenomen. De enige factie waar het niet mee lukt om tot samenwerking (en tot nieuwe verkiezingen) te komen is de veel te veel met Israël en de VS samenwerkende PLO onder leiding van de inmiddels heel weinig populaire Mahmoud Abbas.
Hamas heeft in 2017 trouwens een nieuw beginselprogramma geschreven, waarin ze expliciet duidelijk maken dat voor hen niet de joden maar de zionisten de vijand zijn. Wat er ook verder gebeurt: de joden mogen blijven. Maar niet als kolonisten. Elke Palestijn weet heel goed wie de bommen laat vallen, en wie de vijand is. In alle jaren dat ik in Gaza kwam heb ik niets meegemaakt dat op antisemitisme leek. Ik mocht mijn joodse vrienden meenemen, als ik dat wilde. Al zal ik mijn hand niet in het vuur steken voor alle jongeren die geen andere joden meer kennen dan de Israëlische soldaten. Dat er ooit nog sprake kan zijn van een samenleving zoals die er was voor 1948, waar de ouderen nog herinneringen aan hebben, waarin joden, moslims, christenen en ongelovigen vreedzaam samenleefden wordt met de dag onwaarschijnlijker.
Voor de in onze contreien veelvuldig gehoorde bewering dat het Palestijnse volk, met name in de Gazastrook, zo lijdt onder de dictatuur van Hamas, is weinig reden. Er was kritiek, Hamas was niet echt in de wieg gelegd om een overheid te vormen. Maar ook bij de laatste peiling, zeven maanden na 7 oktober, bleek 71% van Gaza van mening dat het verzet gelijk had gehad met de aanval op Israël. Hamas is dus in populariteit gestegen, niet gedaald. Ondanks het feit dat er ook mensen zijn die zich afvragen of Hamas wel rekening heeft gehouden met de mogelijkheid dat Israël op zo’n bloedige manier wraak zou nemen op de door hen ervaren vernedering, is het grootste deel van de bevolking vóór verzet. Wat begrijpelijker is als we ons herinneren hoeveel dodelijke Israëlische aanvallen Gaza er al op had zitten, en het besef dat wat er voorheen gaande was een slow motion genocide was, zonder enig uitzicht op een leefbare toekomst. De Palestijnen, ook die op de Westoever, voor wie Hamas nu populairder is dan ooit tevoren, begrijpen dat Hamas er in geslaagd is om de Palestijnse zaak wereldwijd op de politieke agenda te krijgen, want Palestina was al bijna een vergeten zaak. Ook zien ze de enorme wereldwijde protestbeweging tegen de Israëlische genocide groeien, al is er dankzij de ondersteuning van de VS nog steeds geen sprake van dat een einde aan de tegen de Palestijnen ingezette oorlog in zicht komt.
Het boek is in mijn ogen de meest informatieve publicatie die we hebben, waarin we ook, met veel bronvermeldingen, kunnen lezen hoe vaak het Palestijnse verzet heeft geprobeerd om tot een overeenstemming en een einde aan het geweld te komen. En hoe vaak zij zich gehouden hebben aan afspraken bij een tijdelijke wapenstilstand – en Israël niet. Ook aan de mensen die vooral geschokt zijn door de joodse doden van 7 oktober, en de duizenden Palestijnse doden van daarvoor, is de vraag hoeveel opties er voor de Palestijnen nog waren om hun recht op zelfbeschikking terug te krijgen.
Veel van de jongeren die in het Westen protesteren beseffen wat de meeste media en ook onze regering niet wensen te zien: dat wat er gaande is een bevrijdingsstrijd is, een loskomen uit een dodelijk kolonialisme, en hoeveel overeenkomsten er zijn met de bevrijdingsstrijd, eens, van onder andere Algerije, Zuid-Arika, Vietnam, Indonesië. Waarbij de strijders net als nu als terroristen werden weggezet tot ze gewonnen hadden. We weten ook dat er bij al die bloedige strijd om vrijheid ook door het verzet daden zijn gepleegd die niet door de beugel kunnen. Maar dat maakt niet dat we vinden dat ze ongelijk hadden om de kolonisatie af te schudden. Dus ik zeg het nog maar even: begrijpen waar Hamas vandaan komt en waar het over gaat betekent niet dat we geen kritiek zouden mogen hebben. Maar éérst is het nodig dat we het Palestijnse verzet erkennen. Als legitiem.
Het is niet voor niets dat het grootste deel van de wereld, het globale Zuiden, waar zoveel bevolkingen nog de herinneringen hebben aan koloniale onderdrukking, vierkant achter de Palestijnse vrijheidsstrijd staan, en dat de mogendheden in het Westen, juist die met een groot pak koloniale boter op hun hoofd, het net als onze regering niet opbrengen om de stelselmatige overtredingen van het internationale recht door Israël te veroordelen. Het is ook niet toevallig dat in Nederland van de groeiende protestbeweging een flink deel hoort bij migranten, vluchtelingen, afstammelingen van ‘gastarbeiders’ die de ervaring van kolonialistische onderdrukking nog in hun DNA hebben zitten.
Ik citeer Pankaj Mishra, afkomstig uit India, ’de manier waarop westerse media schrijven over de oorlog in het Midden-Oosten is geworteld in het traditionele verhaal dat het Westen graag over zichzelf vertelt: dat van verlichte supermachten die de wereld bevrijden van onvrijheid. Maar nieuwsflash: die wereldorde bestaat al lang niet meer. En de niet-westerse meerderheid wordt elke dag woedender over het brute geweld waar Israël mee wegkomt.’
Noot:
Naomi Klein, How Israel made trauma a weapon of war. In: The Guardian, 5 oktober 2024
Pankaj Mishra, Hoe de oorlog in het Midden-Oosten het falen van de westerse journalistiek blootlegt. In: De Correspondent 4 oktober 2024