Mahmoud Subuh ontvangt ons in het kantoor van het Yafa Cultural Center van het vluchtelingenkamp Balata, bij Nablus. Dat het centrum naar Jaffa is genoemd is geen toeval: de meeste vluchtelingen zijn uit Jaffa afkomstig, rondom 1948 verdreven.
In 1948 waren het 5 a 6 duizend mensen, die leefden in tenten. Ze verwachtten terug te kunnen na de oorlog, zo was het na oorlogen altijd gegaan, ze hadden hun bezittingen achtergelaten. Niet alleen hun huis en hun land, maar vaak ook hun geld, en het goud van de vrouwen. Bovendien had de VN een resolutie aangenomen, hun recht op terugkeer, resolutie 149. Maar er gebeurde niets, ook niet toen de resolutie opnieuw en opnieuw werd aangenomen.
Aan het eind van de jaren vijftig was de groep gegroeid tot tienduizend mensen – we hebben nogal de neiging om ons voort te planten, zegt Subuh, dat kun je Palestijnen niet afleren. De tenten waren vervangen door kleine sobere huisjes, op de vierkante kilometer die het kamp gekregen had van de UNRWA, de vluchtelingenorganisatie van de VN – speciaal voor de Palestijnen.
Wie kon probeerde zij geluk elders, er gingen mensen naar de Golf staten, naar Duitsland en naar Nederland (Vlaaardingen!) er konden na 1967 mensen als arbeiders naar Israel. Ze hadden meer geld, verbouwden hun huisjes, zetten er een verdieping op, er kwam riolering en stromend water. En de bevolking verdubbelde zich nog een keer. Nu leven er 25 duizend mensen hudje mudje op elkaar, in sommige huizen wonen er tachtig mensen, niemand heeft enige privacy.
Als we door het kamp lopen kunnen we het zien: stegen zo smal dat je elkaar er niet kan passeren, geen zonlicht, huizen drie, vier verdiepingen de hoogte in, hoger kan niet meer. Het maximum aan hoeveel mensen je op een vierkante kilometer bij elkaar kunt proppen is bereikt. En het is er ongezond, vuil, vochtig, en mensen krijgen last van van alles door het gebrek aan zonlicht. Longproblemen, vitaminegebrek, huidziektes, en fikse depressies.
Het is niet voor niets dat Balata beroemd en berucht werd – in de intifada’s liepen ze voorop. En dus was de repressie ook enorm, aanvallen door het leger, curfews (avondklok) keer op keer werd het kamp door het Israelische leger hermetisch afgesloten. Veel van de verzetsstrijders van Nablus kwamen uit Balata. En de prijs was hoog: in de laatste intifada verloren ze 230 mensen – meest strijders maar ook burgers. Balata werd zwaar beschoten. Zo heeft bijna elke grote familie wel een martelaar. Als we door het kamp lopen laat Subuh ons de kleine herdenkingsmonumentjes zien: een foto, een paar woorden, een paar groene planten – verder zie je in Balata geen groen – groen is goed voor hun ziel, zegt hij.
De echte slachtoffers van de bezetting zijn de kinderen. Wij proberen ze nog een beetje een leven te geven, zegt Subuh. Er zijn scholen, maar de klassen zijn vrijfti kinderen groot. Er zijn geen speelplaatsen, geen zwembaden, geen parken in het kamp. Kinderen hangen op straat. Vooral de jongens hebben problemen, ze zijn hyperactief, vechten, luisteren niet, doen het slecht op school. Het is heel moeilijk om die jongens te motiveren om naar school te gaan, waarom, vragen ze: straks zijn we dood, of we zitten in de gevangenis of we zijn werkloos, net als onze vaders. Wat voor zin heeft het om naar school te gaan?
Psychologisch gezien heeft de tweede intifada, die gewleddadiger was dan de eerste, een heel negatief effect gehad op de kinderen. Stel je voor: je vader wordt door soldaten voor je ogen in elkaar geslagen – vernederd. Dat soort methoden gebruikt het leger met opzet, ouders worden doodgeschoten waar de kinderen bij zijn – die kinderen geloven niet meer dat hun ouders hen nog beschermen kunnen, hun vader verliest zijn autoriteit.
We kennen hier een jongen, die was er bij aanwezig toen zijn vader door de soldaten in elkaar werd geschopt en geslagen. Die jongen ging door het lint en vloog de soldaten aan. Hij verdween voor twee jaar in de gevangenis. Hij was veertien. Het enige waar hij nog aan denken kon toen hij er uit kwam: hoe kom ik aan een wapen. Ik ga die soldaten doodschieten. Hij zit vol met haat en opgekropte agressie. Nu zit hij weer in de gevangenis. Hij is negentien. Er zijn kinderen, die weten niet meer wat angst is. We hadden een jongen van zes, die sprong zo op een tank.
Wij proberen zulke jongens iets zinvols te doen te geven, en de echt getraumatiseerde kinderen krijgen specialistische hulp. We doen het met muziek, met theater, ze moeten veel bewegen en zich uiten. Ze maken hun eigen krant, verwerken daarmee hun eigen leven, ze moeten gewoon weer een beetje plezier in hun leven krijgen. ze mogen videocamera’s gebruiken om filmpjes te maken over het leven in het kamp. We doen hiphop en breakdance – dat gaf nog een hele discussie, want de religieuze mensen vinden dat niet een goed idee. Het is niet makkelijk, want die jongens kunnen ze zich niet lang concentreren, ze vervelen zich heel snel. Het lijkt soms net een kooi met rondspringende apen.
Er zijn ook andere problemen, stille problemen. Veel vrouwen zijn hun man of hun zoon kwijtgeraakt. Hier is de verzetscultuur dat je trots bent als je man of zoon zijn leven gegeven heeft voor de strijd, en dat is mooi, dat mensen een manier hebben om die dood zin te geven. Maar dat betekent ook dat er heel weinig aandacht is voor een normaal rouwproces. Je mag niet lang verdrietig zijn. Dus krijgen de vrouwen hartklachten, psychische klachten die ze zelf niet begrijpen, ze worden depressief.
En we hebben hier ook nog een klein centrum voor de 750 gehandicapten van de laatste intifada. Helaas hebben we geen tijd om dat centrum te bezoeken, want natuurlijk interesseert het me. Ik beloof Mahmoud Subuh terug te komen, om het centrum te bezoeken en te kijken of we wat kunnen doen.
Politiek, natuurlijk komen er ook vragen wat de toekomst moet zijn van al die vluchtelingen. Luister, zegt Subuh, ons recht op terugkeer is onvervreemdbaar. Niemand, ook geen Palestijnse leider, kan dat recht van ons afnemen. Maar ik ben ook realistisch. Eens waren er 800.000 vluchtelingen, nu is dat bijna tien keer zoveel, zeven miljoen mensen. Ik weet ook wel dat die niet meer allemaal terug kunnen gaan naar hun huizen en hun land. En dat hoeft ook niet. Ik heb het prima hier in Nablus, er zijn mensen in Australie, die willen daar blijven. Maar twee dingen moeten er gebeuren: ten eerste dat ons recht wordt erkend. En dan kunnen we praten. Op zijn minst moeten wij het recht terugkrijgen om het land dat eens van ons was te bezoeken, om ons er vrij te kunnen bewegen.
Het is alweer tijd. We bezoeken nog een oude kerk, met Jacob’s bron, je ziet hier kerken en moskeeen vlak naast elkaar. Een van de priesters van de kerk, een man van in de zeventig, werd door de kolonisten doodgeslagen in de kerk. We gaan nog naar de universiteit, en ontmoeten nog een andere man die ons veel te vertellen heeft. En op de terugweg moeten we even knefe eten, een speciale lekkernij van Nablus, bestaande uit kaas met iets zoets erop en daar weer nootjes bovenop, een calorieenbom. De jonge man die ons de warme bordjes brengt heeft een T-shirt aan: We are no angels.
Hoi Anja,
Ik ben zelf net terug van mijn (allereerste!) Palestina reis. Ik heb veel dezelfde plekken bezocht als jij nu, en soms zelfs dezelfde gidsen gehad.
Jouw verhalen en foto’s verzachten mijn heimwee enigszins!
Heb nog een goede tijd daar, groe, Brechtje
Wat beweegt toch de Nederlandse regering?
http://www.haaretz.com/hasen/spages/1126213.html
The 192-member General Assembly adopted the resolution Thursday by a vote of 114-18, with others absent or abstaining. The resolution calls on the Security Council to act if either side fails to launch credible investigations within three months.
……………………………………………………………………………………………………….
Apart from Israel and the United States, a number of European countries including Italy, the Netherlands, Poland and the Czech Republic voted against the resolution. But the European Union was split, with others including Britain and France abstaining. Most developing countries voted in favor.
Geld boven mededogen!
Wat bedoel je met die kreet, Harrie?
Hoi Brechtje – ja ik weet nog goed hoe het was, de eerste paar keer terugkomen uit Palestina. Het bleef ontzettend trekken, en ik miste mijn mensen daar echt. Dat was voor mij een aanleiding om me structureel te verbinden, er wat te gaan doen. Dat is niet altij eenvoudig geweest, maar ik heb er geen moment spijt van gehad.
Hallo Anja,
Een Israëlische schrijver – ik meen dat het Amos Oz was – heeft ‘ns geschreven dat alles wat met de bezetting van Palestina te maken heeft uiteindelijk grondspeculatie is.
Gelet op het buitensporige geweld van de staat Israël dat door geen enkele spirituele visie gedragen kan worden, naast het feit dat nogal wat mensen het respect voor de ander schaamteloos op zij kunnen zetten als geld/macht het enige alternatief lijkt om zich staande te houden, wordt – voor mij althans – dit deel van het drama een beetje begrijpelijk.
Hallo Anja,
Waar is mijn reactie?
Groet,Harrie
Harrie, ga even naar de spelregels, .Bijdragen worden niet automatisch geplaatst, ik bekijk ze eerst, als ik tijd heb, en beslis dan of ze er op komen.
Je begrijpt overigens beter wat Israel bezielt als je uitgaat van het zionistische doel: zoveel mogelijk land met zo min mogelijk Palestijnen er op, en een exclusief joodse staat. Voor sommige kolonisten is dat wel degelijk ‘spiritueel’ (God heeft ons dit land gegeven) en met geld/macht heeft het maar gedeeltelijk te maken.
Harrie, ga even naar de spelregels, hier. Bijdragen worden niet automatisch geplaatst, ik bekijk ze eerst, als ik tijd heb, en beslis dan of ze er op komen.
Je begrijpt overigens beter wat Israel bezielt als je uitgaat van het zionistische doel: zoveel mogelijk land met zo min mogelijk Palestijnen er op, en een exclusief joodse staat. Voor sommige kolonisten is dat wel degelijk ‘spiritueel’ (God heeft ons dit land gegeven) en met geld/macht heeft het maar gedeeltelijk te maken.
Beste Anja,
Sorry dat van “waar is mijn reactie” was een foutje. Natuurlijk maak jij uit of een bijdrage op jou blog thuis hoort of niet!
Een kanttekening bij jou argument dat het zionisme met geld/macht maar gedeeltelijk te maken heeft en dat het los van spiritualiteit zou staan zoals dat uit je redeneertrant is op te maken.
Dat de kolonisten zich identificeren met een spiritualiteit die alles rechtvaardigt is me duidelijk, maar zij zijn het niet die de investeringen doen, zij voeren de taken uit die de investeringen mogelijk maken: infrastructuur, landbouwprojecten, verdediging, etc.
De uitvoerders zijn slachtoffers van investeerders die de voor het merendeel kwetsbaarste elementen van de Israëlische samenleving, naast het geld ook de argumenten aanreiken als zouden zij hun leven aan een nobele taak wijden en godsdienst is voor deze mix altijd het middel bij uitstek geweest. De conquistadores dachten ook aan de goede kant van de wet te staan, ook zij bestonden voor een groot deel uit de verarmde adel van de natie, ook zij legden niet aan zichzelf maar aan de machthebbers van Spanje verantwoording af die op hun beurt de zegen van ‘Gods vertegenwoordiger op aarde” kregen.
Dat academici, boeren, soldaten en politici(!) niet inzien dat de daad (structurele moord op vrouwen en kinderen) de werkelijke aard van een godsdienstig regime bloot legt, komt omdat ze zich door deze argumenten gevrijwaard achten van hun eigen verantwoordelijkheid – en naarmate er meer bloed vloeit worden deze overtuigingen fanatieker eindigend als de enige zekerheid die hen te midden van het bloedbad staande houdt: “Befehl ist Befehl”, in combinatie met een permanente black-out van het geheugen zoals in Ari Folman’s “Waltz mit Bashir”.
Noem het een paranoïde filosofie van mij, maar er valt nogal wat te verdienen aan grond waar je niets voor hebt hoeven betalen en waar je na een 20-tal jaren miljarden mee kunt binnen halen, temeer nog omdat je als 51st staat van Amerika weet dat niemand een vinger naar je durft uit te steken.
Vriendelijke groet, Harrie de Kroon