Training voor de kleine staf van Open House, het centrum voor de LGBT mensen in Jeruzalem. Tel Aviv en Jeruzalem – het zijn twee verschillende werelden. In Tel Aviv staan de varkensworstjes op het menu in het restaurant waar we eten, en ondanks sabbat is veel open. ’s Nachts hoor je nog heel laat de vrolijke stemmen buiten – het lijkt er wel voortdurend feest. Een beetje hysterisch feest, alsof er iets moet worden weggeschreeuwd, denk ik soms, maar dat kan ook projectie zijn. In het gay centrum in het park, waar we waren, zitten de lesbische stelletjes met hun kindertjes op het terras. Ondanks de moorden die zijn gepleegd in augustus, en het feit dat de dader nog steeds niet is gepakt, zie ik hier niets van bewaking. In Tel Aviv is het niet zo moeilijk, als je dat wilt, om alles te vergeten, de bezetting te ontkennen, niet te zien wat er aan de andere kant gebeurt. “This side of the wall”, zo noemt psychologe Rahel dat, die nooit vergeet wat er aan de andere kant is.
In Jeruzalem is het lastiger om die realiteit te ontkennen. Het leven is er voor wie gay is moeilijker. De orthodoxen hebben de meerderheid in de stad, de strijd om Oost Jeruzalem is om de hoek. De mensen van Open House hebben het zekere voor het onzekere genomen, en er is bewaking bij de deur, een boord “geen wapens toegestaan”, en iedereen die binnen wil moet de tas openmaken. Komen er sinds de moord meer of juist minder mensen naar Open House, vraag ik. Meer, zegt een van de medewerksters. De behoefte om ergens met lotgenoten te zijn is gegroeid, nu de bedreiging sterker wordt. Maar er zijn ook vast ouders die hun jongeren verbieden om naar een plek te gaan waar homo’s bij elkaar komen – juist door het gevaar.
Dit is de tegenstelling: je kunt als je wilt met oogkleppen op een aardig leven leiden. Zonder oogkleppen wordt het moeilijker. Wie de ogen niet sluit ziet dat er binnen Israël zelf gestadig een proces gaande is waarbij niet alleen de Palestijnen de vijand zijn, maar iedereen binnen de samenleving die als ‘anders’ en ‘verkeerd’ wordt gezien. De man die al is opgepakt wegens moord op een paar Palestijnen, en een aanslag op de linkse professor Sternhell, deelde ook pamfletten uit waarin hij de homo’s veroordeelde. Onlangs vond er een grote demonstratie plaats van mensenrechtenactivisten, vijfduizend mensen. De deelnemers kwamen van allerlei groepen en groepjes die opkomen voor de migranten, of die zich verzetten tegen het martelen – het punt is dat zij nu zelf doelwit aan het worden zijn. In toenemende mate worden demonstranten opgepakt, er zijn invallen geweest bij een feministische anti-militaristische groep als New Profile. De beschuldiging dat zij mensen er toe aangespoord zouden hebben om dienst te weigeren – in Israël strafbaar – is inmiddels weer ingetrokken, maar het lijkt de gewoonte te worden om activisten eerst op te pakken en dan pas te kijken of daar legaal gezien reden voor is. Terwijl Israël zich naar buiten toe nog steeds graag afficheert als een liberale democratie met vrijheid van meningsuiting, kalft dat binnenskamers heel erg snel af. En dat de overheid geen poot uitsteekt om hun kritische burgers te beschermen, integendeel, ontgaat ultra-rechts niet, die in toenemende mate te keer gaat tegen de hele lijst van mensen die ‘niet deugen’, en soms ook de daad bij het woord voegen. Het geeft een beklemmende sfeer.
In de dagen dat ik er was sprak ik met veel van de mensen, en het viel mij op hoe weinig ze te koop liepen met wat ze allemaal deden en hadden gedaan. Een psychologe vertelde dat ze in Israël een hotline voor slachtoffers van verkrachting had opgezet, en dat die was opengesteld ook voor vrouwen uit Gaza en de Westoever – nu is die telefoonlijn voor de Palestijnen zelfstandig. Een andere vrouw vertelde jarenlang als vrijwilligster bij B’Tselem te hebben gewerkt. Een van de jonge mannen die in de training zat bleek de vorige week gearresteerd te zijn bij een demonstratie in Sheikh Jarrah, een Palestijnse wijk in Oost Jeruzalem, waar steeds meer Palestijnen uit hun huizen worden gegooid. Een ander heft dienst geweigerd. Maar, zegt hij, ik betaal nog steeds belasting, ik ben nog steeds deel van dit systeem. De meeste mensen die ik spreek zien de verbindingen: ze komen niet alleen op voor homo’s, maar zijn tegen alle onderdrukking uitsluiting, discriminatie. (En ik denk: het lijkt er op alsof vrouwenbeweging, homobeweging hier in Nederland dat zijn vergeten). Wie voor de mensenrechten van homo’s is, is dat vanzelf ook voor de mensenrechten van migranten of van de Palestijnse burgers. En iedereen die ik spreek blijkt het vermoeiende gevoel te hebben nooit genoeg te doen. En tegen de bierkaai te vechten.
Tegelijk is het een dilemma. Een van de leiders zegt: als wij bekend zouden staan als te radicaal, te links, zijn we tegelijkertijd niet meer open voor de homo’s die nog conservatiever denken. Ook orthodoxe homo’s moeten bij ons terecht kunnen. Het mag geen verplichting zijn dat je politiek actief bent. Het hoort bij de vele thema’s waar de LGBT beweging mee te maken heeft, en die ze, willen ze hun kracht niet verliezen, in de komende tijd mee bezig moeten zijn.
De foto’s zijn gemaakt in Open House.
Interessant deze reportage maar het gaat wel over de bezettende macht. Kan je ook een reportage maken over soortgelijke initiatieven in de bezette gebieden? Wat is er op dat gebied aan de hand? Wel interessant om te weten.
Ik maak geen reportages ‘in opdracht’, Caroline, ik ga ergens heen omdat ik daar werk en maak er dan een verhaal van. Maar ik heb wel al eerder kennis gemaakt met Haneen Maikey, de Palestijnse tegenvoeter van Open House, die eens vanuit het Open House is ontstaan en nu zelfstandig is. Zie hier en hier toen Haneen in Amsterdam op werkbezoek was.