De vorige keer dat Van Agt in Groningen sprak zat de zaal met meer dan driehonderd mensen vol, hoorde ik. Dus hadden ze deze keer maar meteen de Nieuwe Kerk afgehuurd. Wederom: vol. Wat een massa mensen kwamen er luisteren naar Dries van Agt, over de rechten van Palestijnen en Israël.
Ik ken zijn verhaal, en ik ken Van Agt, ik heb zijn boek gelezen, Een schreeuw om recht. (Aanbevolen). Toch is het boeiend om naar hem te luisteren, vooral om de hartstocht waarmee hij zijn stellingen naar voren brengt.
Een leuke avond wordt dit niet, waarschuwde van Agt. Grote grieven heeft hij tegen Israël, zegt hij, grieven die vooral liggen in het vlak van het internationale recht dat door Israël met de voeten wordt getreden. Niet één keer, maar telkens weer, en structureel. Israël heeft zich aangesloten bij de Rode Kruis verdragen van 1949, vertaald: het internationale humanitaire recht, of het oorlogsrecht, dat bepaalt wat landen wel of niet mogen doen als ze in oorlog zijn met een ander land. Dat recht heeft Israël aan zijn laars gelapt door de eigen bevolking over te brengen naar de bezette gebieden en daar nederzettingen te stichten. Inmiddels zit daar nu een half miljoen kolonisten, en het is een illusie dat je die daar nog weg krijgt. Waarmee de kans dat er vrede kan komen door naast de staat Israël een Palestijnse staat op te richten wel verkeken is.
Een tweede grote schending van het internationaal recht is het bouwen van de muur, niet op de wapenstilstandslijn van 1949, maar ruimschoots op Palestijns gebied, waarmee 10% van het gebied al de facto is geannexeerd. En het is opmerkelijk, zegt Van Agt, dat de Palestijnen daar niet op hebben gereageerd met zelfmoordaanslagen. De uitspraak van het Internationaal Gerechtshof in den Haag was in meest klare taal mogelijk gesteld: het bouwen van een muur volgens het tracé dat is gekozen is illegaal.
En dan Oost-Jeruzalem dat is bezet, en geannexeerd, terwijl er geen land is dat die annexatie heeft erkend, zelfs de VS niet.
Ons land heeft er een paar honderd jaar over gedaan om een rechtsstaat te worden, en wij weten nu wat dat betekent, zegt hij. En waarom het zo’n pijn doet dat Israël zicht niet aan het recht wil houden, is dat het tegelijkertijd wel bij de beschaafde wereld wil horen, wel zegt dat ze bij de westerse cultuurkring willen horen – zie de hartstocht waarmee ze deelnemen aan de voetbalcompetities en dat onnozele songfestival. Maar dan ondertussen wel doorgaan met het schenden van het belangrijkste waar we als westerse wereld voor staan. Zelfs Biden accepteert niet meer wat Israël nu doet.
Van Agt komt tijd tekort om alles te zeggen wat hij belangrijk vindt, over Gaza heeft hij het nog niet gehad, over water, maar nu komen de vragen van het studentenpanel, onder leiding van hoogleraar Jaap de Wilde. De vraag naar het verdelingsplan, waarom de Palestijnen dat niet geaccepteerd hebben, en waarom dat niet rechtvaardig zou zijn, de vraag of Israël niet onevenredig hard aangeklaagd wordt, er zijn toch ook nog andere landen die het internationaal recht schenden, kijk naar Nederland in Afghanistan. De vraag waarom Van Agt niet destijds, toen hij nog minister-president en minister was meer afstand had genomen van de Amerikaanse lijn. Maar ook lofzang: als geen ander komt Van Agt nu op voor een zaak die de Palestijnse overstijgt: die van het internationale recht. (En als ik tijd heb kom ik binnenkort terug op een belangrijk verhaal van Jeff Halper, waarom de oorlog tegen Gaza tegelijk de oorlog is om het internationaal recht af te breken – en dat gaat ons allemaal aan)
Over de verandering in zijn stellingname: ik heb mezelf al in staat van beschuldiging gesteld, zegt Van Agt. Maar dit moet gezegd: er was in die tijd nog niet zoveel van het onrecht te zien, we wisten dat Israël de resolutie niet had uitgevoerd om het land terug te geven, en de vluchtelingen terug te laten komen, maar toen dacht iedereen nog dat ze wel weg zouden gaan uit de bezette gebieden. Pas in de jaren tachtig werd de grootste zonde zichtbaar, kwamen de nederzettingen, de muur, de checkpoints. Ik was dus allesbehalve schoon, zegt hij, maar zo’n kaffer als in de vraag besloten ligt waarom ik toen niet meer heb gedaan was ik nou ook weer niet.
Of er nog oplossingen zijn? Met de kennis van nu is het duidelijk dat Oslo een ramp voor de Palestijnen was, zegt Van Agt. Denkt er iemand nu nog dat er een Palestijnse staat kan komen? Het enige alternatief is dan een bi-nationale staat, en een einde van de joodse staat, wat we goed moeten begrijpen, dat betekent het einde van de joodse overheersing, en niet het einde van Israël, zoals het einde van de apartheid niet het einde was van Zuid Afrika, integendeel. Maar met het einde van de apartheid is het onmogelijk geworden dat Zuid Afrika ooit nog een witte staat zal worden. Zo’n proces heeft Israël ook nog voor de boeg, willen ze ooit vrede en veiligheid hebben.
Natuurlijk moet er in die volle zaal ook nog iemand opstaan die zich afvraagt of Van Agt geen antisemiet is, samen met Duisenberg en Meulenbelt, want wie komt toch op het idee om de enige democratie in het Midden Oosten aan te vallen. En of het er niet mee te maken heeft dat Van Agt als christen nog steeds denkt dat de joden Christus hebben vermoord? Daar kan van Agt meteen korte metten mee maken. Christus vermoord? Nooit ben ik vergeten dat Jezus een zoon was van het joodse volk, zegt hij. Maar het grote probleem is dat het de politici van Israël zelf zijn die geen onderscheid maken tussen de staat Israël en het joodse volk. Juist omdat zij doen alsof zij de enige rechtmatige vertegenwoordigers zijn van het gehele joodse volk zijn er mensen die geen onderscheid maken, en rechtmatige kritiek op Israël, dat niets met antisemitisme te maken heeft, verwarren met opvattingen over joden. Ik zal die fout nooit maken, zegt Van Agt.
Hij krijgt een staande ovatie.
Hier, de link naar het Rights Forum
De bijeenkomst was georganiseerd door SIB, Stichting Groningen Jabalya en Studium Generale Groningen.
Beste meneer van Agt,
Ik schrijf dit in de hoop dat u dit zult lezen en dat dit krabbeltje kan dienen als een soort aanmoediging in het zeer bijzondere werk dat u voor de Palestijnen verricht.
Ik ben een zoon van een Palestijnse vader en een Nederlandse moeder, 19 jaar en ik studeer Rechten aan de RUG. Tot deze week heb ik me eigenlijk vrij weinig met de Palestijnse kwestie bezig gehouden, ik heb een profielwerkstuk over de Muur geschreven en delen uit uw boek gelezen, ben 5 keer in Jeruzalem geweest bij mijn familie, maar dat was het dan ook wel. Totdat ik gisteren naar uw lezing ben geweest waarin u over uw boek praat en vooral wat de Palestijnen wel niet voor onrecht is aangedaan. Ongelofelijk om te zien hoe iemand in uw positie 180 graden de andere kant op kan draaien en met wat voor een dosis aan energie en overtuiging u daar stond te vertellen. Dit motiveert mij om me als de donder in te gaan zetten voor mijn volk! Ik heb me inmiddels aangesloten bij een club die zich met de kwestie bezighoudt en wil graag bij de SIB gaan. De eerstvolgende demonstratie is al gepland. En ik zal zeer zeker met de juridische kennis die ik de komende jaren ga vergaren het onrecht bestrijden dat de Palestijnen wordt aangedaan.
Al met al dus een grote pluim voor u meneer van Agt!!
Met Vriendelijke Groet,
Emile Sahhar.
Go for it, Emile!
Wat me wel ergert aan Van Agts uitspraken -ik heb het al eens eerder gezegd-, is, dat wel degelijk al vanaf 1967 bekend was dat Israël het internationale recht schond. Bovendien is het Palestina Comité in 1969 opgericht. Een ander voorbeeld: de studentenvereniging Politeia (ik zat toen in het landelijk bestuur) nam in 1968 resoluties aan tegen de bezetting door Israël van de Westoever.
Wie dus weten wilde, kon weten. En het is dus helemaal niet zo dat “iedereen” toentertijd nog achter Israël stond en wel geloofde dat dat land het internationale recht zou respecteren. Dat gold wel voor niet-links georiënteerden als Van Agt, en nog veel anderen natuurlijk.
Maar goed, dat alles neemt uiteraard niet weg dat het een heel goede zaak is dat CDA-ers als Van Agt en Van den Broek het licht hebben gezien wat betreft Palestina/Israël.
Goed zo Emile, ik hoop dat je heel veel leeftijdsgenoten kan overtuigen van de dringende noodzaak om deze zaak opgelost te krijgen. Het kan zo niet langer! Ik was ook present bij de lezing van Dries van Agt. Hij is een voorbeeld voor velen. Nog zo’n voorbeeld is in the UK. Zie http://www.georgegalloway.com
Deze briljant sprekende MP member of Parliament organiseerde ” a lifeline from Britain to Gaza ” en hij becommentariseert op innemende wijze foute uitspraken over Palestijnse kwesties. Ik mag hopen dat Job Cohen zich vanuit ons parlement duidelijker zal uitspreken over Israel en daden bij de woorden voegt.
Anja, kunnen wij in Nederland ook zo’n lifeline organiseren?
Zie vivapalestina.org
Wij kunnen heel bewust producten uit Israel niet kopen.
Zie http://www.peaceconsumer.org
Gelukkig zijn er heel veel initiatieven, dat geeft hoop.
met vriendelijke groet
Henna van Opstal
Wanneer bij een dergelijke bijeenkomst weer de vraag gesteld wordt over “Ja maar de Palestijnen hebben in 1947 het verdelingsplan niet geaccepteerd…”, dan zouden we eigenlijk de VN moeten een vragen om voor hun huis en tuin een verdelingsplan op te stellen. Deze Bataaf heeft hierbij recht op alle huizen en tuinen van deze vraagstellers op grond van historische rechten van 5000 jaar geleden. Die voorvaders van mij hebben daar vroeger al pijlpunten geslepen.
Leo, Ik ben het er volkomen mee eens! Ondanks de belofte van Franklin D. Roosevelt aan Abdel Aziz (koning van Saudi Arabie
vlak voor zijn overlijden gedaan om niets te ondernemen al voor ook de Palestijnen geraadpleegd te hebben. Harry Truman en zijn
minister van BuZa Marschall hebben zich niets van deze belofte aan getrokken. Met de Palestijnen (oorspronkelijke bevolkig is niet gesproken! Als dat wel was gedaan was het waarschijnlijk? anders gelopen! J.F. verhagen
Hallo Anja,
Ik heb Van Agt ‘meegemaakt’ tijdens een interview met hem door Jorn De Cock, journalist van De Standaard op de Boekenbeurs in Antwerpen. (nov 2009)
Ik heb in Van Agt ergens een ‘zusterziel’ ontdekt. Niet omdat ik zo actief ben voor de Palestijnse zaak, maar omdat ik qua opinie over die zaak een gelijkaardig parcours gekend heb als hij.
Ik heb me ook blindgestaard op het feit dat Israël na alles wat de joden tijdens WO II meegemaakt hadden wel recht hadden op een land en een staat. Mettertijd ben ik gaan inzien dat dat recht op een land niet ten koste mocht gaan van het evengrote recht van de Palestijnen op een eigen land en staat.
Wat me op die ontmoeting met Van Agt bespaard is gebleven is dat genre vragen of hij geen antisemiet was..
Wat ik van die namiddag op de Boekenbeurs in Antwerpen wel meedraag is het kolossale enthousiasme van Van Agt, zijn strijdlust. (Op zijn leeftijd!)
Ik kan alleen maar Olav Meijer bijtreden. Hij zegt dat hij blij is dat Van Agt en Van den Broeck ‘het licht gezien hebben’.
Ik heb het uiteindelijk ook gezien. Alleen idioten kunnen dat licht niet zien.
Hoe dan ook de mogelijkheden om aan informatie te geraken zijn nu totaal anders dan in 1967, er was toen wel TV, maar de informatie sijpelde pas 3 weken later onze huiskamer binnen, en het internet moest nog uitgevonden worden.
Vergeten we niet dat in die tijd het bijna één vol jaar duurde voor de gruwel van My Lai in de Vietnamoorlog de wereldopinie bereikte. En uiteindelijk de sympathie voor die ‘oorlog-tegen-de-terroristen-van-toen, nl de communisten deerlijk afkalfde.
Maar Beste Olav, je zegt: ‘Een ander voorbeeld: de studentenvereniging Politeia (ik zat toen in het landelijk bestuur) nam in 1968 resoluties aan tegen de bezetting door Israël van de Westoever.’ Ewel, beste Olav, ik was 18 in 1968, en ik herinner me van in die tijd dat het meeste van wat studentenverenigingen in die tijden zegden, door de politiek als utopische lapzwans afgedaan werd….
@ Roos de Fraine (7):
Excuus ervoor dat ik nu pas reageer: ik had verzuimd hier eerder “terug te lezen”, en zie jouw commentaar nu pas. Ik houd het kort, want het is nogal oude geschiedenis en eigenlijk “off topic”.
In Nederland werd echt niet alles wat studentenverenigingen zeiden door de politiek als “utopische lapzwans” afgedaan. Eind jaren zestig en begin jaren zeventig werden bv. hele pagina’s in kranten besteed aan bezettingen van gebouwen, waarbij ook woordvoerders, soms uitvoerig, werden geciteerd. Wel is het zo, dat veel mensen nog vreemd en verrast aankeken tegen allerlei nieuwe en vaak radicale ideeën.
“Politeia” -waarvan ook nog vroeger bv. Joop den Uyl en Max van der Stoel lid zijn geweest- was een gemengde socialistische organisatie en genoot toentertijd wel bekendheid, net als de SVB (Studentenvakbeweging). Men was het natuurlijk vaak niet (geheel) daarmee eens, maar serieus werd de organisatie wel genomen. Zo heeft ze in een vroeg stadium al demonstraties georganiseerd tegen de oorlog in Vietnam.