Ik heb mooie herinneringen aan de keren dat ik deelnam aan de Seideravond viering, het feest van joods Pasen, Pesach. Het is een prachtig ritueel, avondvullend, aan de hand van de Haggadah, met liederen, voorgeschreven glazen wijn, morsen bij de tien plagen van Egypte, vragen aan de kinderen en spelletjes, de deur openzetten voor het geval de profeet deel wil nemen aan de dis, en dat indrukwekkende verhaal van de uittocht uit Egypte, en de bevrijding uit de slavernij.
Het leent zich ervoor om er een eigen invulling aan te geven, en die paar keer dat ik er bij was deed de vader des huizes dat ook: de ene keer, met een glimlach naar mij, ging het over vrouwenemancipatie, de andere keer dat er in het boek staat dat er ook andere volken meegingen met de joden: een verwijzing naar de mogelijkheid om het niet alleen over de onderdrukking en vervolging van joden te hebben, maar het bevrijdingsverhaal uit te breiden naar allen die worden achtergesteld en vervolgd. Zo zag ik op de foto’s in de kranten over seideravond op het seiderbord met de rituele ingrediënten: een ei, een lamsbotje, de maror (mierikswortel) – het bittere kruid, ook een sinaasappel liggen. Een toegevoegd symbool door progressieve joden – het staat voor de deelname van vrouwen maar nu ook voor het opnemen van homo’s en lesbo’s en transgender mensen.
Pesach hoort een tijd te zijn van hoop. Maar er zijn met name progressieve joden die dat nu niet zo ervaren. Jerry Haber, een pseudoniem van een Israëlische professor, die zich ook wel The Magnes Zionist noemt naar een door hem bewonderde zionist die nog eens en tevergeefs voor een binationale staat was waarin joden en Arabieren samen konden leven viert dit jaar geen vrolijk paasfeest. Op zijn door mij zeer gewaardeerde website – al wil ik eigenlijk nog wel eens van hem weten waarom hij zich nog steeds zionist noemt maar die discussie heb ik ook met sommige van mijn beste vrienden – schrijft hij hoe droef het hem te moede is.
Ik vat het samen, voor de gehele tekst moet je naar zijn verhaal, hier.
Alleen de lui die geloven in de gedachte dat de dingen eerst erger moeten worden voordat ze weer goed komen kan met dit joodse Paasfeest nog enige vrolijkheid opbrengen, zegt hij, want de zaken in Israël zien er duister uit. De staat Israël is een steeds grotere teleurstelling voor de pioniers en de aanhangers van eens. Zelfs de zionisten die toentertijd al niet zo geloofden in utopia en het al mooi zouden hebben gevonden als Israel gewoon een fatsoenlijk land geworden zou zijn zijn zwaar ontmoedigd, want dit land is geen fatsoenlijk land. Er wonen ook fatsoenlijke mensen in en er zijn fatsoenlijke instituties, waar nog enige hoop voor de toekomst uit gehaald zou kunnen worden, maar Israel leeft onder een plaag, een van de tien plagen waar Egypte onder moest leiden: de duisternis. De duisternis van verharde harten. En nog geen licht aan de horizon.
De joden die daar het meest onder lijden zijn progressieve joden als Akiva Eldar, die ook een somber en bewogen stuk schreef ter gelegenheid van pasen, hier. Jarenlang geloofden mensen als hij dat het mogelijk was om de fouten van 1967, het jaartal van de bezetting schoon te wassen en met de mogelijkheid dat de vluchtelingen weer een plek zouden krijgen ook de fouten van 1948, en weer met een schone lei te beginnen – dat had gekund wanneer er een redelijke en eerlijke overeenkomst gesloten zou zijn met de Palestijnen. Die progressieve joden geloofden dat de meeste Israeli’s wel bereid waren tot zo’n compromis maar gaandeweg is het duidelijk geworden dat de groep Israeli’s die dat wil steeds verder is gekrompen en zich nu langzamerhand in de marge bevinden van een groot chauvinistisch midden dat reikt van de Arbeidspartij tot Likoed. De meeste Israeli’s wilden nooit serieus een twee-staats oplossing, ze wilden eenvoudig zo veel mogelijk van die Palestijnen af, hoe dan ook.
Ik wacht nu af tot het werkelijk tot die progressieve joden doordringt dat de problemen van Israël veel dieper gaan dan alleen de ruil van land voor vrede, en dat er steeds meer vraagtekens rijzen bij de gehele zionistische onderneming – hoe kun je een staat oprichten tegen de wil en zonder de participatie van de inheemse bevolking van Palestina? Zolang er nog een mogelijkheid leek te zijn dat de Palestijnen hun eigen staat zouden krijgen, waarin ze hun recht van zelfbeschikking uit konden oefenen, waar ze de vluchtelingen in op konden vangen, waar ze hun eigen samenleving op zouden kunnen bouwen met hun eigen problemen, zolang die mogelijkheid er nog leek te zijn konden we met enige geloofwaardigheid verdedigen dat het legitiem was om in 1948 een zionistische staat op te richten. Maar nu die hoop is vervlogen, wat blijft er dan nog over? Welke morele rechtvaardiging kunnen wij nog vinden voor die systematische en eindeloze aantasting van hun fundamentele mensenrechten? Alleen een staat waarbinnen Palestijnen als gelijken zouden worden geaccepteerd, alleen een staat waarin zowel het recht op zelfbeschikking van de Palestijnen als die van de joden is voldoende voor die rechtvaardiging – maar hoe lang gaat het duren voordat die ene staat voor beide volken een realiteit is?
Dus is de nacht waar we ons in bevinden lang en donker, en de lichtjes aan het einde van die lange donkere tunnel flikkeren steeds minder vaak. Zoals velen ondertussen hebben aangetoond, kan het de meeste Israëli’s niet zo veel schelen wat er met de Palestijnen gebeurt zolang zij maar door kunnen gaan met hun leventje en zolang ze de economische macht nog hebben en andere staten bereid zijn met ze te handelen – waarom zou er iets moeten worden opgelost?
Demografisch gezien, en politiek gezien en ja, ook joods gezien is Israël opgeschoven naar rechts. Niet zo heel erg veel, overigens, de samenleving was altijd al rechts.
En wat nu? Als er geen bevrijding meer te verwachten is op het nationale niveau, kun je je alleen nog naar binnen richten en op het persoonlijke vlak verlossing zoeken – je te bevrijden van vooroordelen, zelfgenoegzaamheid, het stammendenken. Je te bevrijden van de ongevoeligheid tegenover de Palestijnen – wiens land we hebben gestolen en nog steeds stelen, wiens hoop we ontnemen. En banden zoeken met allerlei mensen die ook zo denken.
In die bevrijdingsstrijd hebben wij joden veel te leren van onszelf en onze geschiedenis, maar ook van anderen en hun geschiedenis. Dus lees, bijvoorbeeld, de interpretatie van onze Seideravond van een vriend, Sam Bahour, een Palestijns Amerikaanse zakenman die woont in Ramallah. En lees ook de reacties op zijn verhaal: en zie hoe hard onze joodse harten zijn geworden. Hier.
En nog een artikel waar Jerry Haber naar verwijst, dat van Akiva Eldar, die het ook een duister pasen vindt, hier.