Verdonk

Te gast: Naima Azough, Lid Tweede Kamer voor Groen Links

Vorig jaar was ze de populairste politicus van Nederland maar deze week stond ze bovenaan het lijstje van meest irritante Nederlanders in dagblad De Telegraaf. Zelfs in het flegmatische Canada wist ze afgelopen week de gemoederen te raken. Als geen ander is deze minister omhangen met emoties. Binnen het kabinet is de minister van Vreemdelingenzaken & Integratie dan ook de enige bij wie zich de botsing tussen de oude en de nieuwe politiek voortdurend manifesteert. Zoals de VVD top zich wellicht pas tijdens de lijsttrekkerscampagne realiseerde, toen duidelijk werd dat minister Verdonk ook dwars door hun eigen ideologische tegenstellingen heen polariseerde.

Maar als we ons even van deze heftige emoties afwenden, en een koele nuchtere blik wenden op haar werk. Wat heeft minister Verdonk dan echt voor elkaar gekregen afgelopen jaren? Na ruim drie jaar kan het niet te vroeg zijn voor een kleine evaluatie van het werk van de minister voor V&I. Wat dan opvalt is de kloof tussen beeld en werkelijkheid. Voor veel mensen, inclusief Rita Verdonk zelf, belichaamt zij daadkracht en ambitie. Zij is Roestvrijstalen Rita, the Iron Lady, maar zelden is dit beeld zo bezijden de waarheid geweest. Was de minister maar daadkrachtig en ambitieus geweest, dan hadden we er wellicht beter voor gestaan. Maar bij deze minister kun je je oprecht afvragen ‘hoezo minister voor Integratie?’.

Laten we ons richten op de feiten en ons op twee projecten: de integratiecampagne en de nieuwe wet inburgering. Heeft u al iets gemerkt van de integratiecampagne? Eind vorig jaar werd de &-campagne gelanceerd. Een campagne die volgens de site www.en.nl de meerwaarde van samenwerking tussen mensen van verschillende culturen wil uitdragen. Maar die gebruikt maakt van naar ik dacht uitgestorven clichés. Samen gezellig haring eten en couscous koken? Een campagne van minister Verdonk waarin zijzelf opvallend afwezig is. Logisch, want wie gelooft er in Rita Verdonk als boegbeeld voor de multiculturele samenleving? Jammer van die tien miljoen euro voor een campagne windowdressing van haar imago. Daar had een klein dorp van kunnen inburgeren.

Het beleid van minister Verdonk wordt dan ook niet bepaald door deze campagne maar onder andere door haar voorstel voor een nieuwe inburgering, want de huidige Wet inburgering Nieuwkomers was volgens haar niet effectief en te vrijblijvend. Ten dele terecht, maar in plaats van de wet te verbeteren moest hij perse op de rokende puinhopen van paars belanden. De eigen verantwoordelijkheid van inburgeraars kwam centraal te staan, ‘het gepamper moest afgelopen zijn’. Helaas zijn we straks met deze ideologische benadering geen effectiever inburgering rijker.

Zo waadt de minister al jaren door een juridisch moeras om iedereen een plicht op te kunnen leggen, ook genaturaliseerde Nederlanders. Het is nog lang niet zeker dat ze een droog plekje heeft kunnen vinden. De juridische bezwaren van de Raad van State gelden nog steeds: minister Verdonk blijft onderscheid maken tussen geboren en genaturaliseerde Nederlanders en stelt Nederlanders achter bij andere EU-burgers. Als een Pool die naar Nederland verhuist niet hoeft in te burgeren maar een genaturaliseerde Nederlandse moeder wel, discrimineert de overheid haar eigen onderdanen.

Daarnaast wordt er een onevenredig grote investering gevraagd van degenen die verplicht zijn om in te burgeren maar geen gemeentelijk aanbod krijgen. Dan gaat het ook om oudkomers die soms al gepensioneerd zijn en geen enkele kans meer maken op de arbeidsmarkt. Of oudere migranten die al decennia een laagbetaalde baan hebben. Zij worden verplicht een cursus in te kopen voor duizenden euro’s. Geld waar hun kleinkinderen jaren voor zouden kunnen studeren. Bovendien worden ze ook nog eens met boetes bestraft als het niet lukt om tijdig het inburgeringsdiploma te behalen.
Gemeenten hebben de afgelopen jaren al flink moeten inleveren op hun inburgeringsbudget maar krijgen er straks de extra taak voor handhaving van de plicht bij. Zo stelt de gemeente Rotterdam dat zij nu budget heeft voor de inburgering van achtduizend mensen en straks maar voor drieduizend mensen. Maar echt gehandhaafd wordt er pas na vijf jaar, waardoor de kans groot is dat minder nieuwkomers de Nederlandse taal zullen gaan leren. Zoals Rita Verdonk zegt: inburgeren is je eigen verantwoordelijkheid, dus dat regel je zelf maar. Maar waarom nu een dure cursus volgen zonder dat je weet of je slaagt als je pas over vijf jaar een boete riskeert?

Schrijnend aan deze wet is dat alle verantwoordelijkheden bij de inburgeraar komen te liggen. Geen resultaatsverplichtingen voor de minister, voor de gemeenten, voor de cursusaanbieders maar wel voor de inburgeraar. Zelfs een kwaliteitsgarantie voor de cursus valt niet af te geven. Een keurmerk voor instellingen dat door een aantal instanties zelf wordt opgesteld – maar dat niet verplicht is – is het enige houvast voor de inburgeraar om te voorkomen dat hij of zij geen kat in de zak koopt.

De nieuwe wet is ondoorgrondelijk, ingewikkeld, onpraktisch en vooral niet ambitieus. Want hoogopgeleide nieuwkomers mogen niet aan de slag voor een niveau Nederlands waar ze direct iets mee kunnen op de arbeidsmarkt. Regels zijn regels: gij zult inburgeren al wil je hoger reiken. Alleen voor het relatief eenvoudige inburgeringsexamen krijg je eventueel financiële compensatie. De inburgeraar die voor een hoger niveau kiest kan geen studielening aanvragen en krijgt geen vergoeding. Aim low is de boodschap van deze minister voor ambitieuze nieuwkomers.

Terwijl er nu een offensieve schwung in de inburgering nodig is. Het leren van de Nederlandse taal is essentieel voor je functioneren in Nederland. Dat betekent dat meer maatwerk nodig is. Nog te vaak zitten hoogopgeleide en laagopgeleide nieuwkomers door elkaar in de klas. Bovendien leer je de taal vooral in de praktijk. Inburgering moet dus zoveel mogelijk worden gekoppeld aan werk, opleiding of andere vormen van participatie. Dat moet veel meer gebeuren in plaats van minder zoals in de nieuwe wet van minister Verdonk. Bovenal heeft de overheid de dure plicht te zorgen voor een evenwicht in rechten en plichten voor haar burgers, ook de inburgeraars.

Je bent er niet met één inburgeringsexamen: inburgeraars hebben grote behoefte aan contacten en werk. Contacten met de buren, met de school van hun kinderen, met collega’s, met de samenleving. Niet alleen om de taal te oefenen, maar om echt te integreren, volwaardig deel te maken van de samenleving. De kans is echter groot dat wij over een paar jaar moeten concluderen dat Nederland een examenfetisjisme rijker is, maar dat de inburgering van mensen verschraald is. Maar voor die puinhopen is Rita – daadkracht – Verdonk dan niet meer verantwoordelijk.

Naima Azough
Tweede Kamerlid GroenLinks

5 gedachten over “Verdonk

  1. Heel goed stuk van Naima.

    Maar waar blijft de SP? Want van deze stellingname van Fenna Vergeer wordt ik niet veel wijzer.

    Het leest alsof de SP officiëel half achter de inburgeringsplannen van Madam Verdonk staat, maar alleen de “resultaatverplichting” wil vervangen door een “inspanningsverplichting”. Maar dus ook voor oudkomers.

    Ik denk dat het op zich redelijk is dat men van nieuwe migranten enige inspanning vraagt om de Nederlandse taal te leren (dat zou bijvoorbeeld aan het verlengen van verblijfsvergunningen gekoppeld kunnen worden). Maar zogenaamde oudkomers (dus mensen die vaak tientallen jaren in Nederland gewoond hebben) verplichten om “naar school te gaan” werkt polariserend, en wordt door alle allochtonen die ik ken als discriminerend ervaren. Het zal ook gigantisch veel kosten, en dat geld kan veel beter voor andere “integratieprojecten” gebruikt worden.

    En zoals Tiny Cox al in de eerste kamer al gezegd heeft, is “inburgeren in het buitenland” vooral een manier om (vooral laaggeschoolde) migranten te weren.

    Ik ben blij dat ik als “genaturaliseerde allochtoon” (schijnbaar ben ik dat, in plaats van gewoon Nederlander) dank de Raad van State niet het “voorrecht” (volgens Fenna Vergeer) zal moeten genieten een “inburgeringscursus” te moeten volgen terwijl ik hier al 25 jaar woon.

  2. Gezien op tv:

    Rita Verdonk, op een multiculturele school in Canada, begint een praatje in haar beste Engels:
    “In Holland we have also much immigrants.”
    Conclusie: Verdonk zakt voor haar Engelse taaltest. Als een baksteen. Recht door zee naar de bodem.
    Ruben

  3. Rita Verdonk heeft een grote mond over integratie/ inburgeren, maar mensen die dat al zijn, wil ze het land uitzetten of heeft ze al gedaan! Denk eens aan die mensen die in AZC’s, Detentiecentra’s enz zitten.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *