Dagboek 14 juni 2006

De wet over het ‘concurrentiebeding’, – werknemers zouden niet langer dan een jaar na ontslag door de werkgever verboden kunnen worden bij de concurrent te gaan werken – is afgestemd in de Eerste Kamer. Met name door de VVD. Gebeurt niet vaak dat een regeringspartij een wet terustuurt.

Nog een wet die ging sneuvelen. Die over de snelle scheiding zonder tussenkomst van de rechter. Luchtenveld, de initiatiefnemer van de VVD gaf niet op en bleef zijn wetje maar verdedigen. Maar ook VVD en CDA waren onverbiddelijk. Slechte wet. Luchtenveld vroeg een week schorsing, maar dat gaat de wet niet redden.

Nog ongeacht de wetten zelf, ik ben wel tevreden dat de Eerste Kamer zijn werk serieus neemt en niet automatisch goedkeurt wat de regering op ons bordje legt. Hadden de regeringspartijen vaker moeten doen, zei Ronald nog, die de echtscheidingswet moest behandelen, maar ja, bij de belangrijke wetten zoals die over het sociale zekerheidsstelsel en de zorg werd ondanks kritiek toch altijd voorgestemd, want geen van de regeringspartijen wilde een kabinetscrisis op zijn geweten hebben. Zo zijn we nu al aan het herstellen wat er niet deugde aan wetten die ook in de EK zijn aangenomen. De wet op de kinderopvang, bijvoorbeeld, die slecht blijkt te functioneren. Werknemers willen te weinig opkomen voor hun aandeel in de kosten. Of de wet op de levensloopregeling, waarvan ook al voorspelbaar was dat die niet veel goeds uit zou halen. Wat nu blijkt.

Ik zag tussen mijn commissies door Willem Witteveen (PvdA) en Tiny Kox in de clinch met minister Donner, over zijn veiligheidsbeleid. Dit had Tiny gezegd in zijn inbreng:

Een van de maatregelen die deze regering heeft doorgevoerd om de veiligheid van de samenleving tegenover de dreiging van terrorisme te vergroten is de uitbreiding van de identificatieplicht geweest. Na anderhalf jaar weten we nu dat er 80.000 bonnen zijn uitgedeeld, met een opbrengst van ruim 4 miljoen euro – maar hoeveel terroristen hebben we ermee gevangen? Kan de minister ons daarover informeren? En klopt het dat de identificatieplicht vooral jongeren treft (vier maal meer dan gemiddeld) en inwoners van grote steden? En zijn het vooral fietsers zonder licht, brommers zonder helm en autorijders zonder gordel, en verder wildplassers, soft drugsgebruikers, bedelaars en daklozen die op de bon gaan? Is de uitgebreide identificatieplicht in de praktijk niet vooral een platte boeteverdubbelaar? En bewijst de toename van het aantal verloren / gestolen identificatiebewijzen ( + 28.000 in 2005) niet dat de regel – zoals voorspeld – averechts uitpakt?

Het streven naar meer algemene veiligheid gaat nogal eens ten koste van de rechtsbescherming en de rechten van specifieke groepen, omdat die omdat als groep gecriminaliseerd worden of dreigen te worden, zoals migranten, allochtone jongeren, moslims en illegalen. Wat vindt de minister in dit verband bijvoorbeeld van de constatering van prof. Van Kalmthout dat er sprake is van toenemende criminalisering van illegalen en dat de huidige bejegening van vreemdelingen zonder verblijfstatus er op neer komt dat zij slechts in beperkte mate aanspraak kunnen maken op de waarborgen die de rechtsstaat hen zou moeten bieden?

Er wordt nu heel anders aangekeken tegen veiligheid dan twintig jaar terug, zoals ook bleek op het seminar ‘Public safety in Europe’, waarvan de resultaten weergegeven staan in Justitiële Verkenningen nr. 7, 2004. De samenleving staat veel meer inbreuken toe op wat tot dan toe als fundamentele rechten werden beschouwd en maakt zich veel minder illusies over de kans op het voorkomen van misdaad en het resocialiseren van daders. Ziet de minister die ontwikkeling en wat vindt het ervan? En wat vindt deze minister van mijn voorspelling dat we over tien jaar massaal zullen verwonderen en beklagen over de snelheid en het gemak waarmee de politiek van nu bereid is in te leveren op fundamentele rechten vanwege de veronderstelling dat zoiets structureel tot meer veiligheid leidt?

Donner zei eerlijk dat de georganiseerde criminaliteit bedreigender is voor Nederland dan het terrorisme. Maar het lastige van het laatste is dat terrorisme onvoorspelbaarder is en ongerichter. Dus vindt Dommer dat de maatregelen tegen terrorisme meer gericht moeten zijn op voorkomen. Tot zover is het duidelijk. Maar de grote vraag is natuurlijk hoever je daarin gaat, en waar het keerpunt is dat de vrijheid die burgers wordt ontnomen niet meer opweegt tegen het afwenden van gevaar.

Donner ontkende bij hoog en laag. We kunnen niet wachten tot de daden gepleegd zijn, dat is niet vrijheid beperken maar vrijheid beschermen. Jawel, zeiden Willem en Tiny dan weer bij de interruptiemicrofoon, maar als je maatregelen treft tegen mensen voordat ze iets hebben gedaan is het toch ook logisch dat je daarbij onschuldige burgers verdenkt, en in hun vrijheid beperkt? Je kunt toch niet beweren dat je zeker weet dat de mensen waarvan je de vrijheid beperkt een terroristische daad zouden gaan plegen? Dat betekent toch dat je na moet denken hoe ver je gaat in het beperken van de vrijheid van burgers?

We kregen net een beeldende illustratie te horen. Elisabeth Spaan die bij ons op bezoek was, zat in de bus van Nederland naar Duitsland. Toen gevraagd werd om haar paspoort te tonen zei ze dat ze dat wel wilde, maar eerst graag wilde horen waarom. Dat had ze niet moeten doen. Uit de bus gehaald, en zelfs toen ze haar paspoort had laten zien, gewoon geldig Nederlands paspoort, meegenomen voor een verhoor. Wat ze daar in Duitsland ging doen. Alsof ze dat wat aangaat als je als Nederlandse burger naar een ander EU land gaat. Het gaat om het tegengaan van illegaal grensverkeer, zei de marechaussee uiteindelijk. Dit soort incidenten worden steeds gewoner. Zeker voor jonge mannen die een tintje donkerder zijn. Dus dit is de vraag: hoever offeren we onze burgervrijheid op om de vrijheid te beschermen?

Het debat zou nog tot laat in de macht doorgaan. Ik ging ondertussen naar een overleg van Een Ander Nederland, over de economie. Kees Tamboer, gastspreker, hield een inleiding over de vergrijzing, en dat de jongeren nu toch langzamerhand genoeg hadden van de ‘omgekeerde solidariteit’, terwijl de ouderen nu rijker zijn dan ooit. Ik word niet goed van die steeds maar weer herhaalde clichees over die egoistische babyboomers, en zei dat ook maar even. Natuurlijk gaat het om inkomensspreiding, en natuurlijk mogen rijke ouderen mee betalen, en natuurlijk moeten we er voor zorgen dat jongeren hun deel krijgen, maar ik krijg wat van die generatiestrijd die steeds maar wordt opgeklopt. Nou ja, een goede aanleiding voor een frisse discussie tussen de mensen van PvdA, GroenLinks en SP was het wel. We waren het niet oneens. Laat maar aan ons over, zou ik zeggen.

Foto’s komen.

5 gedachten over “Dagboek 14 juni 2006

  1. Veiligheid is ook zo’n ongrijpbaar onderwerp. In een bange samenleving neemt ook de controlebehoefte toe.
    Laatst zat ik in de trein en een Surinaamse vrouw ging in discussie over de geldigheid van haar kaartje. De, ook Surinaamse controleur belde, toen ze weigerde te betalen, de spoorwegpolitie en ze werd dus opgehaald. Ik denk dan, ja wat moet zo’n controleur anders? Hij heeft die wet niet gemaakt.
    De vergrijzing is natuurlijk een politiek economisch vraagstuk. Wat gunnen we elkaar?
    Enerzijds hebben ouderen recht op een behoorlijke oude dag dus zonder armoe, anderzijds zijn er grenzen aan de loonbelasting van de werkenden. Aan clichés hebben we niets. Iedereen wil behoorlijk leven maar er zijn grenzen aan de zelfverrijking wat mij als SP-er betreft.

  2. Het is natuurlijk wel tekenend voor de politiek als ze op de momenten dat het belangrijk is voor de burger met de wind van het bestuur meewaait, terwijl ze op de momenten dat het voor de burger schijnbaar onbelangrijk is en dus politiek/macht veilig de eigen mening durft te volgen.

    Dat de levensloopregeling niet werkt, kan ik me wel voorstellen. Het is een poging om mensen te laten nadenken over tien tot twintig jaar of langer in de toekomst over hun eigen leven. Dat mensen dat wel kunnen voor hun kinderen, betekent nog niet dat ze het voor zichzelf kunnen. Het is ook wat vreemd gedacht, dat mensen zouden kunnen voorspellen wat ze over tien jaar voor wensen zullen hebben. De meeste mensen weten nog niet eens welk ondergoed ze morgen gaan aantrekken.
    Maar ik zie hier iets terugkomen, wat ik ook bij de vrije invoering van de basisvorming, de tweede fase en het studiehuis in het onderwijs heb zien gebeuren. Er worden regels gemaakt, zonder dat mensen de kans krijgen om de kennis en vaardigheden passend bij die regels eigen te maken. Iedere veranderaar zou de politiek kunnen vertellen, dat het de meeste mensen tenminste vijf jaar kost om complexe gedragingen eigen te maken. Politici zouden dit ook moeten weten, omdat ze zelf allerlei politieke gremia doorlopen, voordat ze uiteindelijk gevraagd worden om in de tweede kamer plaats te nemen. De meeste politici zullen denken, dat je je in die verschillende politieke systemen moet bewijzen en opvallen. Maar zien in hun menselijke beperking niet, dat het doorlopen van die politieke lagen een leerproces is, waarbij hun successen een blijk zijn van hoe goed ze de les hebben geleerd.

    Ik verwacht dan ook, dat het huidige politieke systeem in zijn huidige vorm nog heel lang zal blijven bestaan, omdat het de politici creëert die bij het systeem passen. Het lijkt wat dat betreft een beetje op het verhaal over de macht in de Volkskrant van afgelopen zaterdag, 10 juni. De invloedrijke Nederlandse elite is voortdurend opzoek naar nieuwe leden, maar alleen als ze passen bij het huidige systeem. En het systeem dat op dit moment de “opleiding” verzorgt voor de Nederlandse elite is het systeem zelf. Zolang een systeem mag opleiden, zal er niets veranderen, omdat het systeem voor zekerheid zorgt en alle leden van het systeem dus geen behoefte hebben aan verandering.

    Het lijkt ook een beetje op wat je in je vier stukken over klasse schreef: de mensen op het snijvlak van de klassen herkennen de problemen die beide klassen hebben met klassisme. De mensen in de klassen ontkennen het of beschouwen de andere klasse als minderwaardig of discriminerend. Ook wel: “als vissen onderzoekers waren, dan zou het laatste wat ze onderzoeken het water zijn, waarin ze zwemmen.”

  3. Anja, over het Luchtenveldse. Blij dat de 1e kamer dit afkeurde en hopelijk ook het Donnerse. Jammer voor al die vaders die omgang wel best vinden maar deze discriminatoire wetten zijn nefast voor zorgvaders. 2007 is het jaar van gelijke rechten, omgang is dwaas en zorgmacht achterlijk, het kindbelang wordt misbruikt om te ontouderen, meestal ontvadering, een halsmisdaad. Omgang is ontvadering, kinderen moeten van de zorg, opvoeding en familielevens van beide biologische ouders kunnen blijven genieten. Scheiden is kindermishandeling en net als abortus en adoptie een zelfzuchtige vrouwenverworvenheid over andermans levens, slechts uitzonderlijk goed te praten en anders terreur. Arme arme kinderen meestal vaders en zijn familie. Equality is Justice, waarborg een noodwet twee verblijfplaatsen, gelijke (fiscale) behandeling en gelijk gezag bij geboorte!

  4. De dag voor dat Anja dit schreef was de SP nog voor de wet.
    Die wet ging helemaal niet alleen oiver flitsscheiding, maar ook over gezamenlijke zorg van ouders na scheiding.

    De wet was al aardig lek geschoten door de tweede kamer. Maar de SP had voor de principes kunnen en moeten opkomen inplaats van een laatste extra duwtje over de rand.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *