Ingrid Rollema, van Stichting Hope, was ook deze maand in Gaza. Dit is het verhaal dat ze schreef over een bezoek aan Rafah, op 1 mei, vóór de nieuwe invasie
DIT IS MIJN HUIS
Vanuit het platgebombardeerde en met bloemen omgeven vliegveld bij Rafah rijden we de stad binnen. Het is vier uur en erg stil, prachtig licht en een aangenaam frisse temperatuur. We gaan eerst langs bij het ambulance personeel en drinken thee. Dit duurt lang. Het water in Rafah is niet meer zuiver en er moet ontzettend gehannest en geïmproviseerd worden om een beetje water te maken dat voor thee geschikt is. Mensen zijn erg vriendelijk en belangstellend. We krijgen na de thee een extra jack aan van de rode halve maan zodat we duidelijk herkenbaar zijn.
We rijden naar de rand van de stad waar ze grenst aan de muur. We lopen op overhoop gehaalde straten en langs kapot geschoten huizen. Tussen stukken muur die nog overeind staan zijn lappen gespannen. De nieuwe huizen. Hier en daar een tentje beschikbaar gesteld door de VN. Opeens zie ik de muur. Hij is tot mijn verbijstering zwart geschilderd. Groot dat hij is en hoog! Mijn God hij komt helemaal over me heen ook al ben ik er nog een kilometer van verwijderd. Tussen de muur en de stad is een brede zandvlakte gecreëerd. Ik waag me niet aan getallen maar als u zegt dat er een halve tot een hele km huizen zijn verwijderd dan geloof ik het. In de verte zie ik een stofwolk. Achter de muren blijven en weg. De tanks zijn in aantocht. Ze zijn vroeg vandaag. Als ik verder loop op wat eens een weg was zie ik een jongen zitten van een jaar of acht. Hij zit op een stuk steen en kijkt voor zich uit. Als we iets tegen hem zeggen blijft hij voor zich uit kijken. Hij zegt iets. Hij zegt steeds hetzelfde. Nu versta ik het. “Maar dit is mijn huis” is het enige wat hij antwoord op iedere vraag. Het kind heeft duidelijk een shock. Hoe lang zit hij hier in zijn eentje in zijn aan flarden geschoten referentie kader? We lopen tussen de puinbrokken naar een grote vlakte. Ik denk twee voetbalvelden groot. Er komt een slanke vrouw naar ons toe van zeker zeventig jaar. Ze is helemaal in het zwart. Ze wijst onder haar voeten: “Hier stond mijn huis hier onder dit puin vonden mijn twee kleinkinderen de dood. Hieronder ligt alles wat ik heb”. De vrouw blijft praten en gebaren in de zon onder die prachtig blauwe hemel met dat frisse briesje op het puin met op de achtergrond de zwarte muur en een naderende okerkleurige stofwolk. Tijd en plaats gaan in elkaar op. Ik luister en luister en ben overmand door schaamte. Ik kàn haar niet in de ogen zien. Dingen en situaties lossen op. We verdwijnen van het strijdtoneel we gaan terug naar de auto. Kinderen lopen met ons mee. Prachtige kinderen met grote bruine ogen, lekker dik zwart haar en een ontwapenende lach. Ik zie een jongen van een jaar of twaalf zo weggelopen uit een Italiaanse film. Jammer hij is ingedeeld bij de verkeerde regisseur, verkeerde film en verkeerd decor.
Hier en daar zie je opeens een hele hoge bijna nette berg puin. De bulldozers schuiven wat ze vernietigd hebben systematisch aan de kant. Ik sta nu voor een bijna vierkante kunstmatige berg van wel drie verdiepingen hoog. Ik zie een mooi karpet uit het puin steken laarsjes een stukje speelgoed een overhemd een boek… Ik voel mijn maag omkeren. We zijn weer bij onze auto. Ik zie de jongen zitten. Ik ga naar hem toe. Ik kijk naar zijn uitdrukkingsloze bruine ogen als hij vertelt aan de wereld: “Dit is mijn huis”.
.
Geachte mevrouw Meulenbelt,
Dank voor uw kijk op en verwoording van de gebeurtenissen in bezet gebied.
Vanochtend hoorde ik bij het wakkerworden uw gesprek op radio 1. Het was denk ik de herhaling van eerder in de week.
Graag gebruik ik deze weblog om mijn vraag bij u neer te leggen;
Ik loop met een plan om voor de kust van Gaza een kunstmatig eiland te maken met daarop speeltuinen, parken, wandelpromenades, musea, bioscopen, theaters, sportvelden. Een eiland zo mooi en technisch zo ingenieus dat het tot ieders verbeelding spreekt. Een eiland voor kinderen van alle leeftijden en nationliteiten. Een eiland verbonden met het vaste land door een lange gouden brug. Een eiland waar op neutraal gebied even aan de realiteit van de dag kan worden ontsnapt en hoop voor morgen gevonden kan worden.
Het eiland zal er vijf jaar liggen en daarna worden gerecycled.
Als het meer dan een plan mag worden, met welke organisaties of personen leg ik de eerste contacten zonder al bij aanvang de verkeerde politieke keuzes te maken?
Met vriendelijke groet
ir. Ronald van Bochove
Beste Ronald,
Het is een prachtige droom, en als droom zouden de Palestijnse kinderen er erg blij mee zijn.
Maar de politieke realiteit is dat er geen ‘neutraal’ gebied is voor de kust van Gaza. Daar heerst de Israëlische marine. Het met Nederlands geld gebouwde begin van een haven is door het leger vernield. Het net afgebouwde vliegveld is vernield. Er is geen manier om Gaza in te komen zonder vergunning van Israël, laat staan dat je er een brug heen kunt bouwen. Zolang de bezetting duurt zal een plan als het jouwe een droom blijven. Dus ik zou je willen vragen: help de mensen daar te overleven, met geld onder andere, en gebruik je stem om druk uit te oefenen om de bezetting op te heffen. Daarna komen de mooie plannen.