Jaap Hamburger, van een Ander Joods Geluid, gisteren tijdens de demonstratie:
Dames en heren,
welkom,
salaam aliakum,
Ik vertegenwoordig een joodse organisatie, maar een andere, dan die afgelopen donderdag bijeen waren op het Jonas Daniël Meijerplein. Mijn organisatie heet niet voor niets Een Ander Joods Geluid.
Vergist u zich niet: dat andere joodse geluid bestaat, hier, in andere landen van Europa, in Zuid Afrika, in Amerika en ja, ook in Israël. Donderdag nog is een dappere Israëlische door de politie afgevoerd van datzelfde Jonas Daniël Meijerplein. Zij liet daar heel bescheiden het andere geluid horen. Voor degenen die daar stonden om Israel toe te juichen, was het onverdraaglijk, omdat het de waarheid was. Het andere joodse geluid zal vandaag nog luider klinken. Niet alle joden steunen het recht van de sterkste. De sterkste, dat is nog Israël, dat dag en nacht doorgaat zich te vergrijpen aan Libanon en aan de Palestijnen, in Gaza en op de westelijke Jordaanoever.
Mijn organisatie heeft als motto: Voor Israël en Palestina. Tegen Bezetting en Geweld. Ook mijn organisatie voelt zich bij Israël betrokken, en wil, dat Israël vrede kent, en dat daar geen burgers nodeloos gedood worden, zoals nu. Daarin verschillen wij niet van andere joodse organisaties. Maar vrede voor Israël kan er alleen zijn als er ook vrede is voor al haar buren. Betrokkenheid heeft grenzen, maar Israël overschrijdt al jaren alle grenzen. Niet alleen haar landsgrenzen, ook de grenzen van het internationale recht, en die van de mensenrechten. Ook de grenzen van een eerlijke voorstelling van zaken, en de grenzen van wat je een ander aan mag doen om je eigen zin op te leggen. Voor Israël heiligt het doel de middelen.
Elk wapen, ja elke vinger die naar Israël wijst, heet het bestaan van de joodse staat acuut op het spel te zetten, of anders wel binnenkort. Elke bedreiging, al zijn het woorden, al is het een speldenprik, wordt uitvergroot tot een dolkstoot.
Hoe zou er internationaal gereageerd zijn, als Syrië Libanon plat zou bombarderen om het land naar zijn hand te zetten? Het laat zich raden. De grootst denkbare verontwaardiging alom, en zware druk en sancties, en terecht. Maar Syrië moest Libanon verlaten, en de Israëlische generaals grijpen hun kans. Zij gedragen zich schaamteloos, want zij weten zich straffeloos.
Als Israël in de aanval gaat heet het, door een wonder van de taal, ‘gerechtvaardigde zelfverdediging’. Nu is Libanon weer de dupe van dit bedrog. Vanaf 1978 is het dat nu voor de vijfde keer.
Ik hoorde minister Bot gisteren zeggen, dat hij het Nederlandse volk graag wilde uitleggen, hoe ingewikkeld de situatie is. Wij zijn het Nederlandse volk en wij antwoorden: zelden was de situatie zo eenvoudig. Iedereen weet dat Israël niet naar minister Bot zal luisteren, maar wij verwachten dat hij zal luisteren naar ons! Durf te zeggen, minister, dat Libanon onder valse voorwendselen overvallen is en kapotgemaakt wordt.
‘Mijn land wordt aan repen gescheurd’, zei de Libanese premier, en de wereld kijkt toe. In zo’n situatie kan de betrokkenheid bij Israël, die ook voor mijn organisatie belangrijk is, alleen nog de vorm aannemen van de felste kritiek, en zelfs die is nog niet fel genoeg. Dat is geen keuze meer, dat is morele plicht. Het is het onontkoombare gevolg van echte solidariteit. Solidariteit gaat niet alleen over een volk, of een regering of over een land, maar in de eerste plaats over de beginselen die een land in acht neemt. Wil Israël leven met zijn buren, of ten koste van zijn buren? Het drijven, om Israël uit te breiden ten koste van Palestina, belet al decennia dat de Palestijnen een eigen staat verwerven, en een vrij en fatsoenlijk bestaan. Vandaag sterven niet alleen Palestijnen, maar ook Libanezen. Vroeg of laat kost het Israël de kop, want waar wapens regeren, blijft het verzet levend. Wie in vrede wil leven, moet vrede schenken. Israël schenkt oorlog, en beklaagt zich.
De conclusie is even onvermijdelijk als noodzakelijk. Ik wil er geen doekjes om winden: wie nu, stilzwijgend en zonder openlijk bedenken, of luidkeels achter het Israëlische beleid staat, is een goedprater van een politieke misdaad en van moord op grote schaal.
Wij zijn hier bijeen omdat wij woedend zijn over de onverhoedse en schandalige aanval op Libanon. Eén van de effecten daarvan is, dat Palestina en de Palestijnen vergeten dreigen te worden. Die kans zullen wij de daders niet geven. Ook in de Gazastrook gaat Israël dagelijks dodelijk tekeer.
Op de pui van een kraakpand in de Bilderdijkstraat in Amsterdam staat een gedicht van Qasem-Qasem, uit 2000. Het geldt ook vandaag en morgen en overmorgen. Het is in het Engels en het gaat over de Intifada.
All your armies, all your fighters,
All your tanks, all your soldiers,
Against a boy holding a stone,
Standing there all alone.
In his eyes I see the sun,
In his smile I see the moon,
And I wonder, I only wonder,
Who is weak, and who is strong,
Who is right and who is wrong.
And I wish, I only wish,
That the truth has a tongue.
Shalom, ma’a salaam.
Een van de bemoedigendste momenten zatermiddag op het beursplein , was het zien van een joodse man met kippa die zich onbekommerd tussen de aanwezigen libanesen en palestijnen doorwurmde richting het podium. Mijn vriendin een Palestijnse die sabra en shatilla overleefde zei: ” alhamdellilah”. Dat moment gaf hoop voor de toekomst. Het is mogelijk vreedzaam samen zijn en leven.