Het is de tweede dag. Gisteren kwam ik net op tijd aan om samen sabbath te maken, ik mocht een van de kaarsen aansteken. Voordat we vanochtend met het programma beginnen neemt een van de vrouwen het woord, Irit. Ik weet niet waarom ik hier ben, zegt ze. Ik zou op een bijeenkomst moeten zijn van vrijwilligers. Ik kijk om me heen en ik zie dat de mensen van Tel Aviv er niet zijn. Als het voor al die mensen niet urgent is, wat doe ik hier dan terwijl ik werk te doen heb.
Je mag elk moment weg dat je wilt, zegt Jan. Ik kan niet voor jou kiezen. Maar is het goed dat we één oefening met je doen, en dat je daarna beslist?
Dit is de derde training die Jan Andreae leidt met de leiders van wat wij nog steeds het liefst eenvoudig en vriendelijk de gay movement noemen. De eerste keer, in Tzuba, was indrukwekkend. Het was niet lang na de moord op twee jonge mensen in een homoclub in Tel Aviv, iedereen is nog erg onder de indruk dat zoiets kon gebeuren, midden in homoparadijs Tel Aviv, iedereen is bang. De moeder van een van de dode kinderen is er, Aliya, we herdenken Nir. Er moet iets gebeuren, er moet meer eenheid komen in de beweging, we zijn te versnipperd. Dit is het idee: er moet een platform komen. En Jan wordt gevraagd om de training daartoe te leiden.
Dat is nog niet zo eenvoudig. Onder de leiding van Jan ontstaat er saamhorigheid, de wil om samen te werken, te onderzoeken wat er kan, en er wordt zowaar naar elkaar geluisterd. Maar we kunnen onze kont niet keren of er barst onmiddellijk een verhitte discussie los waarbij alle oude ruzies en tegenstellingen weer op tafel liggen. De anarchistische en radicale groepjes willen niks hebben van die oudbakken homo’s die het homohuwelijk in willen voeren, De “Tel-Avivim” heben posities veroverd, er zijn er zelfs die door de gemeente zijn aangesteld om Tel Aviv met veel homoactiviteiten op te leuken – kijk wat wij toch progressief zijn, kijken een beetje neer op de Jeruzalemieten en anderen, die veel meer geconfronteerd worden met de religieuzen die vinden dat homo’s maar dood moeten en ze voelen zich achtergesteld en onbegrepen. Het gevolg: in plaats van één gezamenlijke Gay Pride komen er uiteindelijk drie. Of vier.
En nu zitten we in de derde training waar vastgesteld moet worden of het platform er gaat komen. De anarchistische groepjes zijn niet uitgenodigd. Er valt niet mee te werken. De Tel-Avivim zijn op Adir na niet op komen dagen. Die vinden dat ze een training over leiderschap niet nodig hebben. Ze zijn al leiders. Wie er wel zijn: Open House Jerusalem, de initiatiefnemers van veelvuldige pogingen om meer eenheid te krijgen, Irit van een organisatie die scholen, politie, en leger bezoekt, Twee vrouwen van de organisatie van ouders van homokinderen, een man van een orthodoxe homo-organisatie, en een transgender die eens man is geweest en nu vrouw is.
En Irit is teleurgesteld. Erger: ze is boos. Erger: ze is bang. Ze voelt zich in de steek gelaten. Waar is iedereen? Is iedereen die moord al weer vergeten? Zo gaat dat in Israël, zegt ze. Zo overleven we. Zo snel mogelijk weer vergeten. Die moord was vorig jaar, en wij doen alsof alles weer oké is. We hebben moeite om vrijwilligers te vinden voor het werk. Iedereen wil de pret, het feest, maar niemand wil onder ogen zien wat de situatie is. Ze barst in tranen uit.
Ik ben een gezin begonnen, samen met een andere vrouw. We hebben drie kinderen, ik heb ze een belofte gedaan: wij zorgen ervoor dat jullie in een veilige wereld leven. Maar ik ben bang, dat alles weer instort, dat we teruggaan naar de jaren zestig toen homo’s en lesbo’s bedreigd werden, ik ben bang dat we teruggaan naar de Tweede Wereldoorlog, ik kan mijn belofte aan mijn kinderen niet waarmaken. En ik kan niet in mijn eentje de wereld veranderen.
Ze blijkt de enige niet te zijn die bang is, die zich over de kop werkt en zich daarbij alleen voelt. Jan werkt licht met ze, niet de diepte in die ligt te loeren, af en toe een grap, er moet ook gelachen worden want dit is Israël, en onder alle reeële problemen van de verrechtsing van het land loert er de oude joodse angst. We zijn nergens veilig.
Ze krijgt een richting mee: we will never go back.
Er komt een gast binnen. Een politicus die ik al eerder heb ontmoet, de enige parlementariër die meeliep in de pride in Jerzualem, Nitzan Horowitz van Meretz. Hij is al jaren bezig om in de Knesset te proberen de wetgeving te verbeteren, op de vele terreinen waarop homo’s nog worden gediscrimineerd, huwelijk, erfenis, adoptie. Maar, zegt hij, het is niet mogelijk om alleen voor LGBTQ rechten op te komen, we moeten het wel breder maken. Want we hebben geen grondwet die ons beschermt tegen discriminatie, maar we zijn de enigen niet. Er is geen burgerlijk huwelijk in Israël, er zijn ook veel hetero’s die niet kunnen trouwen. Je kunt niet eisen dat homo’s kunnen trouwen als er buiten de religie voor niemand mogelijkheid is om in de echt te worden verbonden.
Deze week wordt er waarschijnlijk een wet aangenomen die busmaatschappijen toestaat om vrouwen te verbieden voorin te zitten, want dat willen de orthodoxen niet. Nu was het zo dat vrouwen die weigerden achterin te gaan zitten bespuugd, voor hoer uitgescholden of zelfs geslagen werden, maar straks mag discrimineren ook wettelijk. Voor homo’s krijg je er geen enkele wetsverbetering doorheen, want alles wordt tegengehouden door de orthodoxen, en de grote partijen zwichten omdat ze die nodig hebben om de coalitie in stand te houden. De enige wet waarvan hij hoopt dat die met flink wat druk er doorkomt, is om de slachtoffers van hatecrimes dezelfde rechten te geven als de slachtoffers van terrorisme. Nu krijgen de slachtoffers van een zelfmoordaanslag, zoals die jaren geleden plaatsvonden, alle hulp, ook financieel. Datzelfde willen we voor de slachtoffers van aanvallen omdat we homo zijn. Zoals die jongeren die bij de moord verwond zijn en nu in een rolstoel zitten.
(Links Nitzan Horowitz, Meretz)
Zo eenvoudig voor Horowitz om de groep mee te krijgen bijkt het niet te zijn. Er is veel wantrouwen tegen politici, ‘die man komt hier alleen maar voor zijn pr’, zegt een van de deelnemers onvriendelijk, als Horowitz weer weg is. Zo maak je geen bondgenoten, denk ik, heb je één parlementariër die zijn nek uitsteekt, is het nog niet goed. Er moet nog veel gebeuren in dit land voordat er effectief wordt samengewerkt, in plaats van buitengewoon effectief elkaar de tent uitvechten.
Iedereen krijgt een beurt, om te onderzoeken in hoeverre ze zelf, door hun persoonlijke geschiedenis, door hun houding, meehelpen aan het instandhouden van hun problemen als leiders in de beweging. Wie het gevoel heeft er alleen voor te staan, en niet meer gelooft dat andere mensen ook gemotiveerd kunnen zijn, straalt niet bepaald veel bemoediging uit. Een van de vrouwen, de transgender, houdt weer eens een bestraffende speech, jullie denken niet politiek, jullie denken niet vanuit een visie. Kan wel waar zijn – de manier waarop zij uitstraalt: ik begrijp wat jullie nog niet snappen helpt niet speciaal om mensen te motiveren er eens over na te denken of ze gelijk heeft. En zo gaat ze met haar gelijk weer onbegrepen en alleen naar huis, geheel bevestigd in haar gram.
Er is veel wanhoop onder alle verhalen. De orthodoxe man: ze luisteren niet naar me. Ik overtuig ze niet. Hoe het wel zou moeten: nou dat ze naar me luisteren, dat ze hun angst voor homoseksualiteit opzij zetten, dat ze begrijpen dat je ook gelovig kunt zijn en homo, en dat we samen verder optrekken. Ik raak zo teleurgesteld, dat ik mezelf wil beschermen tegen nog meer mislukking. Richting? Jij bent man die het moet doen. Je staat niet alleen al voelt het wel vaak zo. Je gaat door, en je neemt gewoon risico’s. Ja, je zult nog vaak teleurgesteld worden. Maar je hebt ons.
Aiya zegt dat ze vaak het gevoel heeft dat ze mensen op de afgrond af ziet rijden, en dat ze ze niet kan stoppen – ze luisteren niet. Ja, dat had ze als kind al, dat ze van alles zag gebeuren en zich machteloos voelde, en alleen. Ze wordt er woedend van. Dat die mensen de afgrond inrijden moeten ze zelf maar weten, maar eerst moeten ze naar haar luisteren, ze waarschuwt ze, maar ze horen het niet. Probeer het eens anders, zegt Jan. In plaats van boos op ze te worden, zie je hoe ze lijden? Jawel, zegt Aliya, ze zijn ongelukkiger dan ik. Oké, zegt Jan, zou het ze misschien helpen als ze merken dat je nog steeds wel een beetje van ze houdt? Luisteren ze dan misschien vaker?
Iedereen krijgt een richting mee die past, een gedachte tegen het oude beliefsysteem in dat elk in de greep houdt van machteloosheid en wanhoop. Denk eraan dat je die morgen weer bent vergeten, zegt Jan, want zo werkt dat. Dus worden er koppels gemaakt, mensen die elkaar aan hun nieuwe richting moeten herinneren. Je bent niet alleen. Hoor je? Je bent niet alleen.
En dan worden er plannen gemaakt voor het platform dat nog een mooie naam moet krijgen, voor de komende bijeenkomsten en voor nog twee keer een seminar. En dan nemen we opnieuw afscheid.
Ik ben net terug uit Israel.Ben overal geweest.Israel is een modern land met moderne ruimdenkende mensen,die heel goed hun eigen problemen kunnen oplossen.En dat doen ze ook.Moeten wij dan onze nederlandse normen en waarden aan hun opdringen?
Beste Janneke.
Wij dringen onze waarden niet op aan de Israeli’s waar we mee werken, zij nodigen ons uit, voor je informatie.
Verder valt het met die moderne ruimdenkende mensen in Israel nogal tegen, tenzij je het ruimdenkend en modern vindt om alles wat niet joods is te dicrimineren, je niet te houden aan de mensenrechten, niet aan het internationaal recht, mensen die protesteren op te sluiten, Palestijnen te bezetten, op te sluiten enzovoorts. En je begrijpt, ik kom ook wel eens in Israel, en anders dan jij ook in Palestina, dus wil je voortaan niet met zulke rommel aan komen zetten, alsjeblieft.
Beste Anja,
Wat doet Nederland voor de vrijlating van Gilad Shalit?
Hij is al ruim 4jr. in handen van de hamas.
Kun je mij daar iets over mededelen?
Wat Nederland doet? Woonde je zelf niet in Nederland? Vraag je het Nederland dan zelf even? En hou je je voortaan aan het onderwerp? En ga je alsjeblieft niet het geijkte lijstje afwerken van de lui die denken dat Israel een geweldig modern en ruimdenkend land is – want die hebben we allemaal al tachtig keer gehad.