Op de universele dag van de mensenrechten was ik op de juiste plek, in de Baarsjes in Amsterdam, waar ik door het bewonersinitiatief was uitgenodigd om te spreken over het thema burgerschap versus uitsluiting en extremisme, onder het motto ‘Moeten we ons zorgen maken over de toenemende verrechtsing?’
Dat moeten we zeker, was mijn antwoord, maar we kunnen er veel aan doen. Er waren mensen van een hele reeks organisaties, KMM Aknarij, KMAA en Forum burgerschap en solidariteit. Veel Marokkaanse Nederlanders. Ouderen, jongeren. We werden ingeleid door Soumi Aabouz, van het KMM, Mohamed Rabbae sprak, Constance Ross van het CDA – ik ken haar nog als staatssecretaris – en het was fijn dat we niet alleen met de Haagse politiek te maken hadden, maar dat ook Hetty Welschen er was, de portefeuillehouder van Stadsdeel West. Want we waren het er al gauw over eens, het komt vaak op de lokale politiek aan, waar de mensen zelf het heft in handen kunnen nemen. En René Danen van Nederland Bekent Kleur leidde de discussie.
Welschen draait er niet omheen dat er incidenten waren in de wijk die maken dat het buurtinitiatief is ingeschakeld: joodse bewoners die zich bedreigd voelden door Marokkaanse bewoners, en een lesbisch stel dat werd gepest door Turkse jongeren. En dit is het idee, zei ze: dat wij dat in de buurt zelf op gaan lossen en zulke zaken niet accepteren. Iedereen in West moet zich vrij voelen. En dat was precies wat ik als slot van mijn bijdrage ook bedacht had.
Ook Rabbae had het over wederzijds respect: homo’s hoeven geen moslim te zijn, moslims hoeven geen homo te zijn, om er toch voor te zorgen dat er wederzijds respect is, dat je kunt samenleven, dat je bondgenoten kunt zijn. Vroeger hadden we het vooral over andere landen als we het hadden over mensenrechten, maar nu moeten we vooral letten op wat er in Nederland zelf gebeurt. Het gevaar is dat mensen onder druk van de verrechtsing ongelijk behandeld gaan worden, en hij noemt een paar voorbeelden, zoals alle regels voor de gezinshereniging. Iedereen heeft het recht om een gezin te stichten, en nergens in de mensenrechten staat dat iemand vloeiend Nederlands moet spreken voordat je met elkaar mag trouwen. Als ik met een vrouw zou willen trouwen die helemaal niet spreekt, zou iemand me dat dan mogen verbieden? En waarom gelden al die strenge regels niet voor mensen uit Japan of Canada, maar wel als je uit Marokko of Turkije komt? En het gaat nog erger worden, de ministers hebben nu het belachelijke idee dat iemand die naar Nederland komt eerst moet bewijzen dat ze meer affiniteit heeft met Nederland dan het land waar ze vandaan komt. Ze is verplicht om eerst van Sinterklaas te houden.
Ross voelt zich heel vanzelfsprekend thuis in een multiculturele omgeving, ze is altijd omgegaan met kinderen die ergens anders vandaan kwam, is met een man uit een ander land getrouwd, heeft vrienden met gemengde achtergrond. Als we het hebben over mensenrechten is dat niet een abstract politiek idee, voor mij ligt het heel dicht bij me, vertelt ze. En ze wil de oplossingen ook graag dichtbij zoeken, dingen samen doen, sport, dingen waar het niet aankomt op praten maar op samen doen. Ze laat de foto’s zien van een vrouwenvoetbalelftal in Afghanistan. Mensenrechten is zoveel meer dan te eten hebben en een dak boven je hoofd, maar ook hoe je met elkaar omgaat.
Ik heb het over de zaken die de mensen die dit weblog vaker bezoeken al van mij kennen. Mijn diepe, diepe ergernis over de manier waarop onze samenleving willens en wetens gesplitst wordt in mensen die erbij horen en mensen die dat eerst eindeloos moeten bewijzen. Ook als ze al hier geboren zijn. Ik had het over die onzalige dubbele paspoortenkwestie, toen zelfs totaal geïntegreerde en aan het land toegewijde mensen als Albayrak, Aboutaleb en Arib onder verdenking van disloyaliteit kwamen te staan, en elke migrant zeker wist: je kunt het in Nederland dus nooit goed genoeg doen.
Ik heb het over de sluipende manier waarop mensen woorden overnemen, zoals ‘islamisering’ – alsof dat een feit zou zijn, of ‘islamkritiek’, alsof dat op zich geweldig aanbevelenswaardig is om speciaal de islam een beetje te gaan bekritiseren. En toen een PVV-achtige meneer me nog eens vroeg wat ik daar tegen had: dat het in werkelijkheid gaat over mensen die er heel erg weinig vanaf weten, wat onzin van het web afplukken, hun vooroordelen verspreiden en dan zeggen: dat moet kunnen. Dat is islamkritiek. Ik haalde een recent krantenartikel tevoorschijn – kop: “Pas als de imams unisono van de daken roepen dat ieder kind van islamitische ouders helemaal vrij is zelf religieuze keuzes te maken, ja dan hoort de islam bij Nederland”. Daar gaan we weer. Vragen we alle dominees om collectief van de daken te schreeuwen dat kindjes in een christelijk gezin altijd vrij zijn, vragen we dat van verstokte atheïsten, of hun kindjes wel vrij mogen kiezen om naar de kerk te gaan, waarom moeten alweer de moslims zich verdedigen? En hoelang gaat dat door?
Ik had net als Welschen een paar grote wensen: dat in de wijk iedereen het gevoel zou hebben zichzelf te mogen zijn en zich veilig te mogen voelen. De joden in de wijk. Kunnen we nog zo verontwaardigd zijn over wat Israël de Palestijnen aandoen, het is geen reden om ons af te reageren op joodse buurtbewoners. Want dan doen we hetzelfde als anderen met ons doen: ons als groep behandelen, elke moslim verantwoordelijk maken voor wat een andere moslim heeft gedaan. En dat homo’s zich vrij kunnen voelen. Er zijn mensen die vinden dat homoseksualiteit niet mag van het geloof. Iedereen mag zijn eigen opvatting hebben, maar de afspraak is dat homo’s net als moslims vrij moeten zijn om hun leven te leven en als buurtbewoners gerespecteerd te worden. En ik wil dat alle moslims veilig zijn. Dat meisjes die een hoofddoek dragen niet uitgescholden of bespuugd worden, en ik wil ook heel graag dat het niet alleen moslims zijn die de moskeeën die dreigen aangevallen te worden bewaken, maar dat daar andere mensen aan meedoen. Tegen de landelijke politiek, tegen de regering die in zee is gegaan met een racistische club, en tolereert wat geen fastoenlijk mens zou mogen tolereren kun je wel demonstreren, en dat moeten we ook doen, maar wat we allereerst kunnen doen is ervoor zorgen dat we in onze eigen buurt de zaakjes op orde hebben, elkaars bondgenoten zijn, elkaar niet laten vallen. Hoeveel we ook van elkaar verschillen en hoeveel verschillend meningen we ook hebben kunnen.
Het was een mooie bijeenkomst. Schrijver Asis Aynan las voor uit zijn boek Ik Driss, en ik zei: kijk. Ook dat is een bijdrage aan onze samenleving, we krijgen literatuur van een soort dat alleen geschreven kan worden door mensen die de rijkdom meenemen dat ze twee culturen begrijpen.
We praatten na. Ik hoor het vaak. Ik spreek veel met de mensen van de tweede generatie, die in Nederland allang hun weg hebben gevonden. Twee dingen doen hen vaak zeer: hoe hun ouders, de eerste generatie behandeld wordt, die hier naartoe zijn gehaald om hard te werken, en dat hebben gedaan, en nu behandeld worden alsof ze als ‘moslims’ deel zijn van een complot om hier de boel over te nemen en ze vooral profiteren van uitkeringen als ze zich letterlijk kapot hebben gewerkt. En dan is er een nieuwe en een grote zorg: want de volwassenen redden zich wel, die kunnen zich weren. Maar hun kinderen? Een meisje dat op school door een stelletje autochtone etterbakjes in elkaar wordt geslagen, en die nog gelijk krijgen van de leerkracht ook? Een kind van vier dat thuis komt en zegt: pappa zijn we nou Marokkanen of Nederlanders, ze zeggen dat jij een Marokkaan bent. Wat zeg je dan als je weet wat dat kind over Marokkanen te horen krijgt? De kinderen, die in toenemende mate te maken krijgen met agressief gedrag van autochtonen, die met de retoriek van Wilders, en de manier waarop politiek en media al bezig zijn om de PVV ‘gewoon’ te verklaren het gevoel hebben dat dat wel mag, een stelletje moslimkinderen treiteren, en uitsluiten. Dat zou nooit de zorg mogen zijn van de moslims in Nederland alleen, dat zou voor ons allemaal een zorg moeten zijn. Ik zei het nog maar een keer: we hebben in Nederland een zwaar autochtonenprobleem dat nog maar nauwelijks onderkend wordt.
Lieve Anja,
Wat goed dat je niet alleen daar was, maar ook de moeite hebt genomen om er zo’n persoonlijk verslag van te maken.Wat je beschrijft hoor ik steeds vaker in de spreekkamer.Het maakt de taak van de GGZ een dubbele:politiek en praten(en pillen helaas).
Liefs!
annechien
Ha Annechien, goed van je te horen. Ja je weet van mij dat ik er een groot voorstander van ben dat hulpverleners en therapeuten, die eigenlijk vaak de eersten zijn die zien hoe de mensen in een bevolkingsgroep psychisch worden gemangeld meer doen met hun ervaring en inzicht: niet alleen mensen helpen, maar de wereld laten weten wat er gaande is. En dat niet aan de politiek over te laten die vaak die inzichten missen die jullie in de GGZ hebben: het dagelijkse leed, de sluipende ondermijning van een gezond gevoel van eigenwaarde als je dag in dag uit wordt geconfronteerd met het wantrouwen en de angst van de autochtonen, en de manier waarop bepaalde politici dat aanwakkeren en misbruiken. Mijn hart breekt vooral bij de zorgen die ouders zich maken over hun kinderen. Als de school niet meer een veilige plek is, dan zit je als ouder ontzettend klem.
Ondertussen is het wel fijn om te weten dat er meer mensen zijn, hulpverleners en politici, die zien dat het samen moet gaan – mensen persoonlijk ondersteunen, maar ook onze mond niet houden over wat maakt dat mensen in de knoop raken.
Er zijn door een technische storing een paar reacties verloren gegaan.
Dennis, je hoeft hier echt niet opnieuw met het geijkte verhaal te komen van de ‘Nederlanders’ die het zo vervelend vinden dat er ‘moslims’ in hun wijk zijn komen wonen. Dat verhaal hebben we al uit. En de Nederlanders die toevallig ook moslim zijn vinden jou als buur misschien ook niet zo leuk.
Het zou je sieren als je eens de moeite deed om je te verdiepen in de andere kant van het verhaal, hun verhaal. Dat hoeft niet, hoor, maar in dat geval moet je niet bij mij zijn.
Wat een mooi verslag, Anja. Met een aantal rake woorden, waar het om gaat. Dank!
Goed geschreven!
Lieve Anja ,
Je kunt niet alleen een heldere en constructieve inleiding maken, maar ook een uitstekend verslag. Het was een geslaagde avond ter verering van de Internationale dag voor Rechten van de Mens. Complimenten en nogmaals bedankt voor jouw inzet.
Groeten Hassan
Dank je, Hassan. Je hebt gemerkt dat ik me bij jullie erg thuis voelde, en ik kom graag nog eens terug.
hey anja,
ik hoop dat je dit bericht op een oud bericht nog ziet. Ik ben de rasta op de laatste foto van deze post (notulist). op dit moment ben ik bezig het jaarverslag van KMAA te maken (2010) en ik wilde vragen of ik alsjeblieft een paar foto’s uit deze post mag gebruiken daarvoor.
alvast heel erg bedankt.
sandra
Ja hoor, dat is prima. Zet je mijn naam erbij?