Arnonneke doet het weer. Hij deed het al eerder, het kleine taalseksisme, hier.
Wat wordt er van de burger verwacht, vraagt hij zich vandaag af in zijn voorpagina stukje. Nou, behalve geld uitgeven en mooi zijn, moet hij begerig kijken naar de vrouwen van anderen.
Ik blijk dus alweer een burger te zijn van niks, want ik kijk nooit begerig naar de vrouwen van anderen. Naar hun mannen trouwens ook niet.
O en hier nog een leuke in het kader van het kleine taalseksisme, in de kop van een opiniestuk: “Nu zijn mannen aan de beurt om te helpen opvoeden” (Volkskrant 9 april)
Voor wie die niet meteen snapt: eens gaf ik een lezing aan een gemengde groep publiek, we hadden het toen nog vaak over de verdeling van betaald en onbetaald werk – nog steeds niet opgelost trouwens. Ik vroeg aan de mannen in de zaal: hoeveel van jullie blijven wel eens thuis om op de kinderen te passen? Trots stak een aantal mannen de hand op. Fijn, zei ik. En hoeveel van de vrouwen blijven wel eens thuis om op de kinderen te passen? Gelach in de zaal. Want vrouwen passen niet op de kinderen. Die zorgen gewoon voor ze.
Ik las een ingezonden brief, Ans Bouter uit Uithoorn – zij komt weer op de proppen met hetzelfde argument dat ik vele vele jaren geleden al rondvertelde: zolang we in de discussie over de spanning tussen carriere en gezin nog steeds doen alsof dat een vrouwenprobleem is gaan we dat niet oplossen. Dus, zegt Ans Bouter: er zijn kennelijk nog steeds mensen die niet onderkennen dat mannen net zo verantwoordelijk zijn voor hun eigen kinderen als vrouwen. Dus: beide ouders zouden tijd vrij moeten maken om voor hun kinderen te zorgen. Zij zelf heeft dat dus anders geregeld, want zij zorgt samen met haar man voor hun kinderen.
En wat maakt de redactie ervan (die verantwoordelijk is voor de kop boven de stukjes)?
Dat mannen moeten helpen opvoeden. Vrouwen voeden op, mannen mogen meehelpen. Maar dat is niet wat Ans Bouter zegt in haar stuk. Die heeft het gewoon over de verantwoordelijkheid delen. Die was niet van plan om haar man te helpen met opvoeden. Die doet het gewoon, maar wel samen.
Zie voor meer over taalseksisme, hier.
Heb jij een andere Volkskrant, Anja? Vandaag schrijft Grunberg toch echt over Annemarie Osters ongemak met een trambestuurder. (Ten onrechte heeft hij het over een “conducteur”).
Of wacht even, is met “vandaag” misschien afgelopen zaterdag bedoeld?
Waarom noem je Grunberg trouwens “Arnonneke”, Anja? Is de intentie een beetje denigrerend, of juist liefkozend? Hij is toch ook maar vergelijkenderwijs een “jong ding”, niet, al is hij niet meer in de twintig.
En is het niet lief van hem, dat hij Annemarie Oster vandaag een “jonge, knappe minnaar” gunt, die haar “kleine kusjes” geeft?
Eerder schreef ik hier: “Overigens geniet ik wel van Grunbergs “Voetnoten” in de Volkskrant. Al ben ik het lang niet altijd met hem eens, ik vind die meestal prachtig, zeer kernachtig geschreven.” Dat vind ik nog steeds. Zeker is waar dat af en toe zijn taalseksisme komt bovendrijven, waarover je je kennelijk toch behoorlijk boos maakt, hoewel je eerder schreef (25 maart 2007): “Daar (d.w.z. taalseksisme, OM) lette ik vroeger erg op en ik heb nog ergens een map met vele voorbeelden. Ik maak me er niet meer druk over, maar soms struikelen mijn ogen even.” Bij “Arnonneke” struikelen je ogen kennelijk wat vaker. Komt dat omdat je met Argusogen naar hem kijkt?
Je schreef op 25 maart 2007 ook: “Ik ben een vrouw en ik ga niet naar de hoeren”, maar eindigde met: “Ik heb vakantie. Ik ga maar eens naar de hoeren”. Zie je wel, het kan wel, die gelijkheid van vrouwen en mannen. En zelfs van hetero’s en homo’s/lesbo’s. Want hoeren kunnen zowel mannen als vrouwen zijn, en met een uiteenlopende oriëntatie.
Wat ben je ontzettend aan het zeuren, Olav. Wou je echt doen alsof je niet snapt wat ik zeg?
Antwoord: neen.
Kennelijk is de bedoelde ironie je ontgaan.
O dat was ironie? Kan een mens zich toch vergissen. Ik dacht dat wat ik schreef ironie was. Ik geloof niet dat we van dezelfde planeet komen.
Sikkeneurig het geleuter van Arnon G. altijd denigrerend en bovenal clichématig. Zo wordt de man tot zijn penis gereduceerd, geheel conform de door de media gepropageerde tijdgeest, tot in ’t ziekelijke met seks gepreoccupeerd. Geen plaats voor subtielere gevoelens, b.v gecharmeerd zijn door de frisheid van een mooie jonge vrouw. Zo zou een man slechts bewogen worden door de drang haar te “bespringen”.Even clichématig zijn A.G seksistische voorstelllingen. Eeuwenlang herkauwd. Idem dito het aan de kaak stellen van de met geld smijtende, zo verfoeilijk rijke bourgeois. Arnon G. die voor zedenmeester speelt is in mijn ogen een treurigstemmend pissig mannetje .
@ 4:
Als je letterlijk serieus neemt wat ik hierboven geschreven heb, kom je inderdaad van een andere planeet.
Nietes! Nietes! Nietes! Jij komt van een andere planeet, Olav, ik was hier al!
(5) Nou, Camille, jij bent nog een stuk bozer op ons Arnonneke dan ik hoor.
Zucht, de tien geboden waren al niet anders (misschien heeft hij het daar wel van): “Gij zult niet begeren uws naasten VROUW…” etc.
Waar ik me regelmatig kwaad over maak zijn de stukjes in de wetenschapsbijlage van de NRC die over de menselijke evolutie gaan. Het is een en al “hij” en ‘hem”. Alsof de vrouwelijke variant allen maar diende om meer mannelijke exemplaren te baren, die dan natuurlijk weer prachtig evolueerden en van alles uit vonden (taal, vuur weet ik veel). Zelf als het gaat over vroeg menselijke soorten waarvan er allen maar een vrouwelijk skelet is gevonden is alles ‘hij’.
En over de prietpraat van de “evolutionaire psychologie” zal ik het maar helemaal niet hebben: Daarin word je als vrouw volkomen weggezet als half debiele slaafse zeug.
Overigens, een echt goed boek over wat bekend is over vrouwen in de prehistorie is “The invisible sex: The true role of women in prehistory.
@ Anja (7):
OK! OK! OK! Dan zal ik maar bekennen: ik kom van Mars. 🙂
Klopt, Anja, de kop boven het stuk was niet van mij, maar de inhoud is verder overeind gebleven gelukkig. Ik hoop dat tussen de regels door ook helder is geworden dat ik vind dat vrouwen “in de aanval” moeten. Ik ben het meer dan zat hoe er nog steeds over vrouwen gesproken wordt: ze moeten zus, ze moeten zo, ze moeten dit, ze moeten dat. En wie veranderen er – nog steeds – niet of nauwelijks iets aan hun manier van leven…. juist ja. Het is nog lang niet voor elkaar, die emancipatie!
Leuk dat je het even komt bevestigen, Ans. Want ik dacht al: de redactie heeft je stuk gewoon niet goed gelezen, of zijn zich er niet van bewust wat voor beelden ze in hun eigen kop hebben zitten – en daar gaat het nou juist om.
Ik ben het met je eens, ik erger me behoorlijk aan al die artikelen en ook boeken, vooral ook van andere vrouwen trouwens, die allemaal andere vrouwen voorschrijven wat ze moeten. Het lijkt wel of de solidariteit geheel uit het verhaal is verdwenen.
Nee, het is nog niet voor elkaar, die emancipatie.