In de Volkskrant van vanochtend een artikel van Hans Moleman over China. Ruim twintig jaar na de introductie van het eenkindbeleid. Ruim twintig jaar geleden, dat was 1980, was ik met een groep Nederlandse vrouwen een maandlang in China. De ambassadeur van China was een vrouw, zij nodigde een groep feministes uit, en we gingen, Hanneke Groenteman, Ageeth Scherphuis, Hedda van Gennep, en anderen. We wisten dat we op officiele uitnodiging gingen, en het niet mogelijk zou zijn om vrij rond te lopen. Wat ook niet had gekund als we dat wel hadden gemogen, want China was toen niet gewend aan buitenlandse bezoekers, zeker niet buiten de grote steden, en we staken met onze Westerse hoofden en grote neuzen zo vreselijk af tegen de Chinese bevolking dat we bijna een verkeersongeluk veroorzaakten van op elkaar botsende fietsers die allemaal hun hoofd omdraaiden om ons te zien, en een kindje nog onbedaarlijk begon te huilen bij het zien van die blonde monsters.
Ik schreef er een dagboek over, Kleine voeten, grote voeten. Wat ik vooral wilde weten was hoever China was gekomen met de vrouwenemancipatie. Een halve revolutie, was mijn conclusie. Het was waar dat de vrouwen geen lijfeigenen meer waren van hun mannen – ik zag nog de laatste oude vrouwen die met hun gebonden voetjes achter de bamboe kinderwagens van hun kleinkinderen aan schuifelden – het was zichtbaar dat vrouwen het huis waren uitgekomen en deel uitmaakten van het arbeidsleger. Het was ook waar dat er nog steeds sprake was van een traditionele rolverdeling. Vrouwen konden wel alles wat mannen konden, maar dat mannen behalve kinderen baren ook alles zouden kunnen wat vrouwen konden was nog een nieuwe gedachte. Kinderen verzorgen bleef vrouwenwerk. Al was het vaak oma die voor het kind zorgde terwijl moeder de fabriek inging.
Maar vooral was de reis leerzaam omdat het me meer dan ervoor duidelijk maakte hoezeer vrouwenemancipatie verbonden is aan de economische situatie in een land. Dit was het dilemma: China wilde elk kind de basisgarantie meegeven dat er voldoende te eten zou zijn, dat er huisvesting, gezondheidszorg en onderwijs zou zijn voor iedereen. Maar dat kon alleen wanneer de bevolkingsgroei drastisch zou worden ingeperkt, en teruggebracht zou worden van zes kinderen per gezin naar een of twee. Dat gebeurde ook drastisch. In de eerste instantie met overreding werden stellen er toe gebracht om voorbehoedmiddelen te gebruiken en maar een kind te krijgen. En als overreding niet hielp werd er controle en strafmaatregelen ingezet. Zo waren wij in een fabriekje waar de menstruatiedata van alle vrouwen werden bijgehouden, en de aanstaande ouders een vergunning aan moesten vragen om aan een kind te beginnen. Wie al of niet per ongeluk een tweede kind kreeg werd van een aantal voorrechten uitgesloten. Dat laatste werd op het platteland wel versoepeld. En dat had weer te maken met een oude traditie die in veel landen geldt. Meisjes trouwden het huis uit, en jongens bleven. Investeren in een meisje was dus investeren in een andere familie, alles wat je voor een jongen deed bleef in de familie. Vooral boerenfamilies, voor wie de zoons nodig waren als arbeidskracht en om het bedrijf voort te zetten waren er dus de dupe van als ze alleen een dochter kregen.
Ik zag dat toen als een dilemma. De maatregelen die genomen werden om in te grijpen in het priveleven van mensen vond ik draconisch, en gingen erg in tegen mijn gevoel van vrijheid. Aan de andere kant wist ik ook niet hoe ze dat dan wel op moesten lossen. De herinneringen aan hongersnood waarbij miljoenen mensen omkwamen, en aan ontzettende armoede, waren nog erg levend. De mensen die ik sprak telden de zegeningen van het nieuwe China: alle kinderen naar school, en voor iedereen genoeg te eten. Niemand meer dood van de honger.
Het is nu dus een dikke generatie later. De geboortebeperking was een groot succes. Hadden ze het niet gedaan dan zouden er nu 300 miljoen meer Chinezen zijn. Maar tegelijk worden ook de negatieve gevolgen van de eenkindspolitiek duidelijk, vooral omdat die nog steeds gepaard ging met de traditie dat meisjes wegtrouwen. China kampt met een vrouwentekort. Mede dankzij de nieuwe technieken, waarbij met een prenatale scan voor de geboorte al duidelijk is of het een jongen of een meisje wordt, plus de vrij verkrijgbare abortus, worden er twintig procent meer jongens geboren. En worden meisjes vaker te vondeling gelegd. Jonge mannen, zeker als ze niet erg hoog zijn opgeleid, hebben dus moeite om aan een vrouw te komen.
De eenkindspolitiek bestaat nog steeds, maar is niet meer zo hardvochtig als vroeger. Wie meer dan een kind wil moet er wel fiks voor betalen. Het gemiddelde kindertal is nu 1,8. En hoe wij hier ook klagen over het ‘vergrijzingsprobleem’, in China is het er echt. Omdat alle staatszorg ook heeft geleid tot een forse verhoging van de levensduur bestaat de bevolking straks voor eenderde uit ouderen. Voor het eerst worden er nu ook bejaardentehuizen gebouwd.
Toen, in 1980 praatte ik al met de ouders en leerkrachten over de nieuwe problemen in gezinnen met maar een kind. Hoe kon je kinderen opvoeden in gemeenschapszin wanneer ze door twee ouders en vier grootouders vertroeteld zouden worden? Dat moest dan maar op school gebeuren, om er voor te zorgen dat het geen egoistische individualisten zouden worden. Nu lees ik dat veel grootouders ruzie maken over dat ene kleinkind. Naar welke familie moet het heten? Ook de ouders van een dochter willen de familienaam graag voortzetten. Nu krijgen kinderen dus vaak een gecombineerde achternaam of een geheel nieuwe. Maar de ruzies bij welke ouders de jonge gezinnen de traditionele Oudjaarsavond doorbrengen blijven.
ook toevallig dat je net vandaag hierover schrijft.
Na 2 jaar ingepakt gezeten te hebben , mochten mijn boeken gisteren weer het licht in. In een nieuwe boekenkast in het nieuwe huis, in het nieuwe land, dat ons zo goed bevalt. [we zijn nog ‘gevlucht’ van het beleid van mevrouw Verdonk.[belgie-route] Gefeliciteerd allen die niet konden vluchten zoals wij en die nu eindelijk toch de felbegeerde status krijgen]
Maar dus… wat een genot al de boeken door mijn handen te laten gaan. Tjee, wat heb ik er veel van Hella Haase, en van Renate Dorrestijn en…maar eentje van Anja Meulebelt!!!!! Kleine Voeten Grote Voeten…over China. Heb ter plekke een paar bladzijde doorgelezen. Een stuk of wat andere boeken van je heb ik denk ik geleend gelezen. En net vandaag schrijf je over dat ene boek, of liever gezegd die reis.
Twee jaar website lezen maakt je ondertussen bijna tot meest gelzen schrijfster.
En … al verhuisd?
Citaat: “…dat mannen behalve kinderen baren ook alles zouden kunnen wat vrouwen konden was nog een nieuwe gedachte.”
Volgens mij kunnen mannen ook niet zuigelingen de borst geven, Anja! (Tenzij het om een fopspeen gaat). 🙂