Ed van Thijn

Ed van Thijn was vijf jaar oud toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak. Gescheiden van zijn ouders dook hij onder. Op het achttiende adres werd hij verraden en afgevoerd naar Westerbork. Maar de eindreis naar het Oosten maakte Van Thijn niet. De treinen staakten, en kort daarop werd Westerbork bevrijd. De kleine Van Thijn werd weer met zijn ouders verenigd. De gebeurtenissen in de oorlog bepaalden veel later Van Thijns politieke drijfveren. Hij beschrijft dit zelf in zijn boekje “Het Verhaal” (1999) waarin hij voor het eerst openlijk zijn persoonlijk relaas doet.

Ik ken Ed van Thijn al vele jaren. Toen de uitgeverij Van Gennep nog de echte Van Gennep was waren we daar beide auteur. Ik kom hem wel eens tegen bij vrienden. Hij zit in het aanbevelingscomité van mijn Stichting Kifaia, voor hulp aan Palestijnse gehandicapten. En nu zitten we als collega’s in de Eerste Kamer. We delen met elkaar een grote zorg om het Palestijns/Israëlische conflict, al verschillen we op punten wel eens van mening. Van Thijn gelooft erg in het Initiatief van Geneve, en voelt zich verwant met de linkse partijen daar. Ik vind Geneve een gepasseerd station, en vind dat ‘links’ daar erg tekort schiet. Maar die verschillen vallen even helemaal weg bij het kijken en luisteren naar het interview dat Ed gaf met Radi Suudi, voor de Nederlandse Moslim Omroep. De herhaling was zaterdag.

Ik vond wat hij zei zo belangrijk dat ik aantekeningen heb gemaakt. Omdat het snel ging sta ik niet in voor alle precieze zinswendingen, wel voor de strekking. Ik zal nog proberen de integrale tekst te pakken te krijgen. Het interview begon met een verzoek van Radi Suudi om een stukje voor te lezen uit “Het verhaal”. Een aangrijpende passage, die van Thijn maar met moeite voor kon lezen. (Ik zal dat citaat nog opzoeken). Het is de achtergrond waar van Thijn uit voort komt die maakt dat hij heftig reageert op de huidige tijd, de intolerantie, de nieuwe discriminatie, van moslims nu, in plaats van joden. Zijn woorden, hieronder een paar fragmenten, werden er door geladen.

Ed van Thijn:

Ik heb ook het antisemitisme van na de oorlog meegemaakt. Dat is een reden waarom ik politicus ben geworden, ik dacht, nooit meer weerloos, machteloos, ik wilde deel uitmaken van de macht.

Amsterdam, waar ik burgemeester was, is een antifascistische stad. Het is de stad van de Februaristaking, maar ook de stad waar die staking is neergeslagen. Veel van de stakers zijn ontslagen of gekort op hun salaris door het gemeentebestuur. In Amsterdam had je de meeste verzetstrijders maar ook de meeste collaborateurs. Het had altijd die twee kanten. Wat ik weet: dat antiracisme iets is waar je voor moet vechten, het komt ons niet aangewaaid.

Ja, ik voel me verwant met burgemeester Cohen. We lijken op elkaar als is de tijd waarin bij burgemeester is moeilijker dan de mijne. Nu wordt hij uitgemaakt voor softe multiculti, en dat hoor je dan van de rechtse intellectuelen die vroeger linkse intellectuelen waren. Ook ik ben nog steeds een voorstander van de multiculturele samenleving. Want zeg nou eerlijk, is er dan een andere oplossing mogelijk? Welke?
Ik zie twee alternatieven. De eerste is apartheid. De tweede is rigoreuze assimilatie, iedereen onder het juk door, iedereen aangepast aan dezelfde Nederlandse spruitjesmentaliteit. Dat is toch een nachtmerrie?

De kern van het multiculturalisme is respect voor elkaars eigenheid, respect als het er op aankomt. Dat ieder individu op eigen merites wordt gezien, en niet als groep wordt weggezet. Ik weiger mensen alleen als groep te zien, ik weiger aan te nemen, als ik een moslim ontmoet, dat hij zijn vrouw wel zal slaan.

Ik weet niet wat er in de koran staat, ik weet wel wat er in de thora staat en dat liegt er niet om – maar ik weet toch dat er in joodse kringen niet door alle mannen wordt geslagen. Waarom zou ik dat dan wel moeten denken van moslims? Er is altijd kreupelhout onder alle boomsoorten, maar dat betekent niet dat al die bomen waardeloos zijn.

Dit is het verhaal dat gaat, dat de islam zich niet verdraagt met de westerse waarden van de democratie. Maar ik heb het veel liever over de universele waarden van de verlichting dan over de westerse waarden, ik ben niet vergeten dat die in het westen meerdere malen zijn vertrapt. Ik kan me haast niet voorstellen dat mensen die het hebben over de westerse verlichting zo maar even vergeten dat hier de holocaust heeft plaatsgevonden, en dat de belangrijkste mensenrechten pas daarna, na de holocaust tot stand zijn gekomen.

We kunnen niet accepteren dat een hele godsdienst op de schroothoop wordt gegooid. Om alle problemen te herleiden tot de islam, dat is niet gebaseerd op de realiteit. We weten hoe divers het christendom is, en we kunnen weten dat dat voor de islam niet anders is. De meeste moslims willen zo leven als jij en ik. En daarnaast zijn er ook terroristen, en fundamentalisten die overigens niet allemaal terroristen zijn.

We lopen het gevaar dat we weer in de jaren dertig terecht komen. Vooroordelen steken elkaar aan. Het is nu echt erger dan toen ik burgemeester was. Veel moslims voelen zich uitgekotst en worden dat ook. Maar één miljoen moslims, één miljoen medeburgers, die kun je niet uitkotsen.

Wat minister Verdonk betreft, ik denk dat de uitzettingen die zij wenst niet plaats gaan vinden. De Europese Conventies spreken tegen dat je mensen met geweld het land uit mag zetten – en hoe wil ze dat doen, mensen met een bajonet het vliegtuig injagen?

De vraag is wat we verstaan onder integratie. Begint het niet verdacht veel te lijken op assimilatie? Maar dan gaat het niet lukken. Je kunt dat niet afdwingen, mensen doen het niet, ze keren zich van je af en daarmee bereik je juist de fragmentatie van de samenleving die je niet wilt hebben.

Ik was niet blij met de woorden die Dijkstal gebruikte, zijn vergelijking met jodensterren toen het ging om de integratievignetten, maar ik was wel blij met zijn opwellende emoties. Dit moet je ook niet met mensen doen, jij krijgt een zeven, jij krijgt een zes, jij deugt niet want jouw Nederlands is niet goed genoeg. Nu moeten mensen die we destijds hierheen haalden, die voor ons gewerkt hebben, met de knoet eroverheen Nederlands gaan leren.

Integratie moet van twee kanten komen. Ik denk dat de scherpe kantjes al een beetje van het integratiedebat af zijn, maar er is ondertussen al zoveel kapot gemaakt, er zijn al zoveel mensen die het gevoel hebben dat ze met de nek zijn aangekeken. Wat nodig is: erkennen dat iedereen recht heeft op een eigen identiteit. Er is een groot gebrek aan moreel leiderschap.

Het Palestijns-Israëlische conflict dreigt over te slaan, in de vorm van antisemitische uitlatingen bij Arabische jongeren die niet weten waar ze het over hebben en niet begrijpen dat moslims en joden loten zijn van dezelfde stam. Moslims en joden zouden samen moeten werken om racisme te bestrijden, in plaats van dat we tegenover elkaar komen te staan.

Ik blijf optimist, maar ik zie met zorg dat er nieuwe ondemocratische groeperingen zijn ontstaan. We hebben inmiddels schitterende verdragen die de rechten van mensen vastleggen – dat zijn de verworvenheden van de vorige generaties die daar een zware prijs voor hebben betaald. Die verworvenheden moeten we hoog houden.

Eén gedachte over “Ed van Thijn

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *