Alsof het zo moest zijn had de Stichting Islam en Burgerschap al lang geleden voor de derde keer de nationale Dialoogbijeenkomst georganiseerd. In het Amsterdamse stadhuis. Uitnodigingen aan een veelkleurige groep mensen. Ik zie hoofddoeken en keppeltjes, als we aan de tafels gaan zitten, in afwachting van het moment dat het vasten gebroken gaat worden met het eten van een dadel, zoet als de liefde, en de maaltijd komt. En de gesprekken worden gevoerd.
Voor iedereen is het duidelijk dat deze bijeenkomst plotseling een diepere betekenis heeft gekregen. We zijn nog bezig onze wonden te likken, na te denken, van elkaar te horen wat iedereen doet, blij te zijn over de stroom reacties uit de meeste moslimgemeenschappen. Ik weet al dat er straks een nieuw initiatief wordt gelanceerd. Ongelukkig te zijn over de moslimgroep die nu juist radicaliseert, en ook al blijven ze binnen de wet, stoere taal rondstrooit, de stoere taal die nu juist niet helpt. Ongelukkig te zijn over politici die blijven hangen in variaties op het thema van als je je niet gedraagt rot je maar op. Alsof er niet net zo goed nagedacht moet worden over wat we, autochtonen, zelf bijdragen aan een polariserend klimaat.
Maar het is ook een vrolijke bijeenkomst, het is alsof iedereen even gelukkig is in dit gezelschap van weldenkende mensen die de ontmoeting zoeken in plaats van de kloof te verdiepen. Ik hoor hoeveel mensen zich de afgelopen week diep eenzaam hebben gevoeld.
Ahmed Aboutaleb arriveert, met zijn onvermijdelijke lijfwachten.
Er is cabaret dat kennelijk geprogrammeerd is in de tijd dat de moord nog niet had plaatsgevonden, het valt niet geweldig. Er is een groepsgesprek tussen vijf jongeren van verschillende achtergronden over saamhorigheid, beter. Dan een speech van Aboutaleb, die in deze week zo in zijn rol is gegroeid.
Dit is wat hij zegt: Je kunt niet een hele bevolkingsgroep verantwoordelijk houden voor de daad van een enkeling. Maar wel zullen we ons in moeten zetten om ontsporingen tegen te houden.
Aboutaleb heeft vele ondersteunende emails gekregen, niet alleen uit Amsterdam, uit het hele land. Ze hebben hem goed gedaan.
Dit is het Amsterdam zoals ik het wil zien, zegt hij, hoofddoek naast keppeltje, ongelovige naast moslim en jood, gelovige naast homo.
Ik ben een ervaren spreker. Lang gold ik als koude kikker. Maar in de afgelopen dagen heb ik vaak moeite moeten doen om mijn tranen te verdrijven.
Dan een felle uitval naar Zalm, al wordt zijn naam niet genoemd: het is hier géén oorlog. Nederland is niet in oorlog. Het is ongelooflijk pijnlijk dat iemand, in deze tijd dat we in rouw zijn, zulke containerbegrippen over ons uitstort. We hebben bemoediging nodig. En leiderschap. Geen onzin. WIJ ZIJN NIET IN OORLOG.
En dan, even fel, tegen de extremisten: het is voor mij onbegrijpelijk dat iemand op grond van een geloof tot zulke daden kan komen. Je moet dan wel erg ver heen zijn. Er zit geen dwang in ons geloof. Hoe kan die dwaas denken dat hij beter is dan God, dat hij mensen islamitisch kan maken? Ik maak de Marokkaanse gemeenschappen geen verwijten, wel de mensen om hem heen die hadden kunnen zien dat hier een tijdbom rondliep en niets hebben gedaan.
Wat we moeten doen. Bruggen bouwen. Ik heb gezien, ook aan de emails, dat er veel bruggenbouwers zijn. Waar we ook op moeten letten: dat de geen mensen uitsluiten buiten de kring die we vormen. Meisjes met hoofddoeken in Amsterdam Noord die geen stageplaatsen krijgen. Jongens hier in de buurt die niet toegelaten worden in de café’s. Wij moeten er voor zorgen dat de kring groot genoeg wordt om ook hen op te nemen en niet uit te sluiten.
De Nederlandse samenleving kan deze ellende overwinnen, maar dan moeten we elkaar niet de put inpraten met oorlogstaal.
Een kleine persoonlijke noot. Het is geen geheim dat ook ik op het ogenblik onder bewaking staat. Ik vraag me af of degene die dit heeft gedaan zich voor kan stellen wat het voor mij betekent dat ik mijn dochter niet kan zien..
Hij kan niet verder praten en stapt van het podium af. Aan mijn tafel zie ik ook mensen met tranen in hun ogen. Samira Abbos, die de avond aan elkaar praat zegt: ik geloof dat we maar even stil moeten zijn.
Dan zou Ila Kasem spreken, bestuurslid van Stichting Islam en Burgerschap. Maar er is een verrassing. In plaats van hem spreekt Job Cohen. Hij krijgt een staande ovatie. Wat mag Amsterdam, wat mag Nederland, blij zijn met deze twee mannen, de jood en de moslim.
Deze stad heeft beheerst gereageerd, zegt Cohen, nadat hij zijn waardering heeft uitgesproken voor de onvermoeibare inzet van Aboutaleb, die de afgelopen dagen nauwelijks heeft geslapen. Er heeft ontzettend veel discussie plaats gevonden. Heel veel mensen kijken in eigen omgeving wat ze er aan kunnen doen. En er zijn ontzettend veel moslims geweest die net als de anderen iets willen doen. Dat zou niet bijzonder hoeven te zijn, want zoveel verschillen zijn er in Amsterdam niet tussen moslims en niet-moslims: wie heeft dit nou gewild? Maar er zijn ook moslims die meer dan vroeger stelling hebben genomen, een duidelijke positie hebben gekozen, daarmee naar voren durven te komen.
We moeten opnieuw de normen en regels ijken, zegt Cohen, we moeten er met alle kracht aan werken dat die duidelijk zijn, nageleefd worden, en waar regels worden overtreden moet dat worden opgespoord en bestraft. Maar een ding is me juist in de afgelopen dagen duidelijk geworden, dat het basisvertrouwen dat de meesten van ons in elkaar hebben, in deze stad, in deze rechtsstaat, in deze samenleving niet is geschaad.
Volgens mij zit je meer op de PvdA-lijn dan die van Jan Marijnissen. “Als je je hier niet thuisvoelt dan rot je maar op”, lijkt zijn stelling.
Ontroerend wel, dat-ie nog zoveel van de mentaliteit van z’n voormalige werkgevers heeft overgenomen.
Bedankt Anja voor je ontroerend en bemoedigende verslag. Je hebt me weer geïnspireerd om HET VISIOEN over een land/wereld waar we vreedzaam kunnen samenleven, niet op te geven.
Na alle gebeurtenissen de afgelopen week voelde ik verslagenheid en kon alleen maar zwijgen en rouwen om zoveel voor(oordelen), meningen, oorlogsverklaringen en haat……..
Ik wil in mijn omgeving weer de dialoog aangaan.
Het is inderdaad Jan Marijnissen die die stelling nu verdedigt op sp.nl en zijn weblog. Een aantal reacties daarop leggen de hypocrisie van die stelling feilloos bloot.
Nl. hoe zit dat met de Nederlanders die zich niet conformeren aan de grondwet, die moskees in de fik zetten of bekladden, roepen dat moslims niet meer welkom zijn enzovoorts. Moeten zij ook het land uit?
En waar blijven de verklaringen van Jan M, de SP, Wilders, de VVD, de LPF etc etc waarin ze hun afschuw uitspreken over alle misdadige en schofterige brandstichtingen e.d. die nu ons land teisteren?
Wanneer is het wel tijd om vrij te zijn in denken ?
In onchristelijke, a -moslimbegrippen?
Vanuit het atheisme en het humanisme?
Kunnen we eens aan het werk gaan in plaats van de moordlust en alle bloeddorstigheid te idealiseren, te sanctioneren met vrome praat?
Anja,
Zoals ook door anderen hier verwoordt: De stelling van Jan verdient geen schoonheidsprijs.
Ik ga er van uit dat de comotie van de laatste tijd hem hierbij ook parten is gaan spelen. Of, als het juist is wat hij schreef: Thoe van Gogh was een goede kennis, heeft hier invloed op gehad. In beide gevallen hoop ik echt dat Jan over deze stelling nog eens goed gaat nadenken. In een vorige log sprak je de vrees uit dat alles wat bereikt was nu verloren dreigde te gaan. In mijn visie is de stelling van Jan een stap om die teloorgang te bewerkstelligen, ik kan niet geloven dat dat zijn inzet is.
Ga alsjeblieft eens met Jan in gesprek over zijn stelling, ik was maar een beetje ongerust, maar nu ga ik me echt meer zorgen maken.
Roelf
Ik ben blij dat een man als Aboutaleb nu optreedt als ‘het gezicht van’ de Amsterdamse gemeente, iemand die consequent lijkt te weigeren mee te praten in het heersende vertoog (d.w.z.: we moeten ‘lef’ hebben te zeggen waar het op staat, ‘moslims’ bedreigen ‘onze cultuur’ en mensen die niet ‘passen’ bij onze samenleving moeten een land zoeken waar ze zich wel thuisvoelen). Nee, Aboutaleb blijft praten over bruggen bouwen en de boel bij elkaar houden. Terwijl andere politici dat soort uitspraken al lang niet meer durven te doen uit angst om kiezers te verliezen. Ik denk dat Aboutaleb gelijk heeft. Stoere taal van uitsluiting zal groepen mensen in onze samenleving alleen maar verder isoleren, waardoor het omgekeerde wordt bereikt dan wat men verlangt. Als de Nederlandse samenleving stopt met discriminatie, uitsluiting en culturele marginalisering, wordt de weg vrijgemaakt voor ‘allochtonen’ om in die samenleving een weg te vinden zonder zich in groepen af te zonderen. Op die manier wordt duidelijk dat het cliche ‘het moet van 2 kanten komen’ wel klopt. En Aboutaleb laat dat mooi zien.
Pingback: Weblog Theo Cornelissen
Nee, ik was ook niet bepaald gelukkig met de stelling van Jan. We hebben er ook binnen de SP over gepraat welke indruk ermee wordt gevestigd. Inmiddels staat er een nieuw stuk op Jan’s weblog, waarin hij uitgebreider uitlegt wat hij bedoelt. En laat hij weten dat hij tegen elke vorm van extremisme is.
surf naar de site http://www.ditpikkenwijniet.nl/
Dit is het moment om te spreken in termen van wij, in plaats van jij en ik. Het is tijd om actie te ondernemen in plaats van onze vinger te wijzen naar de ander.
Wij zijn onze samenleving en daarom spreken wij ons uit: “vermoord om het woord, extremisme pikken wij niet.”