Even tussendoor, we krijgen net het bericht van onze onvolprezen Helma (die de enige is van de ploeg van Kifaia-mensen die met Erez kan blijven bellen over onze toestemming om Gaza in te komen zonder a. te gaan schreeuwen, b. te gaan huilen, c. aan de drank te gaan) dat we toestemming hebben.
Alhamdulilah! En dat een week van tevoren in plaats van zoals ze dat meestal doen een dag van tevoren of liever nog een dag nadat je vliegtuig zou gaan – of, zoals ik het de laatste keer meemaakte, dat ik drie of vier uur voordat ik op moest staan om mijn vliegtuig te halen te horen kreeg dat de Kifaia-ploeg erin mocht behalve ik. Plannen stuk, koffertje weer uitpakken, ticket weg, en dan maar weer uitzoeken waarom ze mij moesten hebben. Nou omdat ze opeens hadden besloten dat parlementariërs er niet meer in mochten, daarom.
En dan ben je zo blij dat de toestemming er is, en dat zo netjes van tevoren, dat je bijna vergeet hoe achterlijk het is dat het land Israël denkt toestemming te kunnen geven of te onthouden aan enig bezoek aan de openluchtgevangenis Gaza. Ook al kom je daar om gehandicapte mensen te ondersteunen.
Affijn, ik loop zo te jubelen door het pand dat de poezen ervan schrikken – wat heb ze nou? – want ik ben al veel te lang niet meer in Gaza geweest, en nou maar hopen dat er niets tussen komt want je weet maar nooit.
Helma is goud waard!
Yeah yeah yeah! Vroeger moest ik dat doen, Erez bellen en met die militairen lullen, buikpijn kreeg ik ervan.
Ben blij voor jullie dat het gelukt is. Helma Top!
gefeliciteerd! Wanneer ga je?
Volgende week. Maar ik geloof het pas als we Erez door zijn hoor. Ik ga wel vast een kuub ogenschaduw en mascara kopen want mijn vriendin Fatma heeft vijf dochters. Met haar erbij twaalf ogen.