Meer dan levenslang: over de Palestijnse gevangenen

Ook ik vond de berichtgeving over de vrijgelaten Palestijnse gevangenen in Nederland behoorlijk stuitend, en ik reageerde daarop in reactie op ene Petra, zie hier, en schreef iets over hoe het verder gaat met Palestijnen die uit de gevangenis komen, hier.

Trees Zbidat-Kosterman, die met haar Palestijnse man in Sakhnin woont (in Israël) en veel op de Westoever komt voor haar werk, ergerde zich ook, en schreef het volgende artikel. Te gast:

Trees Zbidat-Kosterman’ Meer dan levenslang

Dit is wat we in de Nederlandse media vernemen over de 477 Palestijnse gevangenen die in de uitruil met Israëlische soldaat Gilad Shalit, die vijf jaar vastgehouden werd in Gaza al zijn vrijgelaten – de rest van de afgesproken 1027 moeten nog komen. ‘Alle gevangenen hebben banden met terrorisme’ (Nos-journaal), er wordt gepraat over gevangenen met bloed aan hun handen, driehonderd van hen hebben levenslang, enzovoorts. Het is opvallend hoe weinig moeite er gedaan wordt om de feiten na te gaan, wie deze mensen zijn en in welke context ze hun daden hebben gepleegd, en geen enkele journalist heeft het over het juridische systeem in Israël dat er garant voor staat dat een Palestijn voor dezelfde daden veel hoger gestraft wordt dan een joodse Israëli.

Om te beginnen is de vrijheid voor veel van de voormalige gevangenen maar relatief. Van hen zijn er maar 217 die terug mogen waar ze vandaan komen zonder condities. 55 Gevangenen mogen naar huis maar blijven onder huisarrest, 205 gevangenen worden gedeporteerd – van wie 41 naar het buitenland en de rest naar openluchtgevangenis Gaza, voor tussen de drie jaar of onbepaalde tijd. Mensen van wie de familie woont in Oost-Jeruzalem of op de Westoever.

Wie zijn die mensen, en wat deden ze? De langstbestrafte, en de godfather van alle gevangenen is Na’al Barghouti. Hij zat 34 jaar gevangen. Hij komt uit een klein dorp dicht bij Ramallah, Kobal. In 1978, op zijn negentiende, werd hij gearresteerd. De aanklacht was dat hij zou hebben deelgenomen aan een aanslag waarbij een soldaat – let wel, geen burger, een soldaat – werd gedood. Hij kreeg levenslang. Zijn neef Fakhri zat 33 en een half jaar. Na’als ouders zijn overleden tijdens zijn tijd in de gevangenis. Fakhri’s vrouw Samira die nu 52 is, had een zoontje van negen maanden, Shadi, en was zwanger van haar tweede, Hadi, die ze alleen heeft groot moeten brengen. Een paar jaar geleden werd ook Shadi gearresteerd en veroordeeld, omdat hij in een wanhopige poging om zijn vader vrij te krijgen een soldaat wilde kidnappen als onderpand.

Een andere gevangene, Mukhlas Burghal uit Ramle, dichtbij Tel Aviv, werd gearresteerd omdat hij met een zelfgemaakte bom naar een bus had gegooid. De bom ging niet af, er werd niemand gedood of gewond, hij kreeg veertig jaar. Een ander verhaal is dat van Sumud Karaja, een vrouw uit Ramallah. Ze was twintig toen ze, zoals dat zo vaak gebeurt, werd lastiggevallen bij het beruchte checkpoint Kalandia door een groep Israëlische soldaten. Toen ze niet ophielden en ze kwaad en zenuwachtig niet meer wist hoe ze zich weren moest, haalde ze een mesje uit haar tas, zo’n mesje dat je overal kunt kopen, en stak ermee naar een van haar belagers. Ze kreeg twintig jaar.

Inderdaad, de meeste van de gevangenen hadden levenslang. Meer dan levenslang. In het internationaal recht betekent levenslang 25 jaar, in Nederland was dat vroeger 20 jaar, (tegenwoordig is levenslang ook echt levenslang, maar het wordt maar spaarzaam gegeven). Als Israëli’s iemand tot levenslang veroordelen is dat 99 jaar, en meer dan dat. Majdi Amir uit Hebron kreeg 19 keer levenslang, Wakid Anajas uit Ramallah kreeg 36 keer levenslang, Nasir Yataimi kreeg 29 keer levenslang en er zijn een paar bofferds die onder de tien keer bleven.

Ik ken sommige van de verhalen persoonlijk. Het verhaal van Suad Ghazal uit Sebastia, een dorp dichtbij Nablus, is tekenend. Op 13 december 1998 werd Suad, die toen vijftien was, gearresteerd, omdat een vrouwelijke kolonist had beweerd dat Suad geprobeerd zou hebben haar met een mes te steken. Suad werd naar het politiebureau in Kedumim gebracht, en daar mishandeld door een groep kolonisten. Daarna werd ze voor ondervraging overgebracht naar de Ramle gevangenis, en ook daar dagenlang mishandeld. Die dagen mocht ze niemand zien, ook geen advocaat, pas daarna lukte het de familie door tussenkomst van het Rode Kruis om hun vijftienjarige dochter te bezoeken. Ze werd veroordeeld tot zes en een half jaar gevangenis, op 21 januari 2001.

Op diezelfde dag liep er een rechtszaak tegen de kolonist Nahum Korman. Die man had in 1996 een Palestijnse jongen van elf, Hilmi Shusheh, met de kolf van zijn geweer doodgeslagen. Hij kreeg een taakstraf van een half jaar en een boete.

Ja, er zijn Palestijnen die terreur hebben gepleegd, dat wil zeggen, een aanval hebben gedaan op burgers. Maar we kunnen niet doen alsof terrorisme een Palestijnse uitvinding is. In de geschiedenis van Israël wordt nooit ontkend dat er joodse terroristengroepen waren, zoals de Irgun, die voor 1948 aanslagen pleegden in Palestina. Ook kennen we Baruch Goldstein, de arts uit Brooklyn, die in 1994 29 mannen doodde en velen verwondde die in de grot van de patriarch Abraham aan het bidden waren. Hij kwam er zelf bij om. Zijn graf werd een bedevaartplaats voor kolonisten. De soldaat Eden Natan-Zada opende in 2005 het vuur op een bus die het Arabische dorp Sfamer binnenreed. Vier mensen dood, veel gewonden. De man die er zelf bij omkwam had een brief geschreven waarin hij vertelde iets te willen doen tegen de ontruiming van de nederzettingen in Gaza. Na de aanslag werden er twaalf mensen uit Sfamer, Palestijnen dus, aangeklaagd vanwege moord op de soldaat, toen ze hem overmeesterden terwijl hij door bleef schieten, vijf mensen werden aangeklaagd vanwege zware mishandeling van politieagenten – die niet ingrepen toen het drama zich voltrok – en voor belemmering van de rechtsgang en aanzettten tot rellen.

Een ander geval betreft Ami Popper, die op 20 mei 1990 in de stad Rishon Lezion de mensen die bij een bushalte stonden te wachten naar hun identiteitsbewijs vroeg, en toen het Palestijnen bleken te zijn – arbeiders uit Gaza – het vuur op ze opende en zeven mensen doodde en er elf zwaar verwonde. Popper kreeg aanvankelijk 7 keer levenslang, dat werd omgezet in veertig jaar. Maar al gauw mocht hij vanuit de gevangenis op vakantie, trouwde hij met een Canadese, bij wie hij, in de tijd dat hij zijn straf nog uitzat, drie kinderen kreeg. Toen zijn vrouw en een van de kinderen omkwamen tijdens een ongeluk trouwde hij opnieuw, en kreeg nog een kind. Zijn straf is nu verminderd tot 33 jaar – het punt is dat hij ondertussen een aardig normaal leven lijkt te kunnen leiden. En zo zijn er vele verhalen van joodse Israëli’s die – als ze al berecht zijn – kunnen rekenen op vervroegde vrijlating en vele privileges. Vergelijk dat met de Palestijnse gevangenen van wie een groot deel nooit bezoek kan ontvangen, en die zeker niet hoeven te rekenen op vervroegde vrijlating – tenzij ze uitgeruild kunnen worden tegen een gevangengenomen Israëlische soldaat.

En ook in Israël moeten ze toegeven dat er nu onder de kolonisten werkelijk sprake is van terreurbendes – de aanvallen nemen toe, in de eerste plaats op de Palestijnen, maar ook politici die niet doen wat de kolonisten willen – denk aan de moord op Rabin – of soldaten en politieagenten zijn niet meer veilig.

Sinds de bezetting van de Westoever en Gaza in 1967 zijn er 750.000 Palestijnen gearresteerd. Zij hebben kennisgemaakt met het speciaal voor hen gecreëerde rechtssysteem. Hiernaast heb je dan nog de duizenden die gearresteerd zijn en vastzaten voor een paar dagen op een legerbasis, politiestation of nederzetting, en flink geïntimideerd zijn tijdens de verhoren, nadat ze bij een van de nachtelijke razzia’s zijn opgepakt. In de bezette gebieden worden de Palestijnse inwoners berecht door een militaire rechtbank op de Westoever. De mensen met een Israëlisch paspoort, de kolonisten maar ook de Palestijnen uit Israël, vallen onder de Israëlische burgerrechtbank. De militaire rechtbank op de Westoever draait overuren. Dat komt bijvoorbeeld omdat er weer een demonstratie is geweest tegen de muur in een bepaald dorp, Bi’lin, Beit Ummar of Nabi Saleh.

‘s Nachts valt het leger het dorp binnen en er worden wat jongelui van hun bed gelicht. Ze worden dagenlang ondervraagd, waarbij psychisch en fysiek geweld wordt gebruikt. Dan krijgen ze na een paar dagen te horen waar ze van beschuldigd worden, meestal dat ze stenen zouden hebben gegooid. Als ze ontkennen blijven ze vastzitten. Als ze bekennen krijgen ze een lagere straf, is de deal. Of worden andere aanklachten, dat ze naar een politieagent gespuugd zouden hebben of geweld zouden hebben gebruikt, ingetrokken als ze wel een andere bekentenis afleggen. Aangezien ze zonder bekentenis voor onbepaalde tijd vast kunnen zitten – er wordt veelvuldig gebruikgemaakt van het instellen van ‘administratieve hechtenis’ als dat in het belang van de veiligheid van Israël zou zijn, wat neerkomt op het opsluiten zonder vonnis – probeert de advocaat er nog wat straf af te krijgen en dan wordt de deal gesloten, een jaar gevangenis of een boete, bijvoorbeeld. Of zo’n jongen echt wat gedaan heeft blijft geheel onbewezen.

De rechters van de militaire rechtbank zijn zelden echte rechters, het zijn meestal militairen die een cursus hebben gedaan. Ik ben zelf een paar keer naar die rechtbank, Ofer, geweest om iemand te begeleiden en zag met eigen ogen hoe het er toe ging. Dan zit er een jonge vrouw, die alleen Hebreeuws spreekt. Als er vertaling is wordt die gedaan door een vermoeide soldaat, meestal een Druze of een Bedoeïen, en nooit wordt het hele verhaal vertaald. De regels zijn dat iemand binnen acht dagen na arrestatie voor de militaire rechter moeten verschijnen. Gewoonte is dat de gevangene die acht dagen geen rechtsbijstand krijgt bij zijn ondervraging. Op zijn eerste zitting wordt door de aanklager of de politie verlenging gevraagd. Nog dertig dagen zitten (met een mogelijkheid tot 90 dagen verlenging). Dan heeft de gearresteerde recht op een advocaat, die zijn cliënt moeilijk kan verdedigen, aangezien bijna het gehele dossier ‘classified’ is, geheim. Ondertussen moet de gevangene zijn onschuld bewijzen. Bewijs maar eens dat je niet met stenen hebt gegooid als een Israëlische soldaat zegt van wel.

Zo leren Palestijnen dat hun rechten niet tellen, dat ze elk moment gearresteerd kunnen worden om niets, dat er voor hen geen veiligheid is. Er worden op dit moment tussen de 300 en de 700 Palestijnen vastgehouden in ‘administratieve detentie’, tijdens de eerste intifada waren dat er meer dan anderhalf duizend. Die detentie kan steeds weer opnieuw met zes maanden verlengd worden. Hij weet dus nooit hoe lang hij zit en waarvoor.

Administratieve detentie werd alleen gebruikt in Noord-Ierland, in het apartheidssysteem in Zuid-Afrika, en de VS gebruikten die ook tegen de gevangenenen van Guantamo Bay. Nu is Israël het enige land dat nog het systeem van administratieve hechtenis kent. Ik hoorde eens een vader uit Dheisheh vluchtelingenkamp bij Bethlehem tegen zijn vier zonen zeggen: zo evident als het is dat ieder levend wezen eens sterft, zo evident is het dat elke Palestijnse man ooit tijdens zijn leven naar de gevangenis gaat.

Ondertussen heb ik het niet gehad over de kinderen in de gevangenissen, van wie er geeneen vrij is gekomen. Ondertussen wordt de voorraad weer aangevuld. Er zijn weer jongeren gearresteerd uit Beit Ummar, een dorp dat bedreigd wordt door de afscheidingsmuur, en een vrouw is opgepakt, “ze had een mes bij zich”. Het gaat gewoon door en de vrijlating van de gevangenen gaat daar niets aan veranderen.

Ik ben opgelucht dat de jonge soldaat Gilad Shalit thuis is, en ik heb veel respect voor zijn familie die niet van opgeven wisten. Maar afgezien van de persoonlijke kant van dit verhaal is er ook een politieke kant, en dat is dat hij soldaat is in het Israëlische leger en in een tank zat in of op de grens van Gaza en daar niet zat om een kop koffie te drinken met de Gazanen. Zo is er ook een persoonlijk verhaal bij ieder van de 477 gevangenen. Het zijn niet zo maar “terroristen of massamoordenaars”, het zijn mensen die iets gedaan hebben, de een meer dan de ander, binnen een bepaalde context, die van bezetting, en zoals we alles over Gilad Shalit weten vind ik ook dat we meer moeten weten over achtergrond over de 477. Aanvallen op burgers zijn fout, op Israëlische burgers, maar ook op Palestijnse burgers, zelfs als het door een staatsleger gebeurt. Of juist dan, want die moeten zich houden aan internationaal recht. En zoals deze deal de verhouding zet op 1:1027 zo is helaas ook de verhouding van de slachtoffers van aanvallen: 1:1000. Ieder slachtoffer is er een teveel, en ik hoop dat dit ooit eens stopt.

Bronnen:
Informatie heb ik verkregen via Addameer, B’tselem, Aber Bakeer-Threat (Pluto Books) en vele mensen die ik de laatste jaren tegenkwam en met wie ik gesproken heb.

En ik (A.M.) voeg over het aparte rechtssysteem voor Palestijnen Lisa Hajjar, Courting Conflict toe, die uit eigen onderzoek beschrijft hoe de Israëlische Militaire Rechtbank op de Westoever te werk gaat.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *