Gisteren was ik op een filmdag, georganiseerd door Vrienden van Sabeel en Palestine Link. (De foto’s komen nog) De film was Budrus, die ik nog niet gezien had, en we kregen vooraf een korte film met een speech van Julia Bacha, de filmmaakster en een paar fragmenten van de film.
Bacha vertelt hoe ze elke keer weer geconfronteerd wordt met diezelfde vraag: waar is de Palestijnse Gandhi? Iets dergelijks maak ik ook voortdurend mee, ik zeg iets over Palestina, over Gaza, en mensen beginnen meteen over Hamas en over raketten, dat is steevast het eerste beeld dat bij ze opkomt. Dit is waar het om gaat: er is een sterke, brede geweldloze verzetsbeweging in Palestina, maar hoeveel mensen weten dat hier? Dit is het punt, zegt Bacha, geweldloos verzet is theater, het heeft een publiek nodig. Wat gebeurt er met de Palestijnen die week op week doorgaan met geweldloos verzet, zoals ze dat deden in het dorp Budrus, en nu nog steeds doen in Bil’in, Ni’lin, Abu Saleh, in Oost-Jeruzalem in Silwan en Sheich Jarrah, als de media hen negeren en veel meer aandacht hebben voor de militante Palestijnen? Het is dus aan ons, het publiek, om ervoor te zorgen dat het geweldloos verzet meer aandacht krijgt, want aandacht is macht.
Budrus is een simpele maar overtuigende film. We zien de eerste opstand in het Palestijnse dorp, dat door de bouw van de muur een groot deel van hun land kwijt dreigen te raken, en hun begraafplaats waar al vele generaties van de dorpelingen begraven waren in tweeën zou splitsen. Het zijn eerst de mannen die zich verzetten tegen de Israëlische soldaten, en de bulldozers die beginnen met het ontwortelen van de olijvenbomen van het dorp. Opvallend is dat Hamas en Fatah de handen ineenslaan. Dan komen de vrouwen, die mee willen doen, en zij krijgen in de film een grote rol, ze durven vaak nog meer dan de mannen. Geestig is het hoe ze een vrouwelijke soldaat roepen: Yasmina, kom bij ons, wat doe je daar in dat leger. Yasmina vindt het niet leuk, zoals ze het ook niet leuk vindt als zich vervolgens Israëlische demonstranten bij de dorpelingen voegen, want, zegt ze, tegen joden kun je geen geweld gebruiken. (Die overgevoeligheid is trouwens wel een beetje over, ook Israëlische demonstranten kunnen er flink van langs krijgen). Voor de jongere generatie van Budrus is dat een hele belevenis, want zij hebben niet als hun ouders regelmatig contact gehad met Israëli’s, omdat ze daar werkten, er handel mee dreven, omdat er een tijd was dat Israëli’s graag boodschappen gingen doen en lekker gingen eten op de Westoever. Voor de Palestijnse jongeren is het de eerste keer dat ze joden meemaken die naast hen staan, in plaats van tegenover hen met traangas en kogels.
Ze houden vol, tegenover de soldaten die eerst niet weten wat ze doen moeten, en later steeds gewelddadiger optreden, en uiteindelijk is de route van de muur zo verlegd dat ze het overgrote deel van hun land hebben kunnen houden. Bacha heeft niet alleen de Palestijnen aan het woord gelaten, maar ook de Israëlische woordvoerders van het leger, die blijven verdedigen waarom de muur nodig is ‘voor de veiligheid van Israël’. De film laat ook zien hoe moeilijk het is om dat principe van geweldloosheid vast te houden, wanneer jongens beginnen met stenen gooien. Prachtige film, vooral omdat het de Palestijnen laat zien als gewone mensen, die hun land niet kwijt willen – je ziet ze groeien in trots en zelfbewustzijn.
Ghada Zeidan van Palestine Link leidde de discussie, en dominee Johan van den Berg van de Vrienden van Sabeel opende en sloot de bijeenkomst. Hij liet weten dat het komende jaar bij hen de film Budrus te leen is voor educatieve bijeenkomsten, de film is in het Nederlands ondertiteld.
Hierboven de YouTube film van een inleiding van Julia Bacha, wie die wil zien met ondertiteling, dat kan via deze link:Hier. Klik het linkje voor de ondertiteling aan en zoek naar Dutch.