(Brief van Claar. Het was geschreven als commentaar bij ‘stop de schulden’, maar stijgt daar als thema ver bovenuit, dus ik heb de hier ‘naar boven’ gehaald. Anja)
Brief van Claar
Anja, een wat langere reactie van mij. Want wat mij geweldig bezighoudt en verontrust, is ons denken over de waarde van een mens. Ik wil heel graag weten, of anderen mijn bezorgdheid delen en herkennen, of dat ik te somber ben.
We worden sinds tweede kerstdag dagelijks overspoeld met beelden die niet meer zijn voor te stellen. Zoveel anonieme lijken, zoveel anoniem verdriet, zoveel wanhoop, zoveel uitzichtloosheid. Iemand had het van de week treffend over ‘een golf van verschrikking’.
Maar tussendoor voel ik: er is iets onheilspellend mis met het denken over de waarde van een mens en dat wordt dezer dagen heel erg zichtbaar. Ik kom er niet uit.
Bij zulke enorme aantallen slachtoffers zie je de journalisten zoeken naar individuele verhalen, waarin wij als veilige toeschouwers achter onze televisie ons kunnen herkennen. Bij mij en denk ik iedereen komen die naar boven getilde persoonlijke verhalen snoeihard aan. Want het collectieve, massale, wordt individueel gemaakt en je kunt je er ineens beter mee identificeren. Ook al valt het in gedachten niet te vermenigvuldigen.
Ik verloor nog niet lang geleden mijn man. Hij was pas 54, we waren nog niet lang getrouwd toen hij ongeneeslijk ziek bleek te zijn. Hij stierf binnen zes weken na de onverwachte diagnose. Voor mij was dat een verlies dat niet te vergelijken was met bijvoorbeeld het verlies van mijn vader, die de leeftijd had waarop je zoiets – ook al wil je er niet aan – menselijkerwijs kunt verwachten. Het sterven van mijn man leerde me iets wat voor mij een helemaal nieuwe ervaring was, namelijk dat de natuur volstrekt onverschillig is. Hij kreeg gewoon kanker en stierf, te jong naar mijn en zijn eigen verwachtingen.
Maar het verliezen van hem heeft een benoembare en herkenbare plaats gekregen. Ik kreeg door de vele lieve reacties er- en herkenning van het feit dat dit sterven naar menselijke maatstaven wel erg jong en moeilijk te bevatten was. Hij was ingebed in normen, in een cultuur, die maakten dat mensen om mij heen mijn verlies zagen, herkenden, konden bevatten en naar waarde konden schatten. Dat gaf mij een houvast. Alleen daarom vertel ik het.
Al die mensen die nu op stapels worden gelegd en niet eens meer geteld worden – ik kan niet begrijpen dat een mens van het ene moment op het andere een naamloos lijk wordt dat zelfs een gevaar voor de levenden kan opleveren. Niet geidentificeerde doden die dus met karrevrachten tegelijk zo gauw mogelijk begraven moeten worden. Ik snap zo goed de wanhoop van de achterblijvers, die hun dierbare vermiste willen vinden, het lijk willen vinden en meenemen en zijn identiteit terug willen geven. Want ik weet hoe moeilijk dat sowieso is, doorleven na een plotseling verlies.
Maar mijn verontrusting en verwarring gaat dieper. Want er is zichtbaar een verschil in denken en berichtgeving over de vermiste toeristen en de vermiste bewoners van de getroffen gebieden. De getroffen toeristen – ook hun aantallen zijn enorm – worden uit de wereld waarin ze alleen maar even op vakantie waren, dood of levend in ‘onze’ wereld teruggetild. Er zijn al rituelen voor ontstaan: minister-presidenten die aan vliegtuigtrappen staan te wachten, speciale aandacht in de media en op internet, foto’s van bakjes met op land gesorteerde creditcards. De levende toeristen hebben geluk en keren terug in de schoot van hun eigen veilige wereld, met een goedgeregelde medische nazorg, een verzekeringsstelsel en mensen die hun verhalen op waarde kunnen schatten.
Naar de vermiste toeristen wordt in de ravage wanhopig gezocht. Ik beluister in de verslagen van hun zoektochten een onbenoemde wanhoop, omdat deze westerse vermisten net zo onvindbaar zijn als de vermiste inheemse bevolking. Dat lijkt gevoelsmatig niet te kloppen, denk ook ik onwillekeurig, als toeschouwer. Ik schaam me voor die gedachte. Ik ben in de war. Ook ik discrimineer in feite enorm, want waarom zou het verlies van een westerse toerist gevoelsmatig zwaarder wegen dan het verlies van een inwoner van de getroffen gebieden? Toch werkt het zo, maar het wordt niet hardop benoemd.
Ook in onze eigen samenleving is discriminatie altijd gebaseerd op de onderliggende gedachte dat de ene mens inferieur is aan de ander. Een open deur natuurlijk, maar het zegt tevens iets over de waarde van een mens. Maar wat is die waarde dan? Ik bedoel, wat precies maakt het verschil en maakt dat er zo over gedacht wordt?
Op de achtergrond de wetenschap, dat overal ter wereld dagelijks onnoemelijke aantallen mensen – en vooral kinderen – sterven als gevolg van humanitaire rampen. Oorlog, voedselgebrek, etnische conflicten. De beelden en berichten bereiken ons niet meer en niet alleen zijzelf blijven zo anoniem, ook de rampen die hen treffen zijn bij ons – het grote publiek dat hulp zou kunnen en moeten bieden – domweg niet bekend. Het dringt zich de laatste dagen steeds harder op: niet alleen de natuur is onverschillig, de mens zelf gedraagt zich nog veel onverschilliger. Daardoor worden deze mensen gereduceerd tot niet eens meer genoemde getallen. Wat is dan de waarde van een mens? Waarom zijn wij ons wel zo opgeblazen van onze eigen waarde bewust, maar gaan we onverschillig voorbij aan die van anderen, ver van ons weg? Het is hier op dit weblog ook al vaker gezegd – hoe goed het is, anonieme doden zoals de kinderen van Gaza een naam te geven, een plaats te geven, zichtbaar te maken. Recht te doen aan het feit dat zij hebben bestaan, te treuren om hun verlies. Hun waarde zichtbaar te maken.
We hoeven er niet ingewikkeld over te doen. De waarde van een mens wordt hoofdzakelijk bepaald door zijn economische waarde. Een visser op het strand van Atjeh heeft weinig waarde, een toerist die westerse valuta inbrengt heeft veel waarde. Een kind in Gaza heeft minder economische waarde dan een kind in Israel, handelspartner van het rijke westen. Een kind in Darfur komt om door een oorlog in een land dat economisch voor het westen totaal niet interessant is, een kind in Bagdad sterft omdat Irak economisch wel interessant is. Anders zaten de Amerikanen en wij er niet. En sommige landgenoten van mij zien ‘al die allochtonen hier’ als een bedreiging van onze welvaart. Dat zij door ons destijds dringend zijn uitgenodigd om onze economie draaiend te houden, lijkt voor het gemak vergeten.
Allemaal niet nieuw, allemaal allang bekend. Dat weet ik wel. Maar ik had behoefte het nog eens op een rijtje te zetten. Het is heel goed, dat er nu zo massaal en belangeloos financiële hulp aan Azië wordt geboden. Ik vind het indrukwekkend dat er zoveel spontane hulpacties ontstaan en heb grote bewondering voor mensen die zoiets zo snel en praktisch kunnen organiseren. Het geeft godzijdank aan, dat vele mensen nog een andere menselijke waarde zien dan alleen de economische. Maar ik heb uit pure gewetensnood ook opnieuw geld overgemaakt ten bate van de weer onzichtbaar geworden ramp in Darfur (waarom aan Darfur, Clara? Waarom niet aan andere noodgebieden?) – en dat viel nog niet mee, kan ik vertellen.
Het kwijtschelden van de schulden van de getroffen landen is een middel met meerdere positieve effecten. Het brengt de ‘arme’ en ‘rijke’ landen op een economisch gelijkwaardiger niveau. Het stelt solidariteit boven economisch belang. Het laat zien, dat er andere menselijke waarden belangrijker zijn dan de puur economische.
Mijn eigen hoop voor de toekomst: dat ik niet overschillig word. En dat ik hoop dat anderen me daaraan helpen herinneren.
5 januari 2005
Zoals ik mezelf ken, Claar, is er een grens aan wat ik emotioneel kan bevatten. Wanneer het dodental met duizenden stijgt weet ik rationeel wel dat het vreselijk is maar ik voel het niet meer, omdat het anonieme nullen zijn geworden die ik niet meer kan bevatten. Ook merk ik dat ik sommige rampen niet echt tot me door laat dringen omdat mijn gemoed al vol zit. En omdat ik zonder dat speciaal te willen toch een rangorde in het leed aanbreng. Zo vind ik natuurrampen minder erg dan de rampen die mensen elkaar aandoen. Misschien heeft dat er ook wel gewoon mee te maken dat ik in dat laatste geval weet waar ik mijn woede op moet richten en het een richting geeft aan de actie tegen het onrecht. Maar voor andere mensen is dat kennelijk precies andersom, die komen meer in beweging voor mensen die zo ontzettend schuldeloos omkomen en die deinzen terug voor stelling nemen, wat bijvoorbeeld in het geval van de Palestijnen wel moet, want je helpt uiteindelijk niet echt wanneer je oogkleppen hebt voor de oorzaken van de ellende.
Ik herinner me dat ik bij een lezing over ons werk met gehandicapte kinderen in de Gazastrook van te voren werd gevraagd of ik mijn praatje vooral ‘humanitair’ wilde houden en niet politiek wilde maken. Dus ik zei: ik mag het wel hebben over kinderen die kreupel zijn geschoten maar ik mag niet zeggen wie er geschoten heeft?
Wat ik verder begrijp is dat mensen een beperkt vermogen hebben, ik dus ook, om massaal, naamloos leed te verwerken. Dus is het die ene die symbool staat voor de grote groep, zoals Anne Frank symbool is geworden voor een getal dat we niet kunnen bevatten. Dat is ook de reden waarom het tot mijn werk hoort om van de Palestijnen mensen te maken, met gezichten en namen en geschiedenissen. Daarom schrijf ik zo’n boek als Habibi, habibi, dat gaat over gewone Palestijnse mensen onder de Israëlische bezetting.
Ik keek naar een van de uitzendingen, ik weet al niet meer welke, over een verslaggever die een man was gevolgd naar het rampgebied. Je kon de spanning voelen, niet alleen van de man, die bang was dat hij zijn vrouw, zijn dochtertje en zijn huis kwijt was, maar eerlijk gezegd ook die van de verslaggever die met een verhaal terug wilde komen met een climax er in, óf die man zou zijn gezin terugvinden, óf we zouden getuige zijn van zijn grote verdriet. Het werd het laatste. We zagen hem biddend, Alahu akbar, op de plaats waar zijn huis had gestaan en wisten dat hij zijn vrouw en kind niet meer terug zou zien. Ik zit dan met ontzettende gemengde gevoelens. Aan de ene kant ben ik in tranen omdat ik heel even iets mee kan voelen van wat er daar gebeurt. Aan de andere kant voel ik ook een grote weerzin tegen dit soort voyeuristische journalistiek – waar ik dus aan mee doe door te kijken. Die man die als meevoel-object wordt gebruikt om een mooi emotioneel programma mee te maken. En dan denk ik weer: zonder deze beelden zouden mensen nooit zoveel hulp hebben gegeven dan ze nu hebben gedaan.
Daar kom ik dus niet uit.
Ik vind het dus vaak onrechtvaardig, dat de ene ramp zoveel mediagenieker is dan de andere, zoveel makkelijker om op te mobiliseren. Ik denk aan mijn Palestijnen die al zo vreselijk lang in een rottige situatie zitten, waarbij dagelijks burgers worden gedood en dakloos gemaakt, inmiddels ook in de duizenden, alleen, dat gaat met een paar doden per dag. Iemand zei tegen me: de mensen zijn een beetje Palestijnenmoe. Ik zei: wat dacht je van de Palestijnen zelf. Maar die ontkomen er niet aan door de knop van de tv uit te draaien.
Aan de andere kant ben ik blij dat deze actie zoveel heeft opgeleverd en heb ik graag aan de actie meegedaan.
Zo tegenstrijdig blijft het.
Dus ga ik nu weer door met mijn werk voor de Palestijnen. En doe mijn best er voor dat ze niet vergeten worden omdat er altijd weer nieuwe rampen komen die onze aandacht opeisen. Ik ben er blij om dat we afgelopen week, na de kersactie, weer 15.000 euro naar Gaza over hebben kunnen maken. Maar soms denk ik jaloers, zou er nou niet één miljoentje voor die gehandicapten daar over zijn, dan kunnen ze weer jarenlang voort zonder honger.
Ja, Claar, je bent wat somber.
Allereerst wil ik je zeggen hoe naar ik het overlijden van je man vind. Mijn vader is afgelopen zomer gestorven en ik zie hoe moeilijk mijn moeder het heeft. ‘Het leven gaat door’ en het gaat ook door, dingen hernemen hun normale gang en dat is goed, maar tegelijkerijd doet die constatering pijn. Voor ons allemaalhet idee ‘nooit meer’, hij komt nooit meer terug is niet te bevatten. Wat is dat? En als ‘nooit meer’ voorbij is, is hij er dan weer?
Waarom een hele alinea gewijd aan jouw en mijn verdriet? We kennen elkaar niet eens. Waarom heb ik de behoefte je een hart onderr riem te steken? Ik denk dat het voor een groot deel identificatie is. Ik herken jouw verhaal. Ik geloof niet dat dat iets te maken heeft met het feit dat je als Westerse bent en dus meer waard dan een vrouw op Sri Lanka, maar dat ik mij beter in jou kan inleven, we wonen in dezelfde wereld, dan in een vrouw wier leven zo ontzettend anders lijkt. Dat verdriet universeel is, wordt duidelijk als er een cameraploeg lang genoeg stilstaat bij mevrouw en haar zoals je zegt uit de anonimiteit trekt. Dan wordt haar verlies gelijk aan het jouwe en aan dat van mij en mijn moeder.
Maar ik heb me aan hetzelfde geergerd wanneer het ging om de gijzelingen in Irak. De Westerse gijzelaars hadden allemaal namen. De Irakese niet. “Christian Chesnot, George Malbrunot en hun chauffeur” Wat is dit? Ach laat maar ze heten toch allemaal Mohammed?
Ik vind dat journalisten hier een belangrijke verantwoordelijkheid in hebben. En sommigen nemen die ook. Denk aan de beroemde foto van het Afghaanse meisje in het vluchtelingenkamp, denk aan de overstroming (lang geleden, was het niet op de Filippijnen?) en aan het achtjarige meisje dat wekenlang in een bemodderde put vastzat. Zij werden symbolen van het lijden van alle mensen daar. Ik realiseer me dat de voorbeelden nogal oud zijn.
Ik denk niet dat de gewone televisiekijker minder geschokt is door het lot van vakantiegangers dan door dat van de plaatselijke bevolking en dat zij tellen in economische waarde. (Kijk naar de enorme solidariteit en de giften die binnestromen.) Maar het moet even duidelijk in beeld worden gebracht. De journalisten richten zich te veel op de politici die wel zo rekenen en te weinig op hun publiek.
Na deze lange stukken, waardoor ik toch ook behoorlijk geraakt ben, het volgende, wat dichter bij huis: gisteravond (6 januari) was er op RTV-Drenthe een item met een mevrouw die het opnam voor een uitgeprocedeerd gezin uit Sri Lanka, dat hier al 9 jaar is, de kinderen zitten voor het eindexamen. Die heben zojuist bericht gekregen dat ze op zeer korte termijn terug moeten naar Sri Lanka. In Sri Lanka geldt een wet, dat dergelijke mensen terug moeten naar het dorp waar ze oorspronkelijk vandaan komen. Laat dat dorp nu net zijn weggespoeld door de tsunami!? Toch moeten ze weg. Diezelfde mevrouw zei dat ze nog een paar van die gezinnen kent; alleen dit ene gezin kwam in beeld. Kan dat echt in dit land?
Het probleem is, dat kwesties als honger in Afrika en de bezetting van de Palestijnse gebieden “sleur”z ijn geworden. We zijn eraan gewend geraakt. Die dingen bestaan nu eenmnaal in deze wereld. Zo’n natuurramp als nu in Zuid-Oost-Azië is daarentegen “nieuw”, “uitzonderlijk”, en daardoor “mediageniek”. Heel cynisch gezegd: het is weer eens iets anders. Een niet te beheersen natuurkracht (à la een grote meteoriet!) die leed veroorzaakt, dat qua omvang en langdurige consequenties onvoorstelbaar is. Velen hebben zich gisteren op de TV als “gulle gevers” in de etalage gezet. De reclame was weer niet van de lucht. Helaas, zo zitten wij als mensen in elkaar.(De enthousiaste kinderen overigens niet te na gesproken. Van hen gaat nog wel puurheid uit).
Zelf heb ik me ook meer dan eens “voyeur” gevoeld. En ben toch TV blijven kijken. En heb ook geld gestort…..
Dus laat ik maar eindigen met een positieve conclusie: door welke motieven ook mensen zijn bewogen om veel geld te geven voor de slachtoffers in Zuid-Oost-Azië, het betreft hier een vorm van praktische solidariteit waaraan de slachtoffers sterk behoefte hebben! Per slot van rekening is het daarom een goede actie. En laat deze een aanzet vormen om meer structureel na te denken over de verkeerde sociale en economische verhoudingen in deze wereld.
Als commentaar bij een eerder bericht van G. Levy schreef ik, dat een mens er niet zelf voor kiest slachtoffer te worden van een natuurramp of een oorlog. Levies schrijven legde volgens mij ons gebrek aan verantwoordelijkheidsgevoel bloot voor oorlogsslachtoffers. Zelf omschreef ik dit gebrek als een menselijke natuurramp. In feite is oorlog op zich al een natuurramp veroorzaakt door menselijk handelen. Ten eerste ondergaan mensen in oorlogsgebied de verschrikkingen van de oorlog. Maar ervaren ze vervolgens het gebrek aan solidariteit en hulp vanuit veilige plekken op de wereld, oftewel onze “moeheid”, “sleur-gevoel”..onverschilligheid,…wat deze oorlogsslachtoffers een tweede menselijke natuuramp doet ondergaan, het niet-handelen vanuit onze kant.
Gelukkig zijn er mensen die dit in blijven zien en zich er voor in blijven zetten.
Ik bemerk een andere reactie bij mezelf dan Claar beschrijft, ik voel namelijk veel meer emotie bij het denken aan de lokale slachtoffers dan wanneer ik aan de toeristen denk. Ik denk dat ik dat het beste kan vergelijken met, geloof het of niet, kippen.
Ik vind het als vegetariër erg dat dieren worden gedood om te worden opgegeten. Nog veel erger vind ik echter dat de meeste van die dieren een verschrikkelijk leven hebben gehad tot die tijd. Datzelfde zie ik bij de ramp: ik vind het vreselijk dat er toeristen zijn doodgegaan, maar in vergelijking bij de lokale bevolking zijn zij scharrelkippen of zelfs wilde fazanten; hun leven is zo ‘makkelijk’ geweest dat zij het zich kunnen permitteren naar de andere kant van de wereld te vliegen om daar een paar weken te genieten van de lokale prijzen, cultuur en klimaat. De lokale bevolking kan beter vergeleken worden met de bio-industrie kip; na een leven knokken om te overleven van een mager inkomen vinden zij ook nog eens de dood. Bovendien blijven zij achter in de ellende die de vloedgolf heeft veroorzaakt. Hoe verschrikkelijk het ook moet zijn voor een toerist, het staat in schril contrast met het leed aldaar.
Anja, herken jij de Palestijns/Israëlische kwestie in deze vergelijking?
Waar ik mezelf ook op betrap, en dat vind ik al een stuk enger idee, is dat ik me meer betrokken voel bij rampen in gebieden waar ik iets mee heb. Zo voelde ik me vorig jaar zeer betrokken bij de aardbeving in Bam, Iran, en dit jaar vooral bij Aceh. Wat kunnen die mensen uit India of Afrika er aan doen dat ik minder met hun taal of cultuur heb? Omdat ik merkte dat ik direct geld over wilde maken (terwijl ik dat b.v. bij Darfur veel minder heb), bedacht ik een oplossing.
Het geeft helemaal niks als je je meer geraakt voelt door de ene ramp dan door de andere, zolang slachtoffers daar maar niet de dupe van worden. Daarom heb ik het geld overgemaakt aan het Amerikaanse Rode Kruis, en wel onder de noemer ‘International Relief Fund’, het geld wordt dan evenredig verdeeld over rampen waarbij het Rode Kruis in actie komt. Op die manier geef ik wel uiting aan mijn verdriet, draag ik wel mijn steentje bij, maar zonder aan een hype mee te doen of het ene volk boven het andere te stellen.
Wouter, ik kan je gedachtengang wel volgen.
In de eerste plaats denk ik dat het erg veel uitmaakt of je een gebied en de mensen daar zelf kent. Ik ben tien jaar geleden voor het eerst naar Gaza gegaan, ben toen ontzettend geschrokken over wat ik daar zag. Ook om de vraag: wilde ik dit niet weten of kon ik het niet weten? Sindsdien heeft het me niet meer los gelaten. Ik zie bij elk krantenbericht de omgeving voor me en de mensen. Dat heb ik niet bij rampen in gebieden waar ik nooit geweest ben.
En verder is bij de ‘rangorde in leed’ die ik niet wil maar waar ik mezelf wel op betrap inderdaad aan de orde dat ik weet dat de Palestijnen al zo vreselijk lang lijden, dat de wereld voor het overgrote deel toekijkt en niets doet, en ook die doordringende gedachte: ze zouden niet hoeven te lijden. Het is nergens voor nodig. Israël kan het heel goed zonder de Westoever en de Gazastrook. De VS had ze tegen moeten houden in plaats van ze ook nog eens te belonen. Een natuurramp is meestal niet te voorkomen. (Al is het duidelijk dat er een alarmsysteem moet komen om mensen voor vloedgolven te waarschuwen, dan zouden er vele duizenden mensen minder omkomen) Een bezetting is door mensen gemaakt en had wel voorkomen kunnen worden. Ik merk uit dat dat uitmaakt in hoe ik kijk. Of het gewoon een heel erg verschrikkelijke domme pech is dat je toevallig net op dat moment daar was, zoals dat ieder van ons kan overkomen, of dat het een zaak is waar wij als mensen niet de verantwoordelijkheid voor willen dragen die we zouden moeten dragen. Het slachtoffer zijn van de onverschilligheid van mensen, bovenop honger en andere ellende, dat maakt het nog onverdraaglijker.
Als je begrijpt wat ik bedoel, dat ik daar niets mee af doe van de pijn van mensen die iemand kwijt zijn geraakt.
Toen ik Wiegel op televisie zag oproepen om geld te storten op giro 555, en hoorde over het idee van de VVD om het geld dat bestemd was voor Darfur te gebruiken voor bestrijding van deze ramp, moest ik denken aan de uitkomst van een psychologisch onderzoek.
Uit dat onderzoek bleek namelijk dat mensen die ‘rechts’ stemmen, vaker geloven dat mensen die dik zijn, hier zelf de schuld van zijn. Zo geloven ze vaak ook dat mensen die arm zijn, of op een andere manier in de problemen zitten, er zelf verantwoordelijk voor zijn dat dit gebeurd is, en er dus ook verantwoordelijk voor zijn dit op te lossen.
Mogelijk is deze ramp zo overduidelijk niet de schuld van de slachtoffers, dat ook mensen die normaal gesproken denken dat mensen medeverantwoordelijk zijn aan hun eigen leed, nu beseffen dat dat in dit geval zeker niet opgaat.
Ik lees zojuist op teletekst dat Hans Wiegel’s vrouw is omgekomen bij een auto-ongeluk:
‘ASSEN De vrouw van VVD-politicus Hans Wiegel is bij een verkeersongeluk in Drenthe om het leven gekomen.Ze verloor door onbekende oorzaak de macht over stuur.Ze is een zus van Wiegels eerste vrouw,die in 1980 eveneens bij een verkeersongeluk om het leven kwam.’
Normaal helemaal niet relevant op deze website, maar ik vond hier na mijn reactie een wrange toevalligheid van uitgaan. 🙁
Er is een heel goed (vind ik) internetinitiatief van Siegfried Woldhek. Heel slim ook. En het werkt ook nog eens bewezen goed.
Het is gebaseerd op wat Wouter hierboven ook aanhaalt: directe binding, betrokkenheid.
Ik vraag daar heel graag jullie aandacht voor:
http://www.nabuur.com
Dank je Claar {en ook Wouter]
Jullie zijn fijne ‘side-kick’s’ van Anja.
Ik heb zelf ook naast storten op 555 heel sterk de behoefte gevoeld om tegelijkertijd mensen dicht bij mij in de buurt te helpen en heb een zelfde bedrag gestort op een hulpfonds voor iemand dichtbij.
Het is een van de moeilijkheden van deze tijd dat informatie oneindig is geworden. Ik vind het zo moeilijk om te kiezen.Ik laaf me steeds meer aan deze site, en lees steeds minder kranten en kijk nog maar zelden T.V
Hoi Claar, en andere webloggers,
Het lijkt me heel moeilijk om iemand van wie je veel houdt, en met wie je net besloten hebt je leven samen te leven, zo snel daarna overlijdt.
Je snijdt hier een onderwerp aan dat mijzelf de laatste dagen ook bezighoudt, en ik denk dat het heel veel van ons bezighoudt, omdat het de vragen zijn die wij onszelf telkens weer stellen als een dergelijke ramp zich voordoet.
Je kunt verdriet om verlies eigenlijk niet met elkaar vergelijken vind ik. Voor iedereen is het eigen verlies het zwaarst. Dat is niet slecht, want het grijpt het meest in in onze eigen levens. Volgens mij zit daar ook een van de oorzaken in dat we geneigd zijn meer stil te staan bij verlies van ‘nabije mensen’, zelfs als die nabijheid slechts het Nederlanderschap betreft. Ik denk dat dat menselijk is. Ik moet trouwens denken aan een aanbeveling in de Islam. Als een mens meer dan genoeg geld heeft om voor zichzelf en het eigen gezin te zorgen, wordt hem of haar aangeraden eerst de eigen familie daarom heen te helpen. En als er nog meer mogelijk is, dan eerst de eigen buren en zo in een steeds wijdere cirkel. Ik vind daar wel wijsheid in zitten. Want het zou toch heel gek zijn als we bijvoorbeeld geld storten voor mensen aan de andere kant van de wereld, terwijl in onze eigen straat mensen nauwelijks genoeg geld hebben om eten te kopen (en we dat weten). Ik moest daar gisteren nog wel aan denken. In Nederland zijn ook een heleboel mensen die onder de armoedegrens leven. Hoe zouden die kijken naar al die mensen die honderden, duizenden, of zelfs meer kwamen storten in de tv-actie gisteren?
Dat sentiment van eerst voor je eigen omgeving willen zorgen, kan echter ook verkeerd worden gebruikt. De leus ‘eigen volk eerst’ appeleert hieraan, maar is wel erg verkeerd. Ook zo’n actie als gisteren op tv heeft een dubbele lading, volgens mij door het inzetten van een soort volksamusement rondom de ellende van anderen. Het is een beproeft middel, en ik concludeer ook steeds weer dat het doel en het resultaat het middel heiligen, maar zeker weet ik dat ook niet echt.
Wat Anja aansnijdt over onrecht en ellende door ‘mensenhanden’, vaak om politieke redenen, houd me ook bezig. Ik weet van het grote onrecht in Palestina, Irak, Darfur en vele andere landen in de wereld. Ik kan niet zeggen dat ik het niet wist. Toch lukt het me niet echt om me in grote mate actief in te zetten voor het bestrijden van dit onrecht. Ik kan het wel zo nu en dan onder de aandacht brengen van een grotere groep mensen, en dat doe ik uiteraard ook wel. Maar eigenlijk zou ik ook wel iedere maand op het Spui willen staan bijvoorbeeld. Ik vind de tijd niet, of ik kies andere prioriteiten. Het is soms wel raar dat ik me haast een verrader van het ene bestrijdenswaardige onrecht voel, omdat ik me bezighoud met ander onrecht. Er is gewoon teveel onrecht. Ik ben niet bang om politieke keuzes te maken. Ik vind zelfs dat dit een plicht is van mij als mens, ook als moslim. Een politieke keuze tegen onrecht. Het is niet altijd makkelijk om voldoende en gedegen informatie te vinden om een goede afweging te maken, maar in het geval van Palestina is het overduidelijk.
Tot slot merk ik ook dat ik echt cynisch begin te worden over de verslaglegging op teevee. Zo schrok ik van mezelf toen ik vanmorgen dacht: okee, gisteren de grote actie, vandaag nog de verslagen van de actie, vanaf morgen heeft iedere actualiteitenrubriek nog 1 item over de ramp en het andere weer over andere zaken, over een week horen we er nog maar op een enkel moment per dag over …. Alsof ik het scenario van de media uit mijn hoofd ken … dat zet mij dan weer aan het denken!
Een mens is een ziel en heeft tijdelijk op Aarde een stoffelijk lichaam. Ons leven heeft derhalve een stoffelijke en een geestelijke kant. Het stoffelijke leven is waar we onze ervaringen opdoen en is dikwijls gewoon hard werken. Het stoffelijke leven, het lichaam dus, is heel kwetsbaar, iets meer of iets minder (vocht, temperatuur, voeding, etc.) maakt het verschil tussen prettig en onaangenaam. Dan is er het denken, dat vanuit de opvoeding geprogrammeerd is en zo de persoonlijkheidsstructuur vormt die we ons ego noemen. Dat maakt uit hoe we onze ervaringen beleven en al of niet accepteren, vaak op een min/meer emotionele wijze.
De geestelijke kant, kunnen we ervaren wanneer we een diepe ontspanning beleven. Dan, in een toestand van diepe rust, kan diepe vrede, een beleving van eenheid met het geheel, ervaren worden, vanuit ons diepere zelf. Door bewuste meditatie kan dit zelfs heel ver gaan. Dit is ook wat b.v. met yoga wordt gedaan; eerst het lichaam en daarna onze geest ontspannen, wat over blijft is vrede, en een stille innerlijke glimlach, omdat je daarin je werkelijke onkwetsbare zelf in terugvind.
Amita.
Pingback: Weblog Theo Cornelissen
Onderstaand bericht trof me. De vergelijking tussen wat de amerikanen bij elkaar verzamelden na 11 september. En de vrijgevigheid voor de slachtoffers van de Tsunami.verder geen uitleg nodig denk ik.
“De V.S. blijven voorlopig steken op 350 miljoen dollar, minder dan wat Duitsland alleen al overmaakt. Volgens Colin Powell kan die 350 miljoen dollar wel een belangrijke rol spelen in het overbrengen van Amerikaanse waarden naar met name Indonesië. Volgens de Amerikaanse minister van Buitenlandse zaken zouden de moslims daar uit de Amerikaanse hulpgoederen kunnen opmaken dat Amerika helemaal geen hekel heeft aan moslims.
Nog even wat cijfers dan. Los van de 350 miljoen die de Amerikaanse regering heeft beloofd, heeft de Amerikaanse bevolking inmiddels zo’n 200 miljoen dollar bij elkaar gesprokkeld voor de ramp, waarbij tot nu toe 140.000 mensen omkwamen. Ter vergelijking: Bij de aanslagen op 11 september kwamen ongeveer 3000 mensen om. Inzamelingsacties na 11 september leverden in totaal 2,3 miljard dollar op, dat is 700.000 dollar per slachtoffer. Voor de ramp in Azië is dat 1500 dollar per slachtoffer.”